Het tooneel

1268 0
16 november 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 16 November. Het tooneel. Geraadpleegd op 09 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/9k45q4sj19/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 4e Jaargang Nr 10 — 16 November 1918 I Beheer en Redactie : Handelslei, 139, Antwerpen 20 Centiem Kon. Ned. Schouwburf Aan Flarden Top Naeff — in werkelij kheid Mevr. Antoinette Van Rhyn-Naeff, haar man is Dr W}. H. Vai Rhyn — is van 't begin af eene sympathieke ver schijning geweest in het wereldje der Nederland 6che letterkundigen. In 1878 geboren, gaf zij reed in 1894, dus op z'estienjarigen leef'tijd, eene novell in « Elsevier's Gei'llustreerd Maandschrift ». Il 1897 werd van haar opgevoerd, door het Botter damsch Gezelschap (directie Le Gras en Haspels « De Genadeslag » en in 1900 verscheen haar eerst' werk van beteekenis : « School-Idyllen », dat meer dere drukken mocht beleven. Het volgend jaa kwamen van de pers : « Tweelingen » en het geken< tooneelspel : « Aan Flarden ». En nadien sclireef zi maar aldoor romans en novellen, waartusschei « De Dochter » en « Voor de Poort », twee merk waardige werken. Behoort «Voor de Poort» mis schien wel wat tôt de decadentenliteratuur, is he wel wat uitgesponnen, van « De Dochter » mogei we gerust zeggen, dat het een van de 6choonst< produkten is van eigen bodeni, een der mooist< uitingen van onze eigen, opbloeiende literatuur eenvoudig van opzet en uitwerking, maar diep aan en ingrijpend van groot menschelijk gevoel ei zielsuitbeelding. Er vzijn weinig romans sedert di laatste 25 jaren in onze taal versehenen die wer kelijk die sehoone hoogte bereikt hebben, zoi prachtig mooi naar vorm en inhoud, als dat werl van sobere zeggingskracht en intens, psychologiscl leven. Het gegeven van « De Dochter » zou bij eene ge wone schrijfster aanleiding gegeven hebben to zoetsappige sentimentaliteit en huilerig medelij den met de ongelukkige dochter. In 1903 schreef Frans Netscher reeds over haar «-Wat we bovendien, ook in dezen bundel (« Ii Mineur») eene bekoring en een verdienste vindei is, dat eveiials haar eerste werk, deze sehetsen zicl kenmerkeu door «zuiverheid van sentiment». Ner gens heeft zij het gevoel er bovenop of tegenaai gelegd ; zij detoneeren niet door noten van valschi sentimentaliteit; het gevoel, de emotia, die zij op wekken, komen geheel uit de waarheid der senti menten voort, uit de natuurlijkheid der situaties nit de reinheid van het eigen gevoel der schrijfste: zelf, en ook uit de knapheid der psychologischi analyse der verschillende gemoedslevens en hui moeilijkheden, waarmee Mej. Naeff zoo diep ii hun leed, verlangen en teleurstelling doordringt dat we wel meeleven moeten. Het is eerlijk werk, gaaf werk. En boven dit ailes uit staat de « eenvoud » vai de schrijfster, die, ja hoe zullen we 't zeggen, me een soort van wit waas, een rein bruidswaas he leven van al haar personen omgeeft, een leven vai verdriet en tegenspoed, want zij ziet het bestaai over 't algemeen een beetje van dén treurigei kant. » En verder: «De groote bekoorlijkheid van haa: werk ligt juist in de eenvoud, de zuiverheid en he realisme. » * * * « Aan Flarden » is, indien we ons niet vergissen door geen ander tooneelwerk opgevolgd. Heeft Toj Naeff de overtuiging opgedaan da,t zij voor drama tische schrijfster niet in de wieg is gelegd en wa zij te zeggen heeft, veel beter kan in den roman of novellenvorm ? Of wacht zij op betere, rijperi tijden ? 't ls best mogelijk dat zij die ook tooneelrecensiei schreef is gaan beseffen dat niet ieder letterkun dige een dramaturg is. De eischen gesteld aan der verhaaltrant zijn niet dezelfde van het tooneelge wrocht. In het drama is vooral de handeling dii op het voorplan komt, actie en nog eens actie. He drama is concentratie, dàt vooral, terwijl in dei roman toestanden van ziel en omgeving mogei nitgelegd en nader bepaald worden. De handeling, de logische handeling, mag nie: eén oogenblik vergeten worden en de karalcten moeten — in een goed drama — door die « helden: zelf geteekend worden. Weinig uitleg, het mini muni van bespiegelingen, maar zooveel te me« het logisch verloop door de handeling zelf. « Aan Flarden » nu gaat mank aan aktie. D( karakters worden ons niet vertrouwd gemaakt dooi h an actie, maar door den uitleg die zij over hur do en en laten geven. Om wat gaat het in «Aan Flarden»? De tite! beteekent: het vaneenscheuren, het verbrijzelen het vernietigen van eigen geluk en zielerust, d< on mogelij kheid van berusting in zelf gekozen si tuaties. Na twee jaren huwelijk met een goedei man, Dr Verhulst, heeft zijn vrouw het besef dal zijn niet langer met hem gehuwd kan blijven om dat zij nog altijd aan haren eersten verliefde denki die ook gehuwd is. En dat is allés. Dr Verhulst is een.dooT-en-door braaf man, da1 vernemen we reeds van af de eerste tooneelen (Wiaarom hij zijn vrouw niet bevalt, vernemen wt eerst na een tweejarig huwelijk. De reden? Is hi; niet aangenaam van uiterlijk? Bevalt zijn karak' ter niet? Is hij te onbenullig of te tyranniek? Eer doorbrenger of een vrouwengek die zijn pleziei buitenhuis zoekt? Al die vragen moeten ontken-nend beantwoord worden, want Tom is integendee] een toonbeeld van een echtgenoot : braaf, huiselijk voorkomend en verliefd op zijn vrouw tôt over dt ooren, die haar minste wenschen en verlangenf tracht te voorkomen. Maar Nini bemint hem niet omdat zij nog altijd aan haren Max denkt. Och arme! Diezelfde Mas die, zonder kikkén nocli mikken, zijn Niniken in den steek heeft gelaten om een ander meisje tf trouwen met geld, niet voor eigen voordeei, maai om zijn vader te redden die slechte zaken gemaakt h&d. Zoo'n brave jongen ! En let wel op: hij heeft nooit die reden aan iemand bekend gemaakt, zelfs niet aan ziin ver loofde, de meest geïnteresseerde. Later verneemi Nini met plezier, wat goeie jongen die Max ge> weest is. Heel liet stuk door zien we valsche toestanden en de hoofdpersonen worden ons allemaal onsym-pathisch, tôt zelfs die brave Dr Verhulst. W|ant dat is geen man meier, maar een Jan Goedzak. Nooit of nooit heeft hij ondervonden dat zijn vrouw komedie heeft gespeeld, niet éens gedurende de twee voile jaren dat zij met tegenzin in zijn gezelschap leven moest, dag aan dag en nacht na nacht! Niet om te gelooven, dat een geleerde dokter, zoo'n huichelarij niet e^n enkele maal bemerkt heeft, al durft zijn vrouw zelfs beweren dat zij zoo goed komedie weet te spelen. En van die 'tooneelknap-heid krijgen we in het tweede bedrijf een aandoen-lijk staaltje bij de omhelzing van Tom aan zijn vrouwtje, wanneer de lieve Nini haar hand langs haar mond wrijft, om het effekt van den zoen uit te wisschen. Hoe klein en weerzinwekkend. W'at kleinzielig-heid in woord, houding en gebaar ! In het heele stuk krijgen we geen enkel schoon nobel en energiek karakter te kennen. Tom is een zwakkeling, Nini evenzoo. Max idem en de vader van Nini een pantoffelheld. Alleen de moed'er van Nini schijnt een kordaat «wijf» met haar op te tan den, die heel den boel moet rechthouden. Denk eens aan : met 3000 gulden moet zij een huishouden F vap zeven persoiiien, vader en moeder eii vijf uit-' te-huwelijken dochters, op het rechte spoor liou-den. Zij gaan naar feestjes en danspartijen en die beleef'dheck-n mogen natuurlijk niet onbeantwoord blijven. Hoe die flinke moeder dat aan boord legt hadden vele huisvrouwen en nog meer do huis-} vaders, die voor de centen moeten zorgen, wel eens t met plezier vernoemen. De jongste dochter Ada, een jonge wijsneus, die de boter niet van haar brood laat halen, geeft insge-3 lijks bewijzen van energie of liever brutaliteit, j want zooals die zich aanstelt tegenover haar moe-l der krijgen we den indruk dat zij eene hoogst ver zorgde opvoeding n>oet genoten hebben. I De moraal van het stuk? Ieder moet maar zijn ? goesting doen in het leven, zonder concessies, en wie zijn acliterste brandt, moet maar op de blaren r zitten. Een levenswijsheid waarmee men het heel [ ver b:-engt in de wereld ! : Nog heel wat onlogisclie feiten zouden zijn aan J te halen van het jeugdwerk van Top Naeff, al was het maar de onbegrijpelijke houding van Tom in het laatste bedrijf, waar hij zijn vrouw bidt eu |. smeekt om toch maar te blijven en als twee vrien-l den het leven verder te bep-roeven, wat hij later j aan zijn vrouw die eerst dàt geweigerd heeft en een j kwartier later precies hetzelfde verzoek doet aan Tom, oj) haar beurt ook een negatief antwoord ' bekomt van haar man ! Bij de lezing en ook bij de ( opvoering krijgt men de ervaring dat het werk s van Top Naeff niet van oppervlakkiglieid is vrij _ te pleiten. ( Bezit «Aan Flarden» dan geen kwaliteiten? . Voorzeker en heel goede zelfs. Voor een jeugdwerk | is het heel tooneelmatig : de tooneelen volgen goed op elkander en bij elk bedrijf is er een zeer gelukt sloteffekt. Ook de dialoog is goed geschreven, vlot en in [ eenvoudige taal, waarbij we voelen dat hier men- sclien aan 't woord zijn van ons eigen ras. # # # î De zaal, niettegenstaande de zonderlinge tijden i die we beleven en ondanks de onbegrijpelijke ge-i ruc.hten van sluiting, was heel goed gevuld met - een publiek dat met veel aandacht het spel onzer i artisten gevolgd heeft. Want, spijts enkele aarzè- > lingen en een wat al te gematigd tempo, mogen we - toch zeggen dat de uitbeelding van «Aan Flarden » - heel gelukkig geweest is. Maar dat kon natuurlijk , ook n»peilijk andiers met elemenben als Mevr. Dilis- • Besrsmans en Heer G. Cauwenberg in de hoofd- > rollen. De eerste heeft al de gaven van haar schoon i talent andermaal laten bewonderen. Geen overdre-i ven pathetiek, evenmin als bij'Cauwenberg, maar . de gebaren die noodig zijn, onmisbaar mogen we wel zeggen. Haar mimiek was buitengewoon ex-pressief en haar typeering zeer goed verzorgd. i Vooral het besef van het groote kwaad dat zij ; haren braven echtgenoot aandoet en daarna de be-t rusting in het onheil dat zij zelve aangericht heeft, i was duidelijk te lezen op haar van smart bewogen i gelaat. i Hr Cauwenbe'rg's gekende artistieke soberheid kwam hier volkomen tôt haar recht. Van al zijn • gebaren was er niet eén te veel, maar ook niet eén ; te weinig. Heel het spel was bestudeerd en over- wogen en zijn gelaatsuitdrukkingen die het inner-lijk leed of woede moesten weergeven waren voor-t.reffelijk en meegelesfd. Het was een uitbeelding ' wn zeer grooten kunstenaar waardig. } W,ie het publiek door haar meesterlijk spel heeft " aangegrepen en ontroerd was voorzeker Mevr. No-t.erman. Bij open doek werd zij toegejuicht en bij het halen na het 3e bedrijf gold het applaus vooral ' de prachtige creatie van deze gewetensvolle ar-tieste. Heel dit bedrijf moet door haar gedragen worden en zij heeft dan ook de kracht daartoe op glansvolle wijze ontwikkeld. De grilligheid van de zieke vrouw, de jaloerschheid op Nini, de nieuwsgierigheid naar het verleden van haar man en zijn eerste liefde, al die gevoelens werden uit-gebeeld met een intensiteit van mimiek en een pijnlijke gejaagdheid die een rilling deed gaan door de angstig-volgende zaal. Wij complimenteeren van harte Mevr. Noterman en constateeren met genoegen dat haar vorderingen sedert de heropening van onzen schouwburg, wer-kelijk merkwaardig zijn. Eene zeer sehoone toe-komst staat haar nog te wachten. En wij gunnen haar die van harte. Mevr. Ruysbroeck was eene goede, 6tatige Mama die haar roi goed kende als naar gewoonte en het noodig relief eraan wist te geven. Heer Ruysbroeck was prachtig getypeerd, zeer gedistingeerd in zeggen en doen. Mej. Bertrijn was de guitigheid in persoon, los, soepel en btiitengewoon amusant, misschien wel wat al te veel « enfant terrible », te j ong getypeerd voor een meisje van achttien jaar die zich desnoods zal laten schaken en wel wat al te drièst jegens Holcher. Deze laatste werd uitstekend getypeerd door Hr Angenot. Heer Glieubens beviel ons rninder. Hij stond er wat al te hoekig voor : de manier van zi j n h oofd naar den zelfden kant te laten overhellen, is verre van gelukkig. De uitspraak was, zooals altijd, zeer goed verzorgd. De dames Janssens en Hens volledigden het goede ensemble. WILKO. ■ In en om de Schouwburgen Het Kindernummer Ziehier de verdeeling van het nieuwe stuk van E. W. Schmidt, « Het Kindd-nummer », waarvan de eerste opvoering plaats heeft op Zaterdag 30 November : Fleer, Hr P. Janssens; Jufvrouw Fleer, Mevr. M. Ruysbroeck; Rosine, hare dochter, Mevr. H. Bertrijn; Prof1, handelaar, inwonend bij de Fleers. Hr L. Bertrijn; Kepper, Hr Gheubens; Draggen-berg, Hr Gorlé; Sossen, Hr Van die Putte; ïoa~ chim, bestuurder der Fioren Variétés, Hr Ange-■ not; Fanny, vriendin van Rosine, Mevr. Noter-man; Marcel, viend van Kepper, Hr W. Cauwenberg; een dienstmeisje, IVIej. Neyssen; een bood- • schapper, Hr J. Robyns. Het stuk speelt hedendaags, in de woning van Fleer. * * * Daar de instudeering van «Het Kindernummer» zeetr veel zorg vraagt, kan dit stuk niet op 23 November doorgaan. Verschillende boventallige repe-tities zijn noodzakelijk. «Het Kindernummer» zal dus eerst op 30 November kunnen gespeeld worden. We gelooven dat het stuk een gr<x>ten bij val wacht. 't Is wel het oorspronkelijkste, belangwek-kendste week dat in langen tijd door een Vlaam-sclien schrijver w»?d geleverd. Het bestuur heeft gelijk daaraan de meeste zorg te besteden. Margaretha Gau.'hier Daar « Het Kindernummer » voor acht dagen wordt verschoven, wordt op Zaterdag 23 November gespeeld : « Margaretha Gauthier » van A. Dumas, met volgende veirdeeling : Armand Duval, hr Bertrijn; Vader Duval, hr Gorlé; Gaston de Rieux, hr Ruysbroeck; Saint Gaudens, hr Van de Putte; Gustaaf, hr Van Beughem; graaf de Giray, hr Angeniot; de Varville, hr G. Cauwenberg; die dokte'r, hr Van Gool; een briefbesteller, hr Thees; een bediende, hr W. Cauwenberg; Margaretha Gauthier, Mevr. H. Bertrijn; Nichette, Mej. M. Bertrijn; Prudence, Mevr. Ruysbroeck; Nanine, Mej. J. Jaivseens; Olympia, Mevr. Noterman; Arthur, hr Schmitz; Anaïs, Mevr. Hens. Don Juan Dit prachtig komisch zangspel van Mozart (2 bedrijven en zeven tafereelen) zal onmiddellijk na de herneming van « De Vliegende Hollander » in de Vlaamsche Opéra worden heropgevœrd. De rolverdeeling is als volgt: Don Juan : Hr Robert Van Aert; Leporello: Hr Caspeele; Don Otta-vio: Hr Dognies; Masetto; Hr Bernard Naurdy; De Commandeur: H-r Heirstrate; Donna Elvira: Mej. Lauwers; Donna Anna: Mej. Van Herck; Zerline: Mej. Mia Sylva. Faust Deze opéra van Charles Gounod wordt na « Don Juan » opgevoerd. Hoffman's Vertellingen O Jenbach's meesterwerk komt na « Faust » aan de beurt. Variétés Verleden Zondag, bracht de heer Villier, te midi-den der geweldige ontroering, na het eerste bedrijf van « Véronique », het Nationaal vaandel op het tooneel. Heel de zaal stond recht, menige toe-schouwer pinkte een traan weg, terwijl anderen, onder de schitterende electrische verliclitng, met hoeden en zakdoeken. wuifden, en lieve dames met bloemen wierpen. Heer Villier zong tôt driemaal toe de « Brabançonne », en daarna de « Marseillaise», op aanvraag van talrijke aanwezigen. Luid werden beide liederen door het publiek herhaaïd, waarna eindeloos, daverend haï dgeklap dreui.de. Aan de geestdrift scheen geen eiude te komen. Eene verrassing Naar wij bij het ter pers gaan vernemen bereidt H' Georges Villier eene verrassing voor aan zijne abonnenten en trouwe bezoekers. Mamzel Nitouche Deze zoo vermakelijke operette zal onmiddellijk na « De Belle van New-York » in den Hippodroom worden opgevoerd. Zij zal in Belgisclie uniformen worden gespeeld, dit zal eene attractie te me-T zijn, en wij voorzien oor deze vertooningen eene lange reeks p,roppen>svolle zalen. De soldaat van Marie De herhalingen van « De soldaat van Marie », zijn in Eden aan gang. De Kino-Koningin Na « Czardasvorstin » wordt volgens het speel plan, «De Kino-Koningin» in de Sca'la opgevoerd met Hr Eug. Devos als Biliy Halton en Hr Paul Manaul als Bobby Lopp. De Twee Wapens « Het Tooneel » van Mechelen, ondfi:' de directii van heer K. De Heyder, kondigt de opvoering aar van « De Twee Wapens ». Margaretha Gauthier Heer Belloy gaat te Mechelen, in de « Salle de! Paris», het vermaard stuk van Dumas zoon ver-j toonen. De titelrol wordt door Mevr. Dams-De Langlie vervuld. f Julius Ân'heunis Op zestigjarigen ouderdom overleed te Mechelen, heer Jules Anthennis. Hij was een gekende figuur in de tooneelweoeld; Op 20 jarigen leeftijd bekwam hij aan het Koninklijk Conservatorium te Gent, den eersten prijs met uitmuntendheid, als bary-tonzanger « en tous genres ». H if vetrok raar Brussel, en beliaalde er een tweede studiebeurs, in concurrentie met heer Ernest Van Dyck, den be-roemden W.agneirzanger. Antlieunis koos het Fransch repertorium, en was verbonden aan de schouwburgen van Rijssel, Bordeaux, Angoulème, Lyon en Parijs. Verder doorreisde hij zoowat heel Europa en Amerika. Hij keerde naar Gent terug en vertolkte er operetten en operas-comiques in het Vlaamsch. Hij had gedebuteerd onder het bestuur Fauconnier, en trad o.m. op in « De Seha-duw », « De Ivlokken van Corneville », « Dinorah », « De Dochter van den Tamboer-Majoor », « De Iva-pelmeester », «Goeden. nacht gebuur», «Jeannette's bruiloft », «De 66», «De Peer Janklaassen van Violette », enz., enz. Later vinden wij hem weer als bestuurder van den Nieuwen Cirkus te Gent. Gedurende 13 jaar verwierf lii] er, met zijn revîtes, den grootsten bijval. Onder meer schreef hij alleen of in samenwer-king : « Gent 't onderste boven », « Onder dlen draak », « Gentsche Hutsepot », « 't Is zoo laat ! », « Kijk hij kijke! », «En valt er nie mee », «Tôt niet dan naertse?», «Gent Jubilé», «Goed gevlo-gen », « XXe Siècle », « Gade ga doppe ? », « Zeg het ies?», enz. Sedert een tiental jaren leefde hij teruggetrokken te Mechelen. Tijdens den oorlog had hij zich ingelaten met de uitbating van het « Nationaal Tooneel » der Dijlestad. Op het oogenblik van zijn afsterven, vertolkte men, met veel succès zijn revue: « Zeg het ies! ». Met J. Antlieunis verdwijnt een gekende tooneelfiguur. Judas Op Zondag 8 December 1918, om 5 1/2 uur (Bel-gische Tijd), in de groote zaal van den Konink-lijken Burgerkring, Koningstraat. 6, eerste oor-spronkelijke opvoering van « Judas », het meesterwerk van Cyriel Verschaeve. Tooneelmeeste:r: Hr Henri Boex. Kaarten voor dit feest zijn te bekomen in het lokaal van het Syndikaat voor Handel en Nijver-heid van af 17 November. — Eenige prijs fr. 1.2> per genummerde plaats. — De zaal zal verwarmd zijn.. Mandolienlessen - Appelmansstraat, 26 Vlaamsche Opéra De Broici der Zee Wlijlen Paul Billiet heeft in fijn lezenswaardige en flink gedocumenteerde brochuur : « Hoe en door wie het Nederlandsch Lyrisch Tooneel en de Vlaamsche Opéra gesticht werden » op een, naar ons oor deel, afdoende manier beWezen, diat voor de laatste instelling aile eer aan den Heer Henry Fontaine tœkomt. Maar het doel der stichters zal wel niet alleen geweest zijn: opera's in ons eigen taal te doen op-voeren. Zij streefden een liooger, zuiver nationalis-tisch doel, van algemeen cultureel belang, na : het doen ontstaan van het Vlaamsch muziekdrama, zonder hetwelk de Renaissance der Vlaaûisclie toonkunst, door Benoit bewerkt, niet volledig hee-ten mocht. Om deze droomen te verwezenlijken heeft Blockx, door zijn voorbeeld en door zijn werken. veel bijgedragen. Terecht mocht Dr Maurits Sabbe in zijn artikel over «De Vlaamsche muzhk » in Vlaamsch België sedert 1830 met deze juist- I KRING " LEONIDAS " Vrijdag 22 November 1918, om 7 uur (B„T.) in "Folies Bergère" Groot KUNST-CONCERTO Mw NELLE8-VAN GEFFEN, pianiste PIET JANSSENS Leerares bij het Konink. Vlaamsch Conservatorium van den Koninklijken Nederlandschen van Antwerpen. Schouwburg (Zie rubriek Toonkunst) l waa.'deerende woorden de beteekenis van den schep-per van «De Bruid der Zee» omsclirijven: «Het is met Blockx en zijn librettist de Tière, dat het Nederlandsch zijn eerste beslissende triomfen beliaalde op het Vlaamsch Zangtooneel. » en « Het zal steeds de hoogste roem van J. Blockx blijven de voorganger geweest te zijn bij het tôt stand breugen onzer nationale Opéra. » Tweemaal is het gebeurd, dat een werk van Jan Blockx de Vlaamsche Opéra, die aan 't kwijnen was gegaan, voor ondergang behoedde. De succes-volle uitvoeringen van « De Bruid der Zee » in December 1901 deden het publiek weer in zijn eigen t zangt ooneel belang stellen . Niet onzen allereersten komponist, nocli min een evenknie van Benoit, kan Meester Jan Blockx ge-noemd worden. « Prinses Zonneschijn » van Gilson, misschien wel « Wiinternachtsdroom » van De Boeck staan muzikaal liooger dan werken als « Herbergprinses », « De Bruid der Zee », « Thyl Uilenspiegel », « Liefdelied ». Maar geen enkel onzer operakomponisten is er tôt liiertoe in geslaagd een even sterke aantrekkingskracht uit te oefenen op het publiek als Jan Blockx het vermocht, ondanks de niet altijd verkwikkelijke kritieken waar-mede sommigen ziju werken trachtten te vergui-zen. Men zal zich misschien nog wel de heftige brochures van een fictieven Dr Lieven Muyshondt herinneren: « So d'ouden songen, so piepen de Jongen ; of hoe M. Blockx Benoit nadeunt » en « So piepen die Muysen U Blockx in 't Gedrang ». Dit laatste opstel was een antwoord op een opstel van Paul Gilson, welke voor den gehekelden meester in 't krijt was getreden. Heel hoffelijk waren de sterk polemisch-getinte kritieken van den pseudo-doctor wel niet, wat niet belet, dat ze enkele, wel is waar harde, waarheden bevatten. Heel juist, ook voor de «Bruid der Zee», is deze bemerkii.g: « De volksliederen gebruiken als fondament eener muzikale ontwikkeling, kan in zekere gevallen, in handen van geniale temperamenten, tôt allerhoog-ste schoonheid leiden, zoo bijv. die onovertroffen en onvergelijkelijke ouverture van « Charlotte Cor-day », zoo « 't Lied der Vlamingen », zoo honder-deai perels uit den kunstschat van Benoit ; zoo d-e « Twee Grenadiers » van Schumann ; zoo 't werk van Smetana; zoo bij Hnmperdinck en ook bij Grieg — om slechts deze groote nameii te noemen. Maar, waar het volkslied bij die fi j nbesnaarde kunstenaars wordt tôt een element van schoonheid, bij 't bouwen van hun werk, daar is bij M. Blockx het aanwenden van volksliederen, in den vorm van « hors-d'œuvre », voor 't mterendeel noch min dan een misloopen verbloeming van eigen 011-macht. » Aan de onmacht van Blockx gelooven we nu precies niet. We laten deze bewering voor rekening van Dr Muyshondt! Er bestond enkel bij Blockx — en bij vele z.g.n. leerlingen van Benoit — een volkomen misverstand omtrent de opvattingen van den grooten Meester ove'r het volkslied als bron eener nationale muziek... De dichters hebben niet nagelaten, door het verwerken van. oude lieder-teksten in hun libretti, om die dwalingen te be-stendigen.^ De « Bruid der Zee » nogmaals bespreken zou fei-telijk nutteloos zijn. De faam welke let werk ge-niet is verdiend en, ondanks de jaren welke sedert de eerste opvoering verliepen, nog altijd stevig. Had Meester Blockx verbitterde en onheusche vijanden, hij kon ook rekenen op bewonderende sympathie. Een getuigenis daarvan is wel de niet algemeen gekende thematisclie ontleding van « De Bruid der Zee », door onzen grootsten musicoloog Florimond Van Duyse. Het ware wenschelijk dat ,over elk onzer voorname muziekdrama's dergelijlce brochures bestonden ter inwijding der belangstel-lei de leeken. Over het algemeien is Van Duyse misschien een beetje te geestdriftig en bijgevolg te weinig cri-tisch. Schaden kan dit intusschen niet. Zijn slot-woord vat zijn meeningen omtrent <le waarde van «De Bruid (1er Zee» op uitetekende wijze samen : « Dramatische stof in overvloed werd den com-Von.ist door den tooneeldichter aangeboden. Die (Iramatische toestanden heeft Jan Blockx nog in-fgrijpeuder weten te maken, door ze met frissche melodieën op te smukken, op hunne beurt met rijke harmoniën en klankvolle orchestratie gestof- ("eerd. Daar heerscht te midden der meest verscliil-ende tooneelen. het gansche werk door, de meeste enheid gepaard met de grootste verscheidenheid, lanfc zij de thema's waarop het werk berust en rf'aarmede de optredende personages elk in het bij-izonder zijn getypeerd, thema's die van het begin van het stuk tôt het cinde, onverpoosd hunnen logi-tchen loop volgen. Zucht om in harmonische klan- ken, naar de waarheid weer te, geven hoe ieder personage denkt en gevoelt, is het kenmerk van het nieuwe werk. Om zich hiervan te overtuigen vergelijke men slechts het edele, zachte karakter der reine Kerlien, dat zich reeds bij de eerste door haar uitgesproken woorden veropenbaart, met de behaagzieke, valsche inborst der driftige Djovita. Aan de eerste, de zuiver diatonische klanken; aan de tweede, de uiterst chromatische tonen, uitge-drukt met al de middelen waarover de moderne dramatisçhe harmonie en de instrumentatie van onze dagen beschikken. Waar het pas geeft, weet de oomponist de tèederste, liefelijkste kleuren aan te wenden, terwijl hij weer elders de krachtigste eu meest verheven effecten aanbrengt. Men vergelijke nog in dit opzicht, het levendige frissche koor der visschersnieisjes uit het eerste bedrijf, met den statigen zang der processie, al-lengskens als eene almaclitige hymne ten hemel stijgend. In zijn wonderbare bewerking der thema's, moge de Antwerpsche meester het spoor drukken van den grooten meester van Bayreuth, — een kunst staat niet op zichzelf : Wiagner had ook zij'ne voorgaugers ai'geluisterd — toch blijft Jan Blockx zijn eigen Vlaamschen aard getrouw. Dit hiet slotkoor van het eerste bedrijf — om ons bij deze enkele aanhaling te bepalen — waait den toe-hoorder eene geurige herinnering tegen uit de fraaiste zangen van onzen ouden, rijken liederen-schat: frissche, jeugdige, eclit Vlaamsche mélodie, en toch geen navolging, geen plajiaat; maar eigen vinding, eigen lied. » Zonder nu heelemaal met den hoog-gestemden lof van Florimond Van Duyse akkoord te gaan, blijven de meeste muziekkenners «De Bruid der Zee » als het meest volkomen van Blockx' zang-spelen beschouwen. Vooral waar volksmassa's tôt uiting komen blijkt de handigheid van den komponist. Er zijn in dit drama twee heel mooie slot-kooren: op 't einde van I en van II. Drie oude liederen zijn in de partituur verwerkt: De twee Ccninoskinderen — Het meisje van Scheveningen - o Petrus. — Heel veel nieuws bracht dit werk wel niet. Het is echte tooneelmuziek, oi:danks het oppervlakkige in de orchestratie. In het derde bedrijf is de klimming alleszins merkwaardig. Blockx, die als melodist veel sterker was dan als polyplionist, heeft in « De Bruid der Zee » een werk nagelaten, dat nog vele jaren het groote publiek van hier en elders boeien en meesleepen zal. Voor een deel draagt daartoe ook wel het sterk dramatische, soms fel bewogen en zeer uiterlijke libretto van De Tière bij. Dat het in slechte verzen geschreven werd — de auteur bekend het zelf, mee-nen we — doet niets af van de tooneelhoedandg-heden.Toen «De Bruid der Zee» in December 1901 ver- V toond werd, leidde de toondichter zelf de eerste ■ opvoering. Bij de tweede trad de Heer Lurssens als dirigent op. Steurbaut beliaalde grooten bijval als W ulf. Guduul was de kort daarop zoo ongeluk-kig omgekomen zangeres de Guevara. Mej. Van Elsacker zong Kerline. Mevr. Judels-Ivamphuyzen trad op als Djovita — een roi, die zij steeds met bijval spelen bleef. Ar ie was De Ville, Kerdee: Wauquier en Morik bleek een der beste creaties van Tokkie. Fé Derickx zorgde voor de iv gie. Spoedig daarna werd «De Bruid der Zee» te Gent gespeeld. Op 18 October 1902 ging het stuk te Brussel in den Muntschouwburg en werd geestdriftig onthaald. De rollen waren als volgt ver-deeld : Kerline: Mej. Strasy — Djovita: Mej. Pa-quot — Morik : d'Assy — Free : Dangès - W/ulf : j Bourgeois — Gudule: Mevr. Bastien. Sylvain Du- { puis dirigeerde. / Voor deze opéra, welke reeds vele malen ver-toond werd, bestaan traddties, vooral voor de rollen js? van Djovita en Morik, die jaren lang dooir de ar-tiesten, welke ze bij de eerste opvoering vertolkten, gespeeld werden. Het is derhalve met verdubbelde belangstelling, dat we deze herneniiiw met een gansch nieuwe en deels jonge rolbezOTting te ge-moet zagen. Telcst en partituur mogen al veel bedenkingeu van critischen aard in onzen gc-est wekken, bij de opvoering vallen deze bijna heelemaal weg. Het verisme door Blockx en De Tière gehuldigd, is wel degelijk geworden een uiting van ons Vlaamsche wezen dat, op kunstgebied, bij voorkeur naar het realisme nijgt. In de atmosfeer van dit drama voelen we ons thuis. Wij ademen dezelfde lucht als de menschen, wplke de dichter ons voorstelt. Wij leven mee dit Vlaamsche bestaan. De kunst, — ze moge jiu precies niet heel hoog staan — ze is uit onze ziel opgeg x>eid. ze is van ons. En wat

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes