Het tooneel

680 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 24 Maart. Het tooneel. Geraadpleegd op 26 juni 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/9882j6929g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 2e Jaargang Nr 28 — 24 Maart 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem Willem 'Royaards Koninklijke JVederlandsche Schouwburg De Onbekende Vrouw Bisson die veel succès bekwam met zijn vaudevilles en voornamelijk met «Les Surprises du Divorce» moet op zekeren dag gemeend hebben dat hij nog voor ander dramatisch werk in de wieg gelegd was... Hij was misschien ook van gedachte dat het blijspel een minderwaardig genre is en besloot dus de proef eens te wagen met een drama. En zoo kwam hij hoogstwaar-schijnlijk van «La Femme X» in de kraam, aïs het ons toegelaten is zoo'n kolossaal ge-waagde figuur te gebruiken. Door dit produkt van zijn brein verrijk-te de Fransche dramatische literatuur met een «dra&k» van groote afmetingen. «De Oi bekende Vrouw» is een melodrama in de kwaadste beteekenis van het woord. Be-proef over den inhoud niet te redetwisten, noch de strekkins; te ontleden, want dat is beslist onmogelijk. Men moet maar zonder het minste bewijs al de toestanden en ver-wikkelingen aannemen die de auteur met den meesten ongegeneerden durf ten tooneel e brcngt. En als de toeschouwer goedgunstig ge-noeg gestemd is om abstractie te maken van aile redeneering of gefilozofeer, ja, dan is er met «De Onbekende Vrouw» wel te genieten. Dat doen dan ook vele gewone bezoekers de "'oede klanten van de schouwburgen. «De Onbekende Vrouw» heeft het vooral gemunt op de traanklieren. Die worden zonder ophouden geprikkeld en de menschen in de zaal zuchten en weenen om er waar-lijk compassie mee te krijgen. Misschien gaan ze minder ongelukkig te werk als een hunner naaste verwanten eei? ongeluk overkomt. Wij schreven het reeds vroeger: het ro-mantische,het melodramatische heeft steeds, en dat zal wel altijd het geval zijn, eene eigenaardice bekoring uitoefenen op het gemoed van een overgroot deel onzer me-demenschen.Wat wilt ge?.v Er zijn teerhartige zie-len die het weenen nader staat dan het la-chen. Van de honderd menschen zijn er ne-gentig en meer die met «plezier» spreken over dooro-estane ziekten en nooden en die parmentelijk genieten bij de herinnering... Is het misschien omdat het leven voor de meeste stervelingen verre van plezierig is ? Wie weet? Wat er ook van zij, een «draakje» geeft heel dikwijls aan een groot acteur of actrice de gelegenheid de voile maat te ge-ven van hun talent. Hoor eens wat Mevr. Mann-Bouwmees-ter zei bij de aanvaarding van haar profes-soraat aan de Tooneelschool te Amsterdam:«Ik stel me zoo voor, m i j n genre, dat, wat mij het naast aan het hart ligt, den leerlingen in te prenten. Ik zal trachten te werken met mijn leerlingen op eene wijze welke hen allen zal bevredigen, zoodat van geen achteruitstelling sprake kan zijn; allen zal een kansje gegeven worden om te i'oonen, of de kern van tooneelspeler oi tooneelspeelster in hen zit; zij zullen streng aan deh tand worden gevoeld om na te gaan of er in de toekomst van hen iets ge-schikts terecht zal komen. «Maar de oude school, de Romantiek, wensch ik niet uit te schakelen. Als ze die kennen, dan zijn ze geschikt voor ailes!--. Laat den leerlingen flink, breed spel doen; laat hen daarnaast het moderne werk ver-richten, dan zullen ze in de toekomst kun-nen spelen het sobere werk m«t d«n tril- lenden ondergrond, met het expressieve van gelaat, met warme kleur in hun stem; dan zal hun stem bruisen onder een waasje van ingetogenh eid.» Ziedaar het gezond oordeel van de groote tooneelspeelster! Van on;,en besten Nederlandschen dra-maturg; Herman Heijermans, tevens directeur en regisseur, dient voorzeker vermel-ding gemaakt om het frappante der uit-spraak van zijn advies aan heer Balthazar Verhagen, bestuurder der Tooneelschool, den leerlingen het breede spel der «draken» niet te onthouden. Wij zeiden hooger dat we niet wilden of konden redeneeren over inhoud en strek-king van «De Onbekende Vrouw»... Toch svenschen we hier wel een zonderlinge ai wijking te doen uitschijnen in den gewonen gang van het melodrama: waar in de over-groote meerderheid der «draakjes» de deugd beloond en het bedrijf van het kwade ge-straft wordt, zien we hier integendeel den echtgenoot, den man van eer en deugd en plichtsbetrachting in een zeer slecht Iicht gesteld, beladen met al de zonden van Israël, terwijl de vrouw, die roan en kind ver-liet om haar minnaar te volgen om na diens dood door haar man heel terecht en gewet-tigd de deur te worden gewezen en later nog aan lager en vuiler wal te geraken, het aureool krijgen van het martelaarschap. Hoe zonden de meeste toeschouwers die daar zaten te weenen alsof ze het grootste leed van de wereld te onderstaan hadden, in het gewone leven wel denken over zoo'n gevallene die gewoonlijk meer medelijden opwekt bij de mannen dan bij de vrouwen ? * * * De eerste vertooning had buiteng'ewoon veel volk uitgelokt. De opvoering echter was heel verre van bevredigend. Nog zelden werd er zoo slecht gespeeld als verleden Zaterdag. We vragen of er nog gerepeteerd wordt en als dat wel het geval is, wat er dan op de repetities gedaan wordt? Is de regie onbevoegd of onmachtig of weet zij geen eerbied af te dwingen of mankeert zij het onontbeerlij-ke prestige ? De insceneering liet veel te wenschen over en vooral het uiterlijke van het bedrijf in de gerechtszaal miste allen ernst en #ok aile waardigheid. Het was effenaf de kari-katuur van een assisenhof! Mevr. Dilis was zoo ongelukkig geplaatst dat drie kwaart van de toeschouwers van de benedenplaatsen haar niet konden zien toen Cauwenberg haar verdediging voor-droeg en moesten dus haar prachtige, diep-sehckkende mimiek totaal missen. — Heer Gorlé moet' zich achter den rug van den voorzitter ook fel geamuseerd hebben. Onze lezers weten bij ondervinding dat we geen vitters zijn en heel veel door de vingers zien, maar zooals het verleden Za-tardag toeging is het waarachtig God ge-klaagd.* * * Heel het gewicht van het stuk wordt ge-dragen door Mevr. Dilis. Zij heeft het over-weldigend schoon gedaan. Alvorens echter over de vertolking verder te spreken willen we hier neerschrijven wat de gekende Nederlandsche tooneelre-censent en tooneelschrijver Dr Walch o.m. schreef over Mevr. Van der Horst in de roi van Jacqueline, «De Onbekende Vrouw», — door haar verleden jaar uitgebeeld te Amsterdam, teen zij deel uitmaakte van het gezelschap «H«t Nectorlandsch Tooneel» : — «Dit is de tooneelspeelster die in Nederland het huivering- en ontzagwekkendst het tra-gische kan doen voelen; want van allen heeft zij hare kunst het hoogst opgevoerd, het gevoel dat zij te vertolken heeft vrij-makend van persoonlijke eigenaardigheid-jes, het alleen voedend met de innigste krachten van haar hart. Ik houd niet van bewondering die haar kracht zoekt in het neerhalen van anderen; dat Mevr. Mann in hetzelfde genre ook prachtige dingen heeft gedaan, vergeet ik niet bij deze appreciatie; en ik houd in mij al mijn waardeering voor die geheel an-dersoortige, die mystérieuse kunst van Til-ly Lus; voor de helaas met-der-tijd wat verstrekkende, toch majesteitelijke treur-speelkunst van Alida Tartaud; voor de kin-derlijke gratie van Enny Vrede; — doch als 't mooiste wat er op 't oogenblik te zien is, raad ik mijn lezers aan: gaat naar «La Femme X», dat godvergeten akelige stuk, verkwikt u bij 't aanzien van het belache-lijke gebeuren van het stuk, verkwikt u door 't spel van Mevr. Van der Horst-van der Lugt Melsert, dat u aile belachelijkheid zal doen vergeten». En verder: _ « In 't eerste bedrijf houdt de actrice zich nog in; alleen 'n enkele felle kreet geeft uiting aan haar smartelijke veront-waardiging en wanhoop, wanneer haar man weigert, haar, de gevallene, bij het zieke kind toe te laten. Maar het groote spel be-gint in II. Haar verwording, haar ziekelij-ke uittering, haar levensmatheid, haar gul-zig_- klauwend grijpen naar de flesch met absinth, die de leedvergeten bedwelming inhoudt; haar de - kaart - leggen, haar ge-waarworden van den nabijen dood — in berusting en halve dronkenschap — ; het is ailes prachtig! Maar grandioos wordt het in de voor-laatste acte, wanneer het doffe, vastbera-den zwijgen plots breekt bij 't hooren van den naam van haar verdediger. Dan geeft ze 'n gil die door ailes heengaat; dan speelt ze op navrante wijze de gruwbare sensaties van vreugd over 't weerzien van haar zoon en over de zoo ware verontschuldîgingen die hij, om zijn kliënt te verdedigen, vindt; de sensatie die ze, om zijnentwille toch weer bedwingen wil, omdat hij niet weten mag wie ze is... En, het hoofd weghoudend, laat ze ons alleen 'n zegenend en wringend handenspel zien, dat van uit de bank der beschuldigden krampt boven het hoofd van den advokaat... Als dan de vader van haar zoon in berouw haar heeft herkend, dan komt de stervensscène: het doodgaan van de door ether-misbruik verwoeste vrouw, die zoo hevige emoties niet meer doorstaan kan. Dat sterven is een wonder. Het is phy-sisch volkomen juist; dat hikkend bezwij-lcen, het geeft al 't eigenaardige van den onderg-ang van een etheromaan; — en Mev. van der Horst heeft dit u i t s 1 u i t e n d doorintuitie zoo gevonden. Is dat niet wonderbaar, dat van de stervende personnage het gezicht invalt als bij een mensch uit wien eigenlijk het leven wegtrekt ? ? Als er eens iemand ten onzen 'n psycho-logischen tooneelspelersroman mocht schrij-ven, 'n HellandsGhe «Faustin», laat hij dan eens intuities voelbaar maken als die welke deze groote actrice bezielen.» Wie de vertoonig heeft bijgewoond moet bekennen, rechtzinnig, welgemeend, dat de-zelfde lof mag gemaakt worden van het mooie, diep - doorvoelde spel van Mevr. Di-lis-Beersmans. In haar stem hoorden wij de schoone, diepe, doordringende klanken van haar onvergetelijke moeder, de groote Catharina Beersmans. Geen overdrijvingen, geen onbedaarlijke jacht op effekt, geen melodramatisch gehuil in dit melodrama, maar de juiste, artistieke soberheid en den gewenschten eenvoud. Haar angstkreet in het eerste bedrijf ging door merg en been, haar onuitsprekelijke smart, haar moeder-liefde en trots, in de gerechtszaal, gaf zij weer met een sobere diep-schokkende mimiek en door een overheerlijk oogenspel, en haar afsterven met het voelen naar het gefolterde, dood-zieke hart en het invallen der wangen, was een beeld van de realiteit zooals alleen groote kunstenaars dit vermo-gen te geven. De bloemen waarmede zij gehuldigd werd gepaard bij de machtige ovatie na het vier-de bedrijf, moet wel een zoete — en zeer verdier.de — belooning geweest zijn voor al de moeite die zij zich gegeven heeft bij de instudeering van haar zware roi. Heer Gorlé scheen in het begin minder zeker van zijn stuk, maar kwam toch op dreef. Hij had voorzeker goede momenten, alhoewel hij soms wel wat al te huilerig te werk ging en zijn spel niet vrij te pleiten was van oppervlakkigheid. Als de zoon viel Cauwenberg voorzeker wel te prijzen. Met vuur en talent droeg hij zijn pleidooi voor. Spijtig maar dat een l>aar haperingen, wel aan een jong advo-caat, maar niet aan een geroutineerd acteur te pardonneeren zijn. Heer Ruysbroeck had de roi te vervullen van den «raisonneur». Wat hij echter daar-van gemaakt heeft gaat aile gedacht te boven. Op sommige oogenblikken wist hij niet meer wat hij te vertellen had en was het een gebroddel om den kalmsten mensch uit zijn vel te doen springen. Zoo ergerlijk had hij het nooit te voren gedaan. De al-lereerste vereischte die aan ieder acteur raoet gesteld worden is toch wel dat hij zijne roi kenne, het aangeboren talent zorgt natuurlijk voor de rest. Een tooneelspeler die versmaadt de woorden van buiten te leeren geeft blijken van verregaande onge-geneerdheid tegenover het publiek. Heer Piet Janssens was al niet veel be-ter. Zijn uiterste best deed hij om op te vangen wat de souffleur hem opdreunde en toch wilde het maar niet vlotten. In het derde bedrijf werd het zelfs zoo erg dat een afkeurend gemompel in de zaal opging wat nog hoogst zelden in den Nederlandschen Schouwburg voorviel. Daarbij vond hij dan nog gelegenheid om van zijn roi een karikatuur te maken. 't Was bedroe-vend.Heer Louis Bertrijn was in zijn kleine roi heel goed. Van dien gewetensvollen acteur kan men gelukkiglijk altijd hetzelfde zeggen: hij betracht steeds de perfectie. De tweede- plansrollen werden vertolkt door de heeren Van Thillo, heel goed als dokter, Angenot, buitengewoon als hand-langer van Perissart, in houding en uiter-lijk, Van de Putte een knappe procureur-generaal, Van Gool, zeer waardig als Voorzitter van de Assisen met een zeer goede dictie, Schmitz een knecht die flink zijne roi kende, Thees als gendarme en W. Cauwenberg als griffier; zij allen kenden ten minste hun roi en deden hun best. De dames Ruysbroeck en Noterman en juffers Bertrijn en Janssens vielen te prijzen.Wat de figuratie in de assisenzaal be-trof, ach, lieve hemel, wat was dat voor een zoodje. In en om de Schouwburgen ROLVERDEELING van «Het Slachtof-fer», tooneelspel in drie bedrijven, door G. Devore, dat op Zaterdag 31 Maart en vol-gende dagen aan de beurt komt: Dorville, meesterknecht in de fabriek Baudricourt, Hr L. Bertrijn. — Baudricourt, nijveraar, Hr Ed. Gorlé. —• Roizel, Hr Ruysbroeck. -— Julien, zijn zoon, Hr Van de Putte. — Me-vrouw Baudricourt, Mevr. Dilis. — Jean-iiine, haïr dochter, Mevr. Bertrijn. — Suzanne, Mei. J. Janssens. — Françoise, Mev. Noterman — Pauline, Mevr. Thees. — Een bediende. Hr Van Gool. — DAARNA : «Zieleketens», tooneelspel in een bedrijf, door Nestor de Tière. — Verdeeling. •— Baas Coene, Hr Piet Janssens. — Anna, zijn vrouv, Mevr. Ruysbroeck. —- Pol Wou-ters, Hr G. Cauwenberg. — Martha, zijne vrouw, Mej. J. Janssens. — Jantje, hun kind, jonge juffer Van den Baen. — Ivo, knecht, Hr J. Schmitz. VERWACHT : «De Rechte Lijn», tooneelspel in drie bedrijven, door Fabricius. WI.T ONTVANGEN volgend schrijven : Als trouwe bezoekers van het Kon. Ned. Tooneel, verzoeken wij U, Heer Hoofdop-steller, om eene kleine plaats in uw veel-gelezen blad. Reeds geruimen tijd trachten wij ons te voorzien van plaatsbewijzen van af den Woensdag voor de Zondag-avondvertoonin-gen, en toi hiertoe is het ons niet gelukt in het locatiebureel rechtstreeks de ver-langde plaatsen te bekomen. Niettengen-staande wij reeds ten 9 uren voormiddag onze beurt verbeiden, om eindelijk aan het winket te vernemen dat de verlangde plaatsbewijzen niet meer voorhanden zijn. Moeten wij soms in een der omliggen-de koffiebuizen, lijkt het ons toe, de verlangde plaatsen bespreken ? Eenige inlich-tingen detaangaande zouden ons zeer wel-k >m zijn. Met dank voor opname. Trouwe tooneelbezoekers. M A AN DAG a.s. 26 Maart gaat de «Lus-tige Weduwe» in de «Scala» voor de laat-ste m a al, 'S A N D E R D A A G S wordt «De Maskot-te» hernomen. De verdeeling vindt men verder in het blad. NA «DE MASKOTTE» komt hoogst-waarschijnlijk een operette aan de beurt, die nog niet te Antwerpen werd vertoond. Toekomende week meer daarover. 1N^ DE «SCALA». — De heeren Frans Condès en Victor Neutgens, de sympathieke bestuurders van het zomerseizoen in de «Scala», hebben het volledig orkest, inbe-grepen den flinken en bekwamen dirigent heer Van Haverberghe, dat dezen winter in de zaal der Anneessensstraat zoozeer geap-precieerd werd, aangeworven. Die nieuwe aanwinst is voorzeker een troef van belang in het spel der twee bestuurders. Wij mee-nen dat de nieuwe onderneming- op ern-stige gror.den is gevestigd en een groot succès te gemoet gaat. Willem Royaards Geboren 21 Januari 1867 te Amsterdam. Bij gelegenheid der 50e verjaring van dezen grooten Nederlandschen artist denken wij het gepast zijne biographie mede te deelen: Met ware geestes-grootte, met een zijn levensloop duidelijk merkbaar «heroisme» is deze kunstenaar op den moeilijken weg, dien hij zich banen moest, voortgeschreden, niet terugschrikkende voor hetgeen anderen onoverkomelijk zou hebben geschenen; en dat hij ten slotte, zooals men dat noemt, «gezegevierd» heeft, dat heeft hij aan de zeer bijzonder eigenschappen van zijn tem-peramentvolle kunstenaarsnatuur te dan-ken gehad. Geheel zijn loopbaan is gewijd geweest aan de renovatie van het Tooneel. Met moeite drong hij zich voorwaarts, zooals dat heet, hij «ging door het kreupelhout tôt den troon». Vooraan stond hij, toen de eerste stappen werden gedaan om het Ne-derlandsch tooneel van de oude drama's los te krijgen en het voort te dringen in de richting der nieuwere literatuur — wat veel moeite gekost heeft — hij streed voor nieuwere en juistere begrippen aangaande de techniek der tooneelspelkunst, hij was de jongeren in spel en dictie een leerzaam voorbeeld. Ook bracht hij een omwenteling op het gebied van décors en monteering. Maar meer nog. Door zijn enthousiaste liefde voor onze schoone moedertaal, door zijn waardeering van onze beste dichters, vooral die der lr/e eeuw, bracht hij ons dezen nader. Dat hij de generatie van nu door zijn voordrachten heeft leeren genieten van de schoonheid van Vondel's verzen, zal nim- nicr vergeten worden. De voordracht van Vondel's Geboortekloek luidde dit §treven in, en meesterlijk heeft Royaards de kroon op dit werk gezet, door de opvoering van «Adam in Ballingschap» of Aller treurspe-len, waar hij muzielc, schilderkunst en danskunst met tooneelspeelkunst vereenig-de en aldus de schoonheid van Vondel's poë-zie op zoo grootsche, indrukwekkende wijze heeft laten genieten. Dan de Abele-spelen, welke hij uit hun doodslaap wekte en zoo wonder-heerlijk ten tooneele bracht! Ook was het Royaards, die, met Verka-de, Shaw bij ons populair maakte. In 1887 kwam Royaards bij het Tooneel, nadat hij aanvankelijk opgeleid was voor de marine. Korten tijd bezocht hij de Am-terdamsche Tooneelschool, waar hij het geluk had de aandacht van Mevr. Stoetz te trekken. Hetzelfde jaar bracht hem zijn eerste engagement. Dat was bij het gezel-schap van Charles de la Mar in het kleine, nu niet meer bestaande «Tivoli-theater» in de Nés te Amsterdam. Van toen af is Royaards bij voortduring op de planken gebleven. Alleen moest hij noodgedwongen nog eenmaal het emplooi van reiziger bekleeden (bij de firma Rob-bers te Amsterdam) om in zijn onderhoud te voorzien. Doch maar kort duurde zulks. Royaards keerde tôt het tooneel terug, was nu eens aan dit, dan weer aan dat gezelschap ver-bonden, totdat hij door een schoone creatie van dokter Rank in Ibsen's «Nora» voor-goed de aandacht op hem vestigde. De jaren van erkenning braken aan. Tôt viermaal toe was Royaards nu ver-bonden aan het Kon. Nederl. Tooneel, ook gaf hij eenige maanden lang gastspelen in Duitschland (te Berlijn, Dresden en te Leipzig) en ook te St. Petersburg. _ _Ten einde het Engelsche Tooneel van na-bij te leeren kennen, reisde hij zeven maanden achtereen door Engeland, Schotland en Ierland, een karakterrolletje vervullende in een musical-comedy, de bekende «Belle of New-York». Daarna kwam en jaren van uit-sluitend voordrachten, een verblijf van ruim twee jaren in Duitschland, te Berlijn, een jaar engagement aan het Deutsches theater onder directie van Max Reinhardt en in den zomer van 1907 keerde Royaards voor goed naar Holland terug. Het Tooneel werd opgericht in den zomer van 1908 dank zij de bemoeiingen van de vereeniging «Elckerlyc» (die ontstaan was als een gevolg der opvoeringen van het middeleeuwsche morahteitspel Elckerlyc) en den daad-werkelijken steun van M. P. J. van Wijngaarden. Een serie schitterende voorstellingen volgden elkaar in den loop der jaren op... Vondel, Shaw, Beaumarchais, Hooft, Gorki, Ibsen, de Musset, Shakespeare, Sandeau zijn onder de auteurs die aan het woord kwamen! Het streven was in de vertooningen van oude zoowel als van nieuwe stukken, het in de meeste Hollandsche tooneelvoorstel-lingen hopeloos verloren geraakte stijlbe-grip terug te brengen en m het met enkele remonteeringen van reeds vaak hier te lande vertoonde stukken behaalde resultaat eener serie voorstellingen is wel het bewijs geleverd dat dit ook inderdaad gelukt is. Ook de zomerspelen te Bergen (N.-H.), openluchtvoorstellingen in ons weinig gast-vrije klimaat, zijn een blijvend succès ge-word'en.Het vele schoone dat hij gebracht heeft, het baanbrekend werk dat hij verrichte, doet hem aanspraak maken op ons aller dankbaarheid en erkentelijkheid.Dit mogen allen, die iets gevoelen voor den bescha-venden invloed, welke er van het tooneel uitgaat, de macht, die het op onze maat-schappij uitoefent, zich herinneren. Begin 1912 vierde Willem Royaards zijn 25-jarig kunstenaarsjubileum, afwisselend in de rollen van Marquis de la Seiglière of van Mark Violier, het stuk van Willem Schiirmann dat een reuzensucces had en binnen korten tijd 100 opvoeringen beleef-de.Ook te Antwerpen is Royaards geen onbekende. Meermaals trad hij hier op, o. m. met «Adam in Ballingschap» met G. Cau-wenberg_ in de roi van Adam. En wij mogen hem dankbaar zijn voor de bereidwilligheid waarmede hij meerdere Antwerpsche artisten in dezen ongelukki-gen tijd in zijn gezelschap opnam en die onder zijn directie en regie veel zullen ge-leerd hebben: Mevrouwen Verstraete en Janssens en de heeren Laroche, Verstraete, Van Rijn en Gobau. Het Gemoedelijk Leven DE BESCHAMING. Vreemd te moede, hij meende in de verte een zonderlinge muziek te hooren, trok Brasem naar huis. Hij trippelde op korte beentjes, hield zijn deursleutel gereed,had zijn hoofd, zijn rood bol hoofd weggedoken tusschen de hooge schouders. Brasem had tôt na middernacht aan de kletstafel gezeten in de estaminet «Het Floeren Gaatje», had er stevig gedronken en luidruchtig gewauweld. In huis, op den trap en in zijn slaapka-mer hoorde hij nog maar steeds de muziek. Zijn bed stond onder hem te wiegen en te deinen. Zoo sliep hij zuchtend in. Hij kon niet lang geslapen hebben toen hij gewekt werd. De magere onderpastoor zijner parochie stond voor zijn bed. —- Sta op, Brasem. — 't Is nog te vroeg, kreunde hij. — Sta op. wij gaan naar Rome. — Naar Rome?-.. Wat zal ik naar Rome gaan doen? •—- Men verwacht u--- — Ik kan niet.Ik moet morgen om negen uur op het Stadhuis zijn..- ik moet op tijd komen en teekenen op de horlogie... — Vaag daar uw botten aan! — Gemakkelijk te zaçgen, maar dan heb

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes