Het tooneel

1769 0
21 september 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 21 September. Het tooneel. Geraadpleegd op 01 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sq8qb9w73p/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 4e Jaargang Nr 2 — 21 September 1918 Beheer en Redactie : Handelslei, 139, Antwerpen 15 Centiem HIPPODROOM Bestuur: Frans CONDÈS & Victor NEUTGENS «T 12 N1EUWE DECORS van J. Pierre & Lyne'n 'I Zal Kermis zijn I Antwerpsche Spektakelrevue in één voorspel en 2 bedrijven door Ed. Casteels. — Muziekbewerking van P. Verhoeven Aile avonden om 8 uur T.U. Zo n- & Feestdagen Middag-vertooning om 3 1/2 T. U. S GROOTE BMLETTEN MIA MAY, de géftende filmspeelster Belangrijk bericht Daar Het Tooneel niet meer gedrukt wordt KERKSTRAAT 13, worden de besturen van maatschappilen en andere brie$wissdaars b'eleeld en dringend ver-zocht aile mededeelingen te zenden aan het sepretaritiat van Het Tooneel, HANDELSLEI 139. Voor de aankondigin-gen zieh te wenden tôt hetzellde adres. Kon. Ned. Schouwburg STARKADD DRAMA IN VIJ F BEDRIJVEN DOOR ALFRED H EGENSCH EI DT. Er hing verleden Zaterdag bij de openingsver-tooning een heel intieme stemming in den Kon. Ned. Sch. Er ging een adem van hoop en ver-wachting door de lucht met een smachtend ver-langen naar genot en opbeuring op de slappe wee-heid van de- soezende zomermaanden. Gelukkig stràlenae gezichten, uit het oog verloren sinds verleden .sezoen, keken u glimlachend aan, en in een blij open blik van eindelijk-teruggevonden. voeldet ge een innigen band van sympathie, die dan weer de gewaarwording verwekte, of er fcus-schen de verleden sluitvertooning en dezen dag heelemaal géen langen zomer lag. Het vierde tooneelsezoen is begonnen met een prestatie, die, en we kunnen dat best aannemen, niet onverbeterlijk was, maar in ieder geval toch veel laat verhopen. Er was 110g geen prettig sa-menspel. Een veel te traag tempo verlamde dik-wijls de 6panning tusschen tooneel en publiek, en vermits daar ook juist de zwakte van het stuk ligt, hadden,onze rollen — om die kaap om te zeilen — zioh wat meer moeten in acht nemen en door een vinniger, zenuwachtiger spel die leemte moeten masl^eren. Koning Froth, de heerlijkste verschijning uit het werk, Starkadd's verheven bezieler, inkarnatie van «het goddelijk-mystieke in den mensch, de teere koningsfiguur, waarin de dichter een stuk van zijn eigen mooie zie'l heeft gelegd, vond in hr Gorlé een vertolker van eerste gehalte. Reeds tij-dens het vorig sezoen waren we in de gelegenheid de vorderingen van clezerr knappen akteur met innig genoegen opte téekenen. Niettegenstaande de hooge vereischten, die we dus mochten stellen heeft zijn spel ons nog verbaasd. Flink getypeerd, zijn woorden .onderlijnend met een sober gebaar vol majesteit, een ekspressieve mimiek. gepaard aan een beredeneerd en bestudeerd juist gebruik van zijn mooi ôrgaan, hebben we hem kunnen be-wonderen in een éénig prachtige prestatie. In het eerste bedrijf was hij roerend innig in zijn ver-ontwaardiging. In II, met de twee vrouwen, bij de bestraffing vaji Helga's lichtzinnigheid, wist hij dadelijk den juisten toon te treffen, en verviel maar geen enkel oogenblik in sentimentaliteit,wat ,een knap stukje was. Zijn slot-scène was overwel-digend. en hij heeft déze, door zijn prachtig pa-thetisch spel, tôt de aangrijpendste van heel het stuk weten te verheffen. Weinigen zouden hem nyertreffen. Hr. Cauwenberg is een ideaal verzenzegger, en bij hem ook is Hegenscheidts muziekvolle rith-miek zeker 't best tôt uiting gekomen. Door een juist begrepen spel gaf hij een tragisch beekl van den zwaklreling, die graag zou willen heersclien. doch enkel om te heerschen, en nièt om goed te doen, zooals de hartspreuk van zijn odelen vader was. In hem woekert een epigonen-drift, deels als hij is verteert door wroeging, deels door jaloesie op de meer begaafden, en die verschillende gevoelens heeft Hr. Cauwenberg op de meest artistieke wijze in zijn spel gelegd. Hij ook gaf het juiste tempo aan in tegenstelling met Piet Janssens, die heel de harmonie verstoorde. Dezes spel heeft ons maar koud gelaten. Zijn roi werd gedeklameerd en nogal op een heel dreuneri-ge, eentonige wijze. Slechts een paar oogenblikken was hij op dreef, in II met de kroon en den man-tel, bij het lijk van Froth. Daar was hij waarach-tig aangrijpend, zonder in pathos te vervallen. De grootste schuld van zijn mislukking zal wel te wijten zijn aan de onvoldoende instudeering. Zijn inzet is niet gelukkig geweest, en we hopen niet, dat het weer sieur en gewoonte zal worden zooals verleden sezoen, toen we waarachtig gingen den-ken, dat hij opgeversbak-affekties had. Zijn gelaat stond altijd even strak (en hij bezit zoo'n mooie mimiek!) zijn stem bleef mat en toonloos (en hij bezit zoo'n buigzaam orgaan) zoodat de verschillende schakeeringen, die gaan van kruipend ge1 vlei, langs vinnigen ha^t, naar een soort van grootheidswaanzin, heelemaal niet tôt hun recht kwamen. De Starkadd-uitbeelding van hr. Bertrijn was heel flink. Hij heeft heel wat plasticiteit kunnen geven aan de anders wat wazige figuur, met de verschillende stemmingen van teer-beminnenden man naar hartstochtelijken skald, door fijn door-voeld spel weer te geven. De kernachtige rithmiek van het lied in V is door het traag tempo wel wat verwaterd,- maar de schuld daarvan lag aan de muziek. De woordmuziek echter kwam goed tôt haar recht. Spijtig, dat hr Bertrijn's typeering 'n beetje gewaagd was. Hr Van de Putte heeft nog niet veel bijgewon-nen, is nog altijd houterig van gebaar en plechtig-notarisachtig van toon. Zijn typeering was heel gelukkig maar van de schermkunst heeft hij nog ailes te leeren. Dat tweegevecht was een karrika-tuur en van Wolfs edelmoedig blootgeven aan Starkadd's zwaard kwam heelemaal niets terecht. Mev. Noterman, als Hilde, heeft door mooi, in-gehouden spel heel wat diepte aan die figuur gege-ven. Als Froth in II in zich deed kijken, en ze ontdekte daar dan de leegheid van, haar liefdele-ven, bereikte ze een buitengewoon tragische diepte. Ook in V als ze haar liefde voor Starkadd be-kende en in het slottooneel was ze aangrijpend. De naïeve maar toch zoo wreede Helga,werd, door mej. Bertrijn op heel lieve wijze voorgesteld. Als ze wat meer warmte wat meer innigheid in haar stem had gelegd, zou haar prestatie in aile op-zichten voldaan hebben. Het debuut van hr Van Beughem mag heel gelukkig heeten, en we durven wel hopen, dat ons gezelschap een goede aanwinst heeft gedaan. Zijn voordracht was goed-begrepen fluweelig-lief,maar wat meer ingetogenhëid, wat blooheid en een so-berder gebaar hadden niet geschaad. De visschers, de wachters en de mannen uit het volk hadden werk van hun prestatie gemaakt, en sleohts hr Angenot viel van tijd tôt tijd eens uit den toon. Het dekor in II, III en IV voldeed. De kathe-draal-beuk in I maakte natuurlijk maar gek effekt en het zicht in V was heel koud door het veel te scherp licht van den grooten luchter. De figuratie was beroerd lam, vooral in V. We nemen best aan dat de auteur die inderdaad heeft verwaarloosd, maar dan wàè, het aan den regi6seur om 'ns wat blijken van initiatief aan den dag te leggen. Als ge in de vorige bedrijven hoort zeggen, dat er in 't kasteel van koning Froth dag in dag uit wordt feest gevierd, krijgt ge een 6pijtig-onvoldaan gevoel, bij het aanschouwen van zoo'n on-schuldig-kalm, klein-burgerlijk bacchanaal-schim-metje. En de donder-en-bliksem-meneer beschikte ook al over een veel te slap instrument. In plaats van een donderend onweer, scheen het een flauw buitje, heel in de verte. De insceneering van het laatste bedrijf is een heel mislukking geweest. Hr. K. Candael heeft uit de weeke begeleiding gehaald wat er uit te halen viel. De muziekale on-derlijningen bij open doek hebben o.i. heel wei-nig tôt de uitbeelding bijgedragen. Willy. PANTOS 15, Ânneessensstraat, 15 Aantrekkelijkheden * Dansen In en om de Schouwburgen KON. NED. SCHOUWBURG. — Zaterdag 28, Zondag 29 (dag- en avondvertooning), Maandag 30, September en Doiulerdag 3 October, Qpvoering van « Madame Sans-Géne », beroemd tooneelspel in 3 bedrijven en. een voorspel van V. Sardou en E. Moreau. — Rolverdeeling : Napoléon Bonaparte, keizer van Frankrijk, heer Bernard Ruysbroeck. — Catherine Hubscher (Mme Sans-Gêne), Mevr. M. Dilis Beersmans. — Lefèbvre, heer L. Bertrijn. — Graaf de Neipperg.heer G. Cauwenberg. — Fou-ché, heer P. Janssens. — Savary, heer E. Gorlé. — Despreaux, heer Angenot. — St. Marsan, heer René..— Canon ville, heer Frans. — Cop, heer Van Gool. — Leroy, heer W. Cauwenberg. — Jasmin, heer Van de Putte. — Dujardin, heer V. Geubens. — Vinaigre, heer Willem. — De Brigode, heer Thees. — Caroline, Mevr. Bertrijn. — Prinses Elisa, Mevr. Noterman. — Toinon, Mej. M. Bertrijn. — Julie, Mej. Neyssen. — La Roussette, Mej. J. Janssens. — Mevr. de Bulow, Mevr. L. Hens. — Mevr. de Rovigo, Mevr. Thees. — Mevr. de Vonte-mille, Mej. Jeanne. — Mevr. de Talhoët, Mej. Pee-ters. — Joli^œur, heer R. Thees. — Constant, heer J. Schmitz. — Roustan, heer Thees. — lste Burger, heer De Groodt. — Burgers, volksvrouwen, nationale garden, bedienden, leden van de Academie, generaals, ministère, officieren, enz., enz. Verwacht: «Het Dal des levens ». HULDEBETOOGING HEER EN MEVROUW LOUIS BERTRIJN—DE DAPPER. — Verleden Maandag bij de opvoering van «Starkadd» werd Louis Bertrijn, de sympathieke leider en groote tooneelkunstenaar, na het 3e en ook na het 4e be-drij? letterlijk met bloemen, kransen, korven en ovaties overladen. Die blijk van hulde en vereering wa£ niet alleen bestemd voor den zoo zeer gewaar-deerden artist.maar gold tevens de herdenking dat het vijf-en-twintig jaren geleden is dat Mr Louis Bertrijn en Helena De Dapper een gelukkig echt-en kunstpaar geworden zijn. Ook ten huize^ van de jubilarissen is een macht van bloemen en %geschenken toegekomen. VERLEDEN MAANDAG werd in den foyer van den Kon. Ned. Schouwburg M. en Mevr. Louis Bertrijn-De Dapper gefeest en gevierd door al de leden van ons gezelschap en van het technisch per-soneel. Bloemen en prachtige geschenken met de vleet. Het feest had een intiem maar zeer hartelijk en gezellig karakter. DANKBETU IGING. — Mr en Mevr. Bertrijn-De Dapper verzoeken «Het Tooneel» de tolk te* willen zijn hunner innigste gevoelens van diepgevoel-de erkentelijkheid voot de talrijke blijken van warme genegenheid hun betoond bij gelegenheid ' van hun zilveren huwelijksjubileum. MEJ. BERTRIJN EN Mr GORLE werden ook tijdens de Starkadd-opvoeringen met bloemen be-dacht.HEER PI ET JANSSENS.— In ons verslag heeft onze medewerker willen doen uitschijnen dat Piet Janssens op sommige momenten door zijn geheu-gen in steek gelaten werd, maar dat hij toch sublieme momenten had, o.m. in het tooneel van den grootheidswaanzin, dat hij ontegenzeggelijk met heel veel talent wist voor te dragen. Het « Vlaamsche Nieuws » publiceert een brief van een zijner lezers waarin gevraagd wordt dat Piet Janssens . in 't vervolg wat meer rolvastheid zou betoonen. Een paar lezers zenden ons dezelfde vraag. Wij stemmen met dat verzoek in. Piet Janssens is voorzeker een tooneelkunstenaar met een prachtig aangeboren talent. Reeds meer dan eens schre-ven wij dat hij zijn roi slechts goed dient van bui-ten te leeren en dat de rest dan van zelf volgt. Reeds meerdere creaties heeft hij op zijn aktief die hem eene eereplaats geven tusschen de aller-beste onzer tooneelspelers. Er mag daarbij niet vergeten worden dat hij een heel zwaar 6eizoen achter den rug heeft en dat zijn roi in « De Dui-velsvrouw » hem veel werk en studie gekost heeft. Daaraan is het hoogst waarschijnlijk te wijten dat hij wat laat met de' instudeering van zijn roi in « Starkadd » begonnen is, met het ongelukkig ge-volg dat hij niet genbeg voorbereid was om de hoogst moeilijke uitbeelding van Seamund tôt zijn volste recht te doen komen. Laat one dus hopen dat Piet Janssens, die kan als hij maar wil — en waarom zou hij in 't vervolg niet willen? — ons nog menig oogenblik van zuiver kunstgenot zal bezorgen. Hij is dat aan zijn schoone reputatie en aan het Antwerpsch publiek, dat hem nooit zijn toejuichingen onthield, ver-schuldigd.HUBERT LAROCHE. — In den zelfden brief in « Het Vlaamsche Nieuws » wordt gevraagd of er geen mogelijkheid bestaat Hubert Laroche naar hier te doen komen. Reeds van voor langen tijd hebben wij medegedeeld dat de groote Vlaamsche artist bij Royaards blijft. EEN VERMINKTE. — Het beeld dat boven den voorgevel prijkt van ônzen Kon. Nederl. Schouwburg is door de schuld van het .schrikkelijk onwe-der in den nacht van Maandag op Dinsdag eenhan-dig geworden. Het maakt nu een zeer zonderling figuur. Zal die invaliede niet geopereerd of liever gene-zen worden? vraagt ons een lezer. Wij hopen het. HET BESTUUR VAN DEN EDEN-SCHOUW-B U R G heeft een vast operetten-gezelschap samen-gesteld dat gedurende dit winterseizoen eene reeks operetten zal opvoeren, afwisselend met de besfre blijspelen en met twee spektakel-revues. De eerste operette wordt deze week opgev'oerd en is: «De Reis naar het Geluk », 3 bedrijven van J. Gilbert. Het gezelschap is als volgt samengesteld : Bestuur-der-kunstlfider : H. Louis De Backer. — Tooneel-meester: H. Alfred Fronsac. — Orkestmeester : H. J.Cootmans. — Koorleider: H. A. Brees. — Dames-artisten : Hilda Landenne, Jos. Van Harneveldt, M. Hoedemaekers. — Heeren-artisten : Ch. de Raëve, Jef Van Pelt, Em. Van Dael, J. Julsam, Fr. Vaerewijck, enz. Gemengd koor van 25 uit-voerders. , DE REIS NAAR HET GELUK, de operette van den beroemden componist Jean Gilbert, die deze week in den Eden-Schouwburg vooi de eerste maal in België vertoond wordt, heeft meer dan 300 op-voeringen beleefd in het Rembrandt-Theater van Amsterdam waar het vertolkt werd door twee onzer gekende stadgenooten, Mej uffer Bertha Ver-swijvel en H. Jules Dirckx. EDEN. — Wij vernemen dat H. G. Van Mol, sekretans der Maatschappij « Eden », Quellin7 straat, een groot weldadigheids-gala-feest inricht ten voordeele van den liefdadigen kring « Leoni-das » op Vrijdag avond 4 October. De vertooning belooft schitterend te wezen. De volgende kunstenaars verleenen hunne gansch be-langlooze medewerking tôt het feest. Ook de Maatschappij «Eden» stelt welwillend af voor het werk: zaal, orkest, personeel, verlichting, enz. Mme Pavot, pianiste, lste Prijs van het Konserv. van Brussel; Mej.Snoeck, kunstzangeres, soprano; M. Peuss, kunstzanger, bariton ; M. L. Belloy, dra-œatische uitgalmer; M. J. Van Pelt, komische uit-galmer, lste komiek aan het gezelschap Eden; M. Ch. De Raëve, kunstzanger, ténor aan het gezelschap Eden y Mevr. Kind, in haren beroemden « In-dische dans ». Buiten verscheidene dansnummers zal voor de eerste maal te Antwerpen de « Siciliaansche Ta-renj;ella» uitgevoerd worden door 16 dames. Ivaarten op Yoorhand te bekomen in het lokaal « Eden ». «NIEUW LEVEN», de zoo gunstig alomge-kende liefdadige kring, meldt ons, dat zijn eerste winterfeest zal plaats hebben op 25 October a.s., in het «Théâtre des Variétés». Later meer daar-over.A. VAN DEN BEGIN, onze jeugdige stadgenoot, leerling der tooneelschool, heeft voor het Winterseizoen bij heer Clauwaert gekontrakteerd. HET TOONEEL. — Heer K. De Heyder,bestuur-der van «Het Tooneel» te Mechelen zal gedurende het komend seizoen laten opvoeren : «Groote Stads-lucht» en «De Twee Wapens» door Blûmenthaï en Kadelburg, «Magda» door Suderman, «Een Boete» door Suze Lachapelle Roobol, « Acta-Bureaucrati-ca » door Verschaeren, «Naweeën» door De Graeve, «De Hofslachter» door 0. Walter en Léo Stein, «Sonna» en «Dolle Hans» door Fabricius, «De Fa-milie Rantzau» door Erckmann-Chatrian, !Zijn Speelgoed» door Schnitzler en «Lambrecht Room> door J. Haugen. Voorwaar een niet onverdienste-lijk programma! , « VORSTENPLICHT », het eenaktje van Nestor de Tière, werd verleden week met veel bij val op-gevoerd door Mevr. Meeuwissen en heer Staf Briers. HUWELIJK. — Heden trad in den echt Mej. j Frieda Melis, de lieve en bevallige dochter van onzen stadssekretaris, dichter van Koning Hagen, met Mr De Beukelaer, neef van den gekenden fa-briekant.Onze allerbeste gelukwenschen aan het jeugdig paar en de oudere. Mandolienlessen - Appelmansstraat, 26 Aan onze geachte lezers Het Tooneel zal eenige weken ver-schiinen op dees papier, de eenige soort die nog voorradig i's. Daarna zal de papiernood minder niipend zijn en kan ons blad wederom op meer gesati-neerd gedrukt worden. Een weinig ge-duld dus en de zaak komt weer in orde. HET TOONEEL. Gust Janssens' Tooneeluitgaven Vrouwenhart, M. Sabbe, fr. 1.5 . — 't Scheepje, J. De Vos, fr. 1.50. — De Afrekening, P. Van As-sche, fr. 2.00. — De Hannekenuit, L. Scheltjens, fr. 2.50, oorspronkelijk werk en Philotas. Lessing, vertaling L. Monteyne, fr. 1.50. In het oorspronkelijk werk hadden we graag gevonden een sprankel van den nieuwen adem, kenmerk van opbeurende doorzindering,, die thans heel de maatschappij rillen doet, en die onze vlaamsche dramaturgie zeker op andere we-gen zou brengen, om haar te doen groeien naar een liooger peil, dat bij jjrestatie gelijk zou staan met dat van andere kultuurstaten. 't Blijft nog altijd bij voor-oorlogs peuterend dramati6eeren van familie-voorvalletjes, bij zorgvuldige analyse van een of an der op zichzelf 6taande psychische verschijning of van een streng intiem ondervin-dingetje. We moeten nog altijd wachten op den eersten zweem van synthetische greep, die zou leiden naar het geven van een almenschelijkheid, geen vrucht van koud-objektief toekijken maar van intens meeleven, zoodat tusschen de vier-mu-ren-geslotenheid van het tooneel de polsslag van het omringende leven zou gevoeld worden. Onze tooneelschrijvers schijnen nog onverschil-lig of onwetend te staan tegenover de verschillende geestesverscliijnselen, die opgebloeid zijn onder het geweldig wereldgebeuren, en ploeteren nog altijd voort op de drabbige wegeltjes, die ze nu eenmaal zijn ingeslagen. Wanneer zullen ze eens ver van zich afwerpen dat zwaar-drukkend konservatief pantser, waaronder ons Vlaamsch tooneel al jaren hijgt en kwijnt, zich niet bepalend bij het knus weergeven van kleine voorvalletjes •uit hun eng-eigen kringetje, maar de voelsrrieten van hun intuïtie wijd uitspannend om de levens-stroomingen te voelen aangolven. die niet zinne-lijk waarneembaar zijn, maar die ze door hun visie op het leven in hun schepping moeten vast-leggen. Er rnoet een kentering komen of ons tooneel is verloren! Het kwijnde steeds en kwijnt nog en heeft zelden werk opgeleverd. dat in hoedanig-heid wedijveren kon met de goede produktie, van over de grenzen, die ons werk blijft verdringen. Ligt daarin geen vingerwijzing? Vrouwenhart (1 bedr.) sluit zich aan bij Sabbe's andor eenaktertjes. De schrijver brengt graag be-minnende harten samen en doet het doek dan meestal val]en op handendrukken of in elkaars armen vliegen. Hier loopt de redeneering van de oude gedesillusionneerde generatie (natuurlijk ge-ïnkarneerd door een grommelpottigen oom) weer eens spaak op onbluschbaar-jeugdige passie, is niet eens bij machte stand te houden tegen het overweldigend ,onlogisch, bezwaren-wegpratend gevoel, besloten in een vrouwenhart. Lief idylisch gedoe, met de weemoedige tragiek Van den oom.die nu tôt het bewustzijn komt van de mislukking' van zijn innerlijk leven. De sentimenteel-roman-tische tante, als brug tusschen de twee generaties: met h|t hoofd bij de oude, met het hart bij de jonge.*is een heel lieve verschijning. Met 't ScheeDje (1 bedr.)' brengt De Vos ons in een braaf visschersmidden, waar een ongehuwde moeder, verloofd met een thans verdronken vis-scher door de intrigue van een... valschaard, natuurlijk, een poos gevaar loopt aan den \loek van den terugkeerenden vader en aan 't publiek schan daal te worden overgeleverd, als op het juiste oogenblik de reddende engel optreedt in de ge-daante van een flinken jongen, die Elsje reeds lang bemirde, en die zich uitgeeft voor den vader van het kind. De inkleedende dramatiseering is heel wel geslaagd. Het interieurtje doet innig ge-moedelijk aan. De Afrekening (3 bedr.) is een modemiseering van het bijbelscli Judith-fragment, waarin Holo-fernes verschijnt in de gedaante van een wellus-tigen, ouden woekeraar en de stad-in-nood als een familie in geldzorgen. De heldin heet ook Judith, offert zich op om haar ouders te redden, wordt maîtresse van den beunhaas, maar wreekt zich door hem te ruineeren en zich dan te gaan werpen in de armen van den geliefden jongeling. Wel wat overdreven romantiekerigheid in de behandeling en een dialoog die niet altijd vrij blijft van bom-bastische deklamatie, beletten niet, dat het stuk enkele diep inslaande scènes aanbiedt. In De Hannekenuit krijgen we een flinke brok realisti6ch Vlaamsch boerenleven, zooals we dat van Scheltjens gewoon zijn. De auteur dramati-seert een konflikt tusschen de oude aan tradities gehechte generatie, geleid door den traditionnee-len baron-verdrukker, en het jonge, opstandige, naar uitleven snakkend geslacht, dat achter zich meent te hebben een heele schaar van armzalige wroeters, — een konflikt, dat zou opgelost worden in een verzoening tusschen vader en zoon, indien de eerste op het kritische oogenblik niet gebroken neerstortte, geknakt door den willekeur van den verdrukker. De oude nachtwaker valt als slacht-offer; de kinderen maken zich los uit de klauwen van den dwingeland om een vrijer vleven in te gaan. Interieu-r-schildering en trouwe weergave van volkszeden zullen altijd dë grootste verdien-sten van" Scheltjens blijven. We zijn in de gelegenheid geweest Philotas van Lessing op het, tooneel te zien, maar we moeten eerlijk bekennen, dat het bij lezing heel wat meer heeft gezegd. Klassieke kunst kan ons nog wel boeien maar niet meer aangrijpen, om de eenvou-dige reden, dat ze geen etuk van ons eigen leven suggereert, dat we haar niet meer door-verstaan. Dat is trouwens heel natuurlijk. Maar dan vra-gen we ons ook af of er geen dankbaarder werk zou verricht worden als de moderne kunst van over de grenzen voor ons volk werd genietbaar gemaakt. Door de huidige gebeurtenissen zijn veel Ghetto-muren neergehaald of vanzelf in puin ge-vallen en we mogen niet blind blijven voor het licht, dat thans elders opgaat. De Thilotas-verta-ling van L. Monteyne voldoet in aile opzichten ten zeerste. De vijf deeltjes zijn netjes en met zorg gestoken in den bekenden groenen omslag. Willy. întfihlf (limidpt Houdingleer, Danskunst, lliaUlUl VJ1I uUUCl Schoonheidsoefcningen, Tolstraat, 61 ... Gewoontea - Gebruiken. Te liesinnen met Woensdaff 2 Oktober 1918 5!W Herneming der Winterleergangen Prospektus op aanvraag. In de Haven Onder dezen titel zal dit najaar, in den Boek-liandel «Flandria» Ste-Kathelijnevest 3, te Antwerpen, een nieuwe Antwerpsche roman van Lode Monteyne verschijnen. In dit boek wordt uit het leven verhaald van een zeeman, wiens wisselvallig bestaan onbewust gedreven wordt door een groote begeerte naar tee-derheid en in wiens ziel opbloesemt een instinctief verlangen naar geluk. Wanneer hij rust meent gevonden te hebben in de liefde tôt de vrouw — een barmeid — welke het toeVal hem tegenvoerde, worden zijn daden beheerscht door die éene, stil-aan sterker-groeiende bekommernis : dit ongewone heil bestendigen. Hij wil opworstelen tegen den stroom van zijn leven, dat van hem een zwerver maakte. Dan begint zijn avontuurlijk bestaan in de groote havenstad. Hij moet werk zoeken, zich leeren schikken in voor hem ongewone toestanden. Grillig slingert zich de lijn van zijn bestaan door de woeligheid van 't groote-stadsbeweeg. Vreemd zijn soms de menschen, wier wegèîi hij kruist. Maar buiten zijn wil om, ontwikkelt zich de graad zijner bestemming. Onstandvastig is de liefde der deerne. Ook zij wordt voortgestuwd door een ge-heimzinnige kracht, welke haar terug haken doet naar de avontuurlijke dagen van vroeger, toen elk uur afwisseling bracht. Ten slotte zegeviert in haar de onbestendigheid. Wanneer de arbeiders het werk neerleggen en ook aile zeeverkeer stop gezet wordt, verplicht zij haar' lief tôt monsteren i met stakingbrekers. Te Hamburg echter, ontvlucht hij zijn scliip, keert terug in de havenstad, waar ailes tôt rust kwam en thans feest gevierd wordt Hij vindt zijn beminde bij een ander man. De wilde drift wordt wakker in zijn wezen en zijn noodlot voltrekt zich. Dan eerst beseft de vrouw, dat ook zij het geluk, waardoor wat rustigheid in haar schamel leven zou gekomen zijn, ontsnappen liet... De stad met haar internationale havenbuurt en haar woelige strafèn en wijken, waar nacht en dag het leven doorheen vlot, in de kleurige veel-vormigheid harer verschijning, vormt den wisse-lenden achtergrond van dit verhaal. Wij drukken het eerste hoofdstuk af, waarin de aankomst der «Jane Woodside» geschilderd wordt: I. Twee voile etmalen schier had de «Jane Woodside» gekruist in 't Kanaal, voor de ouwe, in den langzaam optrekkenden mist, het verschietende licht van Dungeness bespeurde en de diepgeladen driemastbark tusschen de zândbanken der Dover-straat heen, sturen kon naar het meer opene wa-ter der grauwe Noordzee... Deii volgenden dag toogde een stoere sleerer de boot de Schelde op. Lichtekens klapperden de ge-reefde zeilen in den koelen wind, die van over de wij de vlakten achter de groenende dijken aanwaai-en kwam, en bijwijlen de roetige rookgulpen uit den zwarten schoorsteen van den pui'fenden sleeper neersloeg op het dek, waar zij liangen bleven, een pooze, tusschen het touwwerk van want en raas, tôt met de bochten van den thalweg de smookwoe-ken wegdraaiden en dan boven de grauwe water-wemeling verwentelden tôt een donkere streep, die stilaan pluizend vervaagde in de kille grijsheid van lucht en stroom. Door deii roephoorn schreeuwde de loods in rau-we keelklanken, zijn bevelen van op de kampanje naar den man op de voorplecht. De schroef van de toogboot maalde.de grauwe kabbeling tôt een op-koekende schuimbaan, uitwaaierend tôt een bree-derwordende deining die opspatte tegen den boeg met het witte vrouwenbeeld, in kruivende golving wegvloeide langs den ontverfden kiel van de.bark, en de roode en zwarte boeien bezijden 't vaarwater feller schommelen deed, tôt ze weer hernamen, stillekensaan, hun gewone, stage dobbering op het weer rustiger verglijdende watervlak. De oevere kwamen dichter: lijnen van prille groenigheid, die soms den horizon schenen af te sluiten, dan' plots, aan een kronkeling der rivier, weer wegbogen, verijnend in de grauwigheid van het water, waarin de dreige&de regenlucht weer-spiegeld lag. Soms sijpelde guklenlicht van tusschen de drij-.vende wolken, of schoot in breede stralenbundels neer over het wentelende water, flitste in de uit-een6pattende kuiven der brekende golflijnen schuin wegvloeiend achter 't wendende roer, tôt de zon weer duikelde achter de loom voortschui-vende wolken en nu overgloorde de groenende landouwen aan den einder met 't jonge loof der schrale naar den wind hellende i>opulieren langs den wegslingerenden dijk. Een motorboot met passagiers tufte voorbij. Marktkorven lagen hoog opgestapeld op het smal-le verdek. Speelsche kinderen wuifden met hun zakdoeken en de matrozen op de «Jane Woodside» onderbraken een wijlken hun werk en zwaaiden onbeholpen met de armen. De krakende stem van den loods riep hen weer aan den arbeid. Log-Iang-zaam dreef een groote, hooge transatlantieker voorbij. Hij toeterde driemaal en het schorre ge-luid werd zwakjes weerkaatôt van uit de diepe verte. Een gulp water gudste borrelend uit zijn zwarte flank. Achter zijn matig-malende schroef ziedde de brobbelende golving, in verbreedende uit-waaiering meeloopend over 't wij de watervlak, tôt ze verklotselen ging tusschen het buigende riet van den naderschuivenden oever. Lang nog 6cha-duwde de donkere smook, met dikke vlokken gul-pend uit de gele schouwen, op het bewegende watervlak.Aan de deur der kombuis vajn de «Jane Woodside» wendde Jimmy het bruine gelaat naar den verdwijnende stoomer. De blank geverfde opper-bouw van kajuiten en wandelbruggen, met hier en daar de donkere silhouet van een passagier, leunend tegen de reeling, gleed boven de wegbui-gende lijn van den groenenden wal. Nog krinkelde de zwarte rook in ijlerwordende wolken door de laag-hangende regenlucht van de naderende deem-stering.Brabbelend en kabbelend 6chuurde het verdon-kerende water langs de door het zilte zeezog inge-vreten wanden van 't zeilschip. Het getij waalde... De schorren werden zichtbaar en de grijzige rug-gen van zandbânken met daarrond het zilverig geglim eener beweeglijke schuimlijn. Nu de schemering groeide, leken de dijken hoo-ger uit te steken boven 't drabbige slik. In de verte schoot op, lichter tegen den hemel, waarin hooger de duisternis klom, de ranke spits van den rijzigen toren der havenstad, waarvan het ver-warde levensbruisen kwam aanwaaien op den vla-gencîen wind, die toenam in hevigheid. De lampen der wiegende boeien straalden, flapten aan en uit na korte tusschenpoozeri : roode en groene vlamme-kens schilferden langs de waterwemeling in ver-flitsende strepen... Een man zette de lichten uit: rood aan bakboord en groen aan 6tuurboord, en , in de mast van den sleeper werd de pinkelende lan-taarn geheschen... (Wordt vervolgd.) LODE MONTEYNE. Inkoop OCCASIE JUWEELEN Verkoor Frans Van Kerckhoven GOUDSMID - HORLOG1EMAKER - DIAMANTZETTER ... I, Anneessensstraat, 1, Antwerpen ... INKOOP van aile Juweelen, Diamant, enz. aan de hoogste prijzen Kon. Ned. Schouwburg Zaterdag 21, Zondag 22 (dag- en avondvertooning), Maandag 23 en Donderdag 26 September, opvoering van «De Koolmijn» (Gluck Auf), spel van de mijnen, in 4, bedrijven, 7 tafereelen, van H. Heijermans. VERDEELING: Baumgarten, een mijn- eigenaar Hr B. Ruysbroeck Mathieu, zijn zoon ... V. Gheubens Sylvia, zij ne dochter ... Mej. J. Janssens George Wied, mijnbest., zijn schoonzoon Hr G. Cauwenberg Erich Stein, bedrijfs- ingenieur Hr Gorlé Kerkhoven, machien-in- genieur ... Ilr W. Cauwenberg Anna Menzel, typiste ... Mevr. H. Bertrijn Een mijnbestuurder ... Her Van de Putte Een aandeelhouder ... Hr Van Gool Een kantoorklerk Hr Ludikhuyzen Hadwig, een houwer ... Hr Van de Putte Schulz, » ... Hr L. Bertrijn Wiener, » ... Hr Piet Janssens Bartsch, een houwer, voorzitter van den « Christelijken Bond » Hr J. Schmitz Spiess, een sleper Hr Jaakx Schenk, mijngas-contro- leur Hr Remi Heil, vroeger mijnwer- ker Hr Angenot Een gendarm Hr Thees Moeder Schulz Mevr. M. Ruysbroeck Greta Schulz,haar klein- dochter Mevr. Ch. Noterman Rudolf Schulz, haar kleinzoon, leerl. houw. Mej. M. Bertrijn De vroedvrouw Mevr. L. Hens De bruid van Wiener ... Mevr. M. Dilis Een mi j nwerkersvrouw Mevr. M. Thees Mijnwerkersvrouwen, mijnwerkers, enz. — Het spel geschiedt in dezen tijd in Westfalen. Korte inhoud. — In de koolmijn Gluck Auf heerscht ontevredenheid onder de werklieden: het werk is er gevaarlijk, de noodige veiligheidsmaat-regelen worden niet genomen, de loonen zijn on-toereikend ; het bestuur der mijn weigert echter op de eischen der werklieden in te gaan. De aan-deelhouders zijn hardnekkig, en bedenken alleen hunne winsten. De bestuurder Wied, schoonzoon van den mijn-eigenaar Baumgarten, is niet gelukkig in zijn hu-welijk. en heeft liefdesbetrekkingen met Anna Menzel, de typiste. Baumgarten heeft ook een zoon, een geestige, levenslustige, spotzieke jongen, waarvan hij zeer veel houdt. Het zal tôt een staking komen, als het mijn-bestuur niet toegeeft. Ondertusschen wil Mathieu Baumgarten, ondanks de waarscliuwingen van Wied. in de mijn afdalen; Wied zal meegaan, om tezelfdertijd te zien in hoever de klachten der mijnwerkers gegrond zijn. Terwijl zij beneden zijn, heeft eene ontploffing plaats, die hen allen het leven kost. Meer dan 300 slachtoffers zijn in de ramp gebleven. We won en de wanhoopstooneelen bij der vrouwen en kinderen der mijnwerkers, we zien de ont-zettepide droefheid voor Baumgarten en Anna Menzel, en ten slotte vertoont zich de inhaligheid van de aandeelhouders, die uit de ramp, door specula-ties op de aandeelen der mijn, nog winsj: weten te slaan... « Gluck Auf » is een pleidooi ten voordeele dev mijnwerkers, zooals «Op Hoop van Zegen » dit was voor de visschers. Met het oog op de tooneelmatige opvoering zijn eenige « coupures » aan het stuk tfangebracht. * * * Het orkest, onder leiding van toondichter Karel Candael zal uitvo^^^Voor het eerste bedrijf: « Herdenken » (Clrl^^B Souvenir), Filipucci. — Voor het tweede be^H^« Gebed », oello solo heer H. Everaerts, Pop^^^— Voor het derde bedrijf : « Ave Maria », Peter Benoit. — Voor het vierde bedrijf: « Cavatine », viool solo heer Victor Van Heuvel, S. Ruff. T"*fc r ¥ ■ 1 • Kumt-fotograaf 1\6110 JLOntnie Carnotstr., 113 ^3® Specialiteit van Kîndoropnamen Hippodroom « 'T ZAL KERMIS ZIJN! » Zaterdag 24 Augustus 1918 en volgende dagen, om 8 uur T. U., Zon- en feestdagen middagvertoo-ning, «"t Zal Kermis zijn! », Antwerpsche spektakelrevue in een voorspel en twee bedrijven, door Ed. Caeteeîs en Fr. Condës. — Muziekbëwerking van P. Verhoeven. — Heerenhoeden van het gekende huis H. Van den Kerckhoven-Van Eynde. — Meubelen van het huis Marx, Kerkstraat. PR0L00G. In het Olympia. — Verveling in het Olympia. — Mars, god van den oorlog, heer E. Van den Branden. — Orpheus, god van de muziek, heer J. Bison. — Vulkaan, god van het vuur, heer ,J. Hautmans.— Pan, dansmeester, heer Van Eeck-hout. — Morplieus, god van den slaap, heer Pus-ters. — Venus, godin der liefde, Mej. H. 't Seyen. — Thalia, godin van het tooneel, Mej. M. Peenen. — Eene Nymphe, Mej. Van Heurck. — Bewoners van het Olympia. — Intrede van Apollon: Apollon, god van het tooneel, compère, heer V. Neutg^ns. — Wachten, muzen, lier- en lluitspelers. — Directeurs komen om artisten: Sander, directeur, heer Van Thillo. — Flup, directeur, heer Condès. — Een vertooning in 't Olympia. — Ballet der Nymphen: Eerste nymphe: Mevr. Katicza. — Tweede nymphe: Mej. Nelly. — Het Rantsoen op reis: Het rantsoen, commère, Mevr. Rezy Venus. — De Moderne dans bij de Goden. — Het vertrek der Goden naar Antwerpen. EERSTE BEDRIJF. Voor 't Hippodroompaleis: De aankomst: Commère, Mevr. Rezy Venus. — Compère, heer V. Neutgens. — De agent, heer S. Van Eeckhout. — Net, Mej. Ver voort. — Joppe, heer Pierry. — Mars, heer Van den Branden. — Orpheus, heer Bison. — Venus, Mej. 't Seyen. — Thalia, Mej. Peenen. — Volk. — Aile daqen het-zelfde: Antoine Droogzaad, heer Van Thillo. — Madame Droogzaad, Mevr. L. Haesen. — Het Vrouwensoort : Het tennisspel: eene tennisspeel-ster: Mej.Gilbert. —De Alpinisten : eene alpiniste, Mej. Mariette. Schermspel: eene schermster, Mej. 't Seyen. — Het jachtsport: eene jageres, Mej. M. Peenen. — Het roeisport. — Ballet der Roei-sters. — Eerste roeister: Mevr. Katicza. — Tweede roeister: Mej. Nelly. — Moederzorgen, gezongen door Mevr. Rezy Venus, commère. — 'Nen qeluk-kiqen vader. Genever van 't Komiteit.— De Vader, heer Gondè* — De Peter, heer Pierry. — De ge-fvuige. heer Bison. — Een ongelukkiqe vader. — De Vader: heer Van Thillo. — De mode'van 1919. — De Mode. Mej. Peenen. — De Modevoersters. — De Verrassinq der mode, gezongen door heer V. Neutgens. compère. — In het musuem van oudheden. — Petrus, zaalwachter, heer Van Eeckhout. —

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes