Het nieuws van den dag

1562 0
18 november 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 18 November. Het nieuws van den dag. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/8w3804zs3b/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

I ■ • • — _ . p/i er-en-dertîgste jaargang. — Nummer 1 ... . 10 centiemen per numrnep Brusse!, Maandag 18 November 1918 HET NIEUWS VAN DEN DAG aankondigingen Per klëine regel 1 fr. ïus?chen de Nieuwstijdingen, per regel 3 en 4 fr. Stcrfgevalfen per regel . 3 fr. BESTUUR EN OPSTELî Zandstraat, 16 TELEFOON 171 DAGBLAD / Gesticht door Jan HXTSTGrHB BUREEL DER KLEINE AANKONDIGINGEN : Zandstraat, 6 TELEFOON 7948 il E£3 Wil && l'Û r ABONNEIViENTEN : De prijzen zullen later vastgesteld worden. TRIOMF ! LEVE BELGIË ! LEVE DE KONING ! De oorlog is voor goed gewonnen. Na meer dan vier jaar onder het ijzeren juk van den vijand gezucht te hebben wordt België wederom vrij; en lang zal het niet meer duren, vooraleér de laatste Pruis den grond van ons Vaderland zal verlaten hebben. Konîng Albert, die in de eerste dagen van Augusti 1914 er het onteer:nd aanbod van den meineedigen keizer Wilheîm verwierp, en met ons heldhaftig leger en geheel ons voik den ongeîijken strijd aanging tegen den overmachtigen duitscher, komt weder in zijne en in onze hôofdstad. De nationale vlag, onze schoone en roemrijke banier met hare zwarte, geh en roode kleu-ren, wappert blijde op onze gebouwen en aan al de gevels onzer huizen. Na vier jaar lang in het binnenste onzer woningen een verdoken eer genoten te hebben, zegeviert zij nu op den dag des triomfs : hoezee ! België is wede om vrij, en de vijand is te niet. Eere en dank, eerst en vooral, aan God, die ons in die lange en wreede beproeving ondersteund ! en machtig geholpen heeft Hij was het, die aan koning Albert en aai omzs koana staatslieden het onverschrokken aniwoord ingaf, dat aan den duitMhîa overwaîdigar zjn2 eerste nederlaag berokkende. Hij is het, die vooris aan Koning, valdheeren en soldaten den heldhafiigen moed inga?, om spijts ailes, sterk als eene rots, stand te houden te Luik, te Haelen, te Antwerpen, en op den wereldberoemden v/estvlaamschen stroom den Yzer. In Zijne kerken, is onze nationale vlag, zelfs onder de bangste dagen der uitheemsche verdrukking, steeds aan onze vereering en liefde, als een teeken van hoop en vertrou-wen, .uitgesteld gebleven! In zijn bidplaatsen heeft zoo menigmaal ons belgisch volkslied, de '* Brabançonne " met de " Vlaamsche Leeuw „ en het heerlijk " Naar Wijd en Zijd „ gedreund en onze gernoe-deren opgebeurd. En God is het nogmaals, die aan onze koene en vaderlandslievende bisschoppen en pre-laten, aan (Z. Em. den kardinaal Mercier, aan Mgr Heylen, aan Mgr Rutten, enz. de fiera vvoorden en protesten op de lippen îegde, die de bewondering en den eerbied van den vijand zelf afgedwongen hebben. God is het nog, die onze heldhaftige krijgsalmoezsniers en 'ziekenverplegers zoo dikwijls den dood dèed trotseeren, om de zielen onzer soldaten te vertroosten, de gekwetsten te verzorgen en de ster-venden in den heniel binnen te leiden. Ja, eere en dank aan God : Hij is de God dèr heirscharèn, de voorstaandèr van het recht, van het goêde en het ware : Hij heeft ons land gered, en onzen Koning mît ons loger en geheel ons volk met roem en glorie omîauwerd. Eere en dank aan onze soldaten, en vooral aan den grootsten onder hen, aan Koning Albert, den koning-soldaat, lief aan aile Belgen, Vlamingen en Walen, die zijne heldhaftigheid niet genoeg be-wonderen kunnen. De romelnsche veldheer, Julius Csesar, heeft eens geschreven dat onder al de Galliërs de Eelgen de dapperste zijn: dit v/oord van verdienden lof heeft Koning Albert met zijn blank zweerd nog eens in het boek der geschiedenis gegrift. Altijd en overal was hij in die vier iaren van strijd de eerste op het slagveld en in de voorste loopgraven, zonder zich om het gevaar te bekreunen : met woord en daad spoorde hij steeds zijne soldaten — onze jongens tôt het volbrengen van hunnen zwaren plient aan. En hij, de eerste onzer soldaten, da grootste onzer belgische helden, is de ziel geweest van onzen onafhankelijkheidsoarlog. In zijne goedheid heeft God hem nu tôt den dag des zegepraals ge-spaard: hij varleene hem varier eene lange en roemrijke regeering. Onze danksaarheid en onze liefde zijn de sterkste steun van zijnen troon geworden; en voor altijd heeft hij de bânden tusschen vorst en volk vast toegesnoerd. Eere en dank aan Koningin Eîizabeth, de eerste der belgische vrouwen, de engel van liefde, de zoete ziekenverpleegster, de moeder onzer soldaten, en de doorluchtige gemalin van onzen Koning. Aan liet front, in de hospitalen, bij de lijdensbedden onzer gekwetste jongens, heeft zij haar hertebloed aan ons volk geschonken. Met den diepsten eerbied voegen wij onze hulde aan de hulde die de gansche wereld haar toegekend heeft! j j jFer? en ^ank aan onze soldaten ! Eere en dank aan de levenden, en vooral eère en dank aan de dooden ! Q J'a° lastig en pijnlijk is het geweest meer dan vier lange jaren in de moerassige loopgraven te liggen aan aile ontberingen en aan het moorddadig vuur des vijands blootgesteld. Wij, die achter het front t-e. akelige oorîogsgevaren van nabij niet gekend hebben, wij weten cr toch van te spreken, dank aan de brieven, die o s ter sluiks een deeltje van het lijden onzer jongens lieten kennen, en het overige lieten raden. Hoe dikwijls^ heeft ons hert gebloed al nadenkend op hun droevig ballingschap, verre van vader en rnceder, naar wie zij ^ snakten ! En _ toch, in hunne woorden brandde er steeds een gloeiende liefde des Vaderlands, en een machtige wil om dien heiligen grond van aile vreemde vijanden te zuiveren! Ja, eere en dank aan hen, want hunnen moed vertroostte en versterkte ons, en deed ons hoopvol uitzien naar den schoone:i dag der verlossing. God zij dank, de dag is nu aangebroken. Eere, vooral aan de Eere aan de ssiartelaars die hn&i edel Moed vergo- tefla feefebeffi Jvocs* België, voor ohzcsi cEimrfoaren gj*oitdi vaiî Vlaastdepeis en Wallonie» die ons gessaeenzaam VaelerSand uslfmaken. Bij liet hcrdeKken vaia die feeMeiî, wellen de tra-nen in onze oogjers^ zonde? dat wi| beslissen kasnnen oS de aandoeninp, die ons Ifeekiaelî, van smert oS van flerlseid SmerS9 ja, want de dnarbare gesnenveSden zijn ons onffrokken, voor altijd ; maar ïSerlîeiiâ ook, wasif een volk, dat znfike feelden voorf-ferengt, is een ofooî en edeS volk, dafi niet vergaaa zal. Voor de lafeisis ïannner zielen bMden Vi'sj den Meer ; uisislt fevens bedanken wi| Hem, QïÉr=d?ît dit edeï ssljeS vmeïs= tcloos gestroonad Sieeft ; he8 is de losprifs ge^veest onzer vrijhexà; sn geli|k men ècss van de eerste marîeîaars der Merk zegde dat Iinn Moed het zaad was van nienwe clirls-fieneis, zoo en moef men verklaren dat het Moed onzer gesnenvelde belgisclse jon- gens het zaad ss van nienwe helden, die des noods ook zouden knnnen sterven voor God, Kerk en Vaderland î | Eere ook en dank aan het volk, dat onder den akeligen oorlog dien wij nu doorleefd hebben, in het bezette gebied, op den heiligen grond onzer voorvaderen, met moed en krachtdadigheid weerstonden aan de vreemde dwingelandij : voorwaar hunne volharding en moed heeft de bewondering afgedwongen van al de volkeren der wereld. Veel hebben wij te verduren gehad : eilaas ! onze steden en dorpen lig-gen geplunderd en verwoest; onze huizen zijn leeggeroofd; en dagelijks was het eene nieuwe en harde knevelarij die wij te verdragen hadden. Onze werklieden zijn met geweld naar Duitschland weggevoerd als slaven : en hoeveel, eilaas ! hebben daar, onder de duitsche barbaarschheid hun leven gelaten ? In de laatste weken zijn onze te huis geblevene jongens, uit onze steden en dorpen, uit hunnen duurbaren huiskring, door woeste soldaten ontrukt; en op onze wegen hebben wij ze, als eene kudde, onder het geleide van den vreemdeling, zien voortdrijven. Ontembaar en fier zongen zij, zelfs toen, onze volkslie-deren, die aîs een vaderlandsch protest in de ooren hunner beulen weerklonken ! Eere aan hen, want zij ook hebben vecl geleden voor ons recht en voor ons Vaderland ! Eere aan hen allen, die in die vier jaren van den oorlog, door hunne milddadigheid en grenze-looze volksliefde in de»*î bittersten nood onzer landgenooten voorzien hebben ! Eens zal de geschiedenis geschreven worden van dte bange tijden; en de hulde die aan allen toekomt, aan hen die streden aan het front, en aan hen die leden in het land en ieverden om het lot des volks té vérzachtén, zâi rijkelijk gébeikt wordën en geboCkt blijven, tôt mèérdër êêre van België én tôt eéuwig onderricht van hét nagèslacht. En nu dat de blijde dagen hejrbëgïtinen, moet onzé ziel wijd openstaan tôt vreugde en hoop in dé glorievollé toékomst. Ondér de leiding der wêttige, echt bèlgische macht, ondér het schrandér béstuur van Koning Albert, ondér dé béschérming van God, dîê Bélgie lièf heeft, beginnen wij éên niéuw tijdpèrk in dé gèschièdenis van ons volk. Hcil ons roemrffk Vorstenhuis ! Lève ons duurbaar Vaderland ! Levé ons Viaamsehe en léwe ons Waalsche Volk ! Eere en dank aan onze dappere B&ndgenooten ! Het Nieuws van den Dag Don 20 Augusti 1914 is het « Nieuws van den Dag » voor de laatste mail ver-schenen: het was de dag zelf waarop de vijand Brussel binnentrok. Met hetaan-komen van de duilschers verdween uit België de vrijheid van de drukpers, ge-lijkeilaas! zooveel andere vrijheden : om te spreken en te séhrijven moest men voortaan de censuur ondergaan. llet is te zeggen dat de vreemde dwingeland op kommando moest opgehemeld worden tegen ons eigen volk; en dat op hetzelfde pruisiscli kommando ons ongelukkig belgisch volk in een neergedrukte stem-ming moest gehouden worden, alsof het een slavenvolk ware, dat van den vreem-den dwingeland ailes moet aileeren, om zich vroeg of laat op dezelfde lcest te schoeien. In één woord, de duitsche in-dringers, die altijd met verraad gewerkt hebben, vroegen aan de belgische dag-bladen om verraad te plegen; en ver-stomd stonden zij van verbazing, als hun aanbod met verachting van kant ge-wezen werd. In onze plaats zouden zij er klaarblijkelijkgeen bezwaar in gevon-den hebben. Zulks verwondert ons niet ! Het « Nieuws van den Dag » heeft het lioofd niet willen bukken voor den vijand: het lieeft met aile echt belgische dagbladen, liever gezwegen dan een woord te zeggen dat met ons geweten niet overeenkwam. Nooit hebben wij op kommando gesproken; hetgeen wij oor-deelden ten beste voor het belgische vaderland en voor het vlaamsche volk te strekken: ja! dit, en dit alleen hebben wij geschreven. Judaswerk komt met onzen aard niet overeen ; en zooals wij vroeger vrij gesproken hadden, zoo hebben wij meer dan vier jaar, vrij gezwegen; met oneer hebben wij ons niet willen bevuilen, de vrijheid is zulke ofïers weerd. Liever schade dan schande. Wij hebben ons dus niet laten omkoo-pen gelijk zekere bladen, die of wel hun verleden — en somtijds bun roemrijk verleden — onweerd'ig geworden zijn, oi'wel nieuw geboren werden om liun belgisch vaderland en volk wier naam zij soms in hunnen titel voerden, des te bète'r te verraden. Onze onafhankelijk-heid en vlaamsche eerlijkhei l hebben wij duur moeten bekoopen. In 1915 reeds hebben de duitschers geheel onzen aanzienlijken voorraad papier weggehaald ; later hebben zij ons verplicht ons koper, onze trekriemen, in een woord al onze grondstoffen af te leveren, Toen zij aan het front van Rijs-sel verslagen werden, en uit deze stad met hunne krijgsdrukkerij moesten vluch-ten, zijn zij met geweld in onze werkhui-zen en bureelen gedrongen en hebben er bezit van genomen om er een soldaten-blad te drukken. Vier weken lang zijn zij in onze lokalen te werk gegaan als wilde maiïrîcrî, en eerst in den nacht van dins-dag tôt woerisùag loatstleden zijn zij opgekraamd, en zijn wij weer meester geworden in ons eigen huis. Ondanks dit ailes zijn wij er God dank, in gelukt de eerste en grootst j moeilijk-heden te overwinnen en heden reeds te verschiinen. Met't hoofd recht,met zuivere handen en rein geweten,herbeginnen wij nu onze taak.Van hedenaf,verschijnt 't «Nieuws van den Dag» weder, kleiner, en ook duurJer dan voorheen ; eilaas ! de tijden zijn nog bang, en ailes is vertiendubbeld of vertwintigdubbeld van prijs. Maar het zal niet altijd zôô blijven; maar het « Ni:uws van den Dag » is en blijft vrij; het spreekt vrij en zal altijd vrij blijven. Moeten wij erbij voegen dat « Het Nieuws van den Dag » zijnen aard niet veranderd heeft ? « Katholiek in ailes en voor ailes » is altijd onze leus geweest : zoo is het nog. En juist daarom zijn wij ook en blijven wij vaderlandslievend toi in het diepste der ziel, koningsgezind tôt in het merg der beenderen, en vlaamsch-gezind uit al de kracht van ons hert. Gelukkig nu, maar ook diep ontroerd, groet'enwij onzelezers, waarvaner toch zoo velen ijselijk geleden hebben onder het jarenlange oorlogswee. De wonden door den oorlog geslagen zullen wij helpen Ienigen ; de zedelijke en stoffelijke heropbeuring van ons volk zullen wij, met al de krachten onzer ziel behartigen; onverpoosd zullen wij wer-ken opdat de nieuwe wegen leiden zouden naar eene gelukkige toékomst, welke ons spoedig terugschenken moet hetgene ons Vaderland voor den wereldbrand zoo ruimschoots bezat: de welvaart ! En nu vooruit, onder Gods hoede en zegcii l i DE ZEGETOCHT DE VLAANDEREN GEKUISCH1 Te Brugge. Heeft de vreemde overheersching in België 011-v.n-hoopt en ongewenseht lang goduurd, de aftoehf van den vijana was dan ook, eenmaal begonnefi, zoo snel als het maar immers mogelijk was. De aankomst van koning Albert aan het hoofd zijner dappere troepen in de aloude goede stad Brugge, was dan ook eene historische gebeurtenis welke een onvergetelijken indruk zal nalaten. Hel zicht van onzen geliefden Vorst, van onze lieldêii-scharen, deed in een oogwenk bij de Bruggelingen den ruim vierjarigen rampspoed vergeten. « Hcil den Koning ! lleil onze helden ! » zoo klonken de geestdriftige kreten door de bevrijde stad. De bor-sten zwoegden van fierheid ; lijden en ontbcring hadden als bij toovjrslag de plaats geruimd vooi eene vaderlandslievende vreugde welke als eene onuitputbare bron uit al de barten opwelde De vaderlandsche gezangen klonken heinde en verre, onze troepen werden verlroeteld als koningskiij-deren en, waar de toékomst daags te voren nog zoo zwart sçheen, was nu ineens de hoop, de onwrikbare hoop in Belgies gelukkige lotsbestem-ming ijzersterlc vastgeankerd. « Het daget in fiel Oosten ! » Overal wapperden de nationale vlagger alsook die van onze kranige verbondenen. De militaire muzieken speelden; groot en klein, jong en oud, was te been enjoelde en jubelde den Koning en zijne knap afgeborstelde legioenen ter eere ! En 't was met reden want, om te Brugge te kunnen toekomen, had het belgisch leger een overmachtigen vijand voort te dnjven. Luistert liever : de 38° afdceling van de landweer; de 3" afdeeling van het 16* legerkorps; eene afdeeling van het 3f>' reservekorps ;-eene afdeeling van de vroegere Jcei-zerlijke wacht, en een groot getal troepen \an ele S' beiersche legérafdeeling. Er waren ailes bijeen aah; afdeelingen linietroepen en daarbij nog acht anderc afdeelingen van het i' legerkorps van generaal von Arnim. Dat ailes-werd door onze dappere regimen-ten vooruitgedreven met groote schade en schand-: voor den tôt dan toe zoo oppermachtigen vijand. De kaart was gekeerd ; de achtervolgden van vroeg-ei waren nu zelf achtervolgers geworden en ze gingen er met den rauwen maar ook met den haastigen borstel over. °t Was nocbtans geen gemakkelijk werk ; immers, overal moest men om zoo te zeggen nesten van mitraljeuzen uitbranden. En toch ging ailes op rolletjes ; de vijand week stelselmâtig, zeker, voor do onweerstaanbare dapperheid onzer Belgen. Dra werd het gros van het vijandelijk leger doorgebroken, de benden neergesabeld, verstrooid of gevangen genomen en, den sabel in de vuist,'Vtoqg onze ruiterij, aan het hoofd van ons leger, naar het Beloofde land. God zij lof! Onmiddellijk vergaderde de gemeenteraad vail Brugge, onder het voorzittersehap van M. graai Visart (le Bocarmé, den eerbiedweerdigen 82jarig.en burgemeester, door de Duitschers afgesteld, th'ms opnieuw met eere aan het hoofd zijner medeburgers geplaatst. Eene grootsehe ovatie viel den kranigen grijsaard te beurt. 's Zondags was het eene roerende plechtigheid iii St. Salvatorskerk, waar het aangrijpend « ïc Deum » ten Ilooge klonk, als dank en hulde aan God, dieglansrijk getoond heeftdathij niet aan de zij de was van woeste horden, maar wel op den kant der verdedigers - van rechtveerdigheid en menschlievendheid. Z. M. de Koning, II M. Koningin Elisabeth, îd haar wit kleed van ziekendienster, en Z. K. II. prins Leopold verschenen op de puie van het stad-huis onder een gejubel, weîk door het machtigsd orkaan niet zou kunnen overweldigd worden.. Dg vrouwen weenden van blijde ontroering en omhels-den elkaar in eene opwelling van gre'nzeloozq vreugde. Onze Vorsten waren ten zeerste ontroerd door al die blijken van liefde en toegenegenheid. De Koning sprak tôt de menschenzee en zwoer al zijne krachten te zullen veil hebben voor de herwording van ons innig dierbaar Belgenland. Z. M. deed aanstoads een onderzoek instellen naar de hoeveelheid levensmiddelen in de stad yoorhanden. Hij beloofde dat er weldra voile scheepsladingen voedsel langs de haven van Oost-ende zouden binnen komen. Ook drukte Z. M. den wensch uit dat het werk weldra overal zou herno-men worden. Kort nadien vertiok de koninklijke familie per automobiel naar Oostende, onder een onbeschrijf-lijken donder van toejuichingen. Denzelfden dag nog toog het belgisch leger naar Heyst, waar de ontvangst niet m'nder glansrijk was dan te Brugge. Eh zoo werd de zegetocht door het lieroverd land voortgezet. Te Gent Maandag 12 november, in den voormiddag, heeft koning Albert zijne zegevierende intrede gedaan in de Arteveldestad; Gent was in vollen feesttooi; de menigte was als uitgelaten van vreugde en « KIokke Roeland » verkondigde, wijd en zijd de groote gebeurtenis. De' intocht gebeurde orid'er een olimogelijk ta beSchrijven geestdrift. Ten 10 ure kwam de koninklijke auto aan het « Staalcske. « De'koning, in uniform van oppergeneraal, werd verwelkomd door laitenant-generaal Gillain, overste van den opper-lcgerstaf, de generaals I)e-lobbe en Maglinse, den luite-nant-generaal Bern-heim, de generaals Drubbel en Arnould. De lransche generaals De Goutte en Rocquc, en generaal Jungbluth, Etafofficier Zijner Majesteit, maakten decl uit van het koninklijk gevolg. De koningin vergezelde haren Doorluchtigen Gemaal. Haar werden prachtige bloemen aange, boden. Het was de gouverneur van Oost-VIaanderen die, in korte en ontroerde bewoordingen, Hunne Majes-teifen welkom wenschte. Het was te paard dat Hunne Majesteiten en prins Lêopol'tl htinne intrede in do aloude vlaamsche stede deden. Rond het middaguur kwam de indrukwekkendi! stoet op den Koutor warr de helft van de 11° leger-afdeeling, ongeveer 0000 man, alsook het ï régiment lanciers in gelid stonden v^or den optoch! geroed. Deze optocht duurde cens uur lang, de krijgs-muziek werd letterlijk overheerscht door de ovatia die onze dappere jongens te beurt viel De volkshulde aan de Koninklijke familie ge« bracht oyertrof ailes wat men zich maar inh^'l-den kon. Ten stadhuïze werden Hunne Majesteiten cil Z;jne Koninklijke Hoogheid verwelkomd dool M. den schepene Anseele, omringddoor al de leden van het kollege,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het nieuws van den dag behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Brussel van 1885 tot 1965.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes