Het Vlaamsche nieuws

1247 0
14 september 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 14 September. Het Vlaamsche nieuws. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/kk94748f5b/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

linsdag 14 September 1915 Bersfce Jaarg. ti . 442 Prijs , 5 C8D.tie.oi door. gefotjel .Helgiê Het Vlaamsche Nieuws Htai tomI tngeUcht «m nwest v«argig»reid NlewwsfcW van Balgtë, * V^nch^nt 7 maal per wedfc E ABONNEMENT SPRIJZEN Fer week 0.35 j T'er 3 maanden 4.— Per raaaud 1.50 j Per 6 maanden 7.60 Per jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD : Dr Aug. BORMS — Albert VAN DEN BRANDE BUREELEN : ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. 199i HwaBr^asg.1 asa«saBBM^iMgffilw • ■ n. £T^sxia3^^^jjàie^^.s2^s^sais^ssse^s£t£^r-^:j^. AANKONDIGINGEN Tweede bladz., per regel 2.50 j Vierde bladz., per regel.. 0.50 Derde blad., id. 1.— j Doodsbericht 5.— Voor aile annoncen, wende ine n zich : ROODBSTRAAT, 44. ate»am^TMiriWMiiT:iTiBViraBa8aMMB>^'«T«»7<fgffj^swawfreBi isgaaeaBaa^zggigQi^ftf. D^ga»? ess*5»iEss»«iœaw» Naarom Onderwijs in 't Vlaamsch ? Ouders, Ieest dit ! H) dit oogenblik worden er in Groot-|j aan de ouders kaarten gezon-Itvaarop zij moeten verkiaren welke ■J:il is uunner kinderen. Wij weten ■oudtfduims aile pogmgen in het ■ worden gesteld, dat drukking uit-leud wordt door de iranskiijons om ■ . inogelijk de ouders vérklaringèn Hun atieggen ten gunste van het H|j, Vlamingen, willén ons niet tôt H, roi verlagen ; wij wenscheh dat Kr.li in geweten de waarheid zegge, Killen dat klaar aan 't licht kome, Idavrije verklaring der ouders, dat |t-tossel nog steeds overwegend liiisch is en blijft. loch, wij achten het ons ten plicht luders m te lichten over de noodza-Iklieid, ouderwijs in de moedertaal Bschen voor hunne kinderen. En opine niet van partijdigheid zouden Hacht kunnen worden, nemen we : 1 Rjiers welke hier aangehaald woroc-n Ikt Frauschgezinde blad « La Flan-■Libérale », net orgaan van burge-ftter Braun, ailes behalve een Hnischgezinde. Biivijl de Vlaamsche kinderen in de Hder scholeu een vijfde gedeelte van Hdi tijd verliezen, met de studie der Kche taal, gebruiken de Waalsche Hcren, die geen tweede taal aanlee-Hiv.c spreken van de lagere school) Hhjd om zich meer te ontwikkelen ■m moedertaal en in de andere vak- ■ «Het gevoig is heel natuurlijk, Hie « Flandre Libérale » : de Vlaam-^■kinderen verlaten de lagere school, ontwikkeld dan de Walen, en H hra: het dat bij de jaarlijksche Ktrijden sléclits 45 % der Vlaamsche Barrenten de 6/10 der punten be-B, îerwijl 69 % der Waalsche kan-Huii dien uitslag bereiken ! Bders, is dat alleen reeds niet vol-^We oin u het Vlaamsch voor het ^ftwijs uwer kind< '■en te doen H.n? Doch, er zijn nog meer redens, H: gevolgen van onderwijs in een Bide taal of het te vroeg beginnen lie studie der tweede taal hebben lovergroole uitwerking op de ver-jBtoekonist uwer kinderen. j®*s ten achter door het tweetaUg JB'rijs, gaat uw kind op stiel ; het H niet voldoende Fransch, en moet de nijverheids- of vakschool ; in Bel kent inen den toestand : daar Bit geen vakonderwijs voor de Vla-die moeten maar aardewerker ^■faverker worden. Laat ons nu ech-Bpen dat zulks verandere. Zoo komt Ile kleine Vlaming ter vakschool »■ te trachten zich in zijn vak te I^Meu en meer geld te kunnen ver-flp> doch hij staat reeds ten achter rMeaWaal, en 't gevoig is dat deze iHF àjn vak kent, dus eerder geld jjM»t dan de Vlaamsche jongeling, het onderwijs in zijne school ge-B- is op de moedertaal alleen, ter-Hp Vlaming moest knoeien aan twee e]Bwelke hij dan toch maar half I' het klare l>ewijs niet dat de kwestie eene broodkwestie ^■dat de ouders, met het oog op de ie^P'st hunner kinderen, tôt plicht JBo, ons te steunen in den strijd kM: °nderwijs in de moedertaal? '^Bt01wens, het bewijs dat de .çjBj^e kinderen minder profiteeren ,]'^t les^en der vakscholen, zei de iflBi ». ligt voor de hand : tÎBor ^ zes iaren behaalden 10 % iolHf!,i ^aamsche leerlingen der vak-.CM' huu bekwaamheidsdiploma, 't ,nVi; terwijl 29 % der 15,325 Waal-■^ngen hun diploma ontvingen, ge meer, lezers, als bewijs zi»' î°0vige Sevolgen van sleclit |l|'s' En begrijpt ge nu, Vlaaxn-h^J®sc^eni wat het u kost, aan ,Van dagloon, dat uwe kinderen ai voldoende onderwe-•:ifl *n >n eigen taal? En voelt ge ,tjeK 'f verkeerd de ouders handelen en verkiaren dat Fransch de in«,:'3'1 hunner kinderen is, alleen Di^B,,:^ Proukzucht, als zulks het H"1"1, zullon sommigen mij op-:ttMn:,'lat.is 'lee^ waar voor hen die erw^s verlaten na de lagere e»5*/ >3r Z'' hunne studiën M;lcztts> c^>t is hetzelfde; en de E, :]'n teu ldinkcnd bewijs : 1° ' M ^"lin««n Relijk staan tnet d« s 1ft onderwijs hun in hunne taal wordt gegeven, en 2° dat zij ten | achter staan waar het anders is. In de middelbare scholen wordt het wetenschapi^lijk gedeelte aan de Walen in 't Fransch, eu aan de Vlamingcn ook in Ô2 vreemde tnal gegeven ; welnu, zie-hier het gevoig : Op de jaarlijksche wedstrijden behaalden de Vlamingen, van 1901 tôt 1908, 18 prijzen eu 12S onderscheidingen ; de Walen, Î42 prijzen en 875 onderscheidingen, 't zij 2.4 °/ : en 17.3 % voor de Vlamingen, en 7% en 35.8 % voor de Walon ! 1 Is dat klaar génoij? I Doch, waar den Vlami.ig, i de ikkèn | aangeleerd worden in tinj; ncieder- ' taal, daar is de toestand lieel nnclers. ; Gcdurende dezelfde jaren behani.' n de ■' Vlamingen in de letterkirnt : lee-ling (Vlaamsch, Fr.ascfa, . .srhk .enis, aardrijkskunde, in t Viaani.sch onder-\ tzen) , 53 pri.i • en 219 onderschei- .îgen, 't 7 % - . de Walen, 123 ijzcn en .1 an... idingen, 't zij . /' i> Flr.i: ' o .n ook als ge- j vo . ' -g: ' nderwijs in 't ! ^ la .'an \ e kinderen, en : œ si ; gelrkc ! j::et de Walen ; ; gceft ge ht n onderw . in 't Fransch, ! dan bfijven zij 'en : 4. r ! o île'; ?, u ons ' . * i ;d ii dêrgelijke ! statistick op te gevu: . de Athe-neunis ; het zij ons gencv., tczeggendat 'de toc/. .:d dezelfde is, wat overigens natuurlijk is. { We ste!1 a ons voor ook eens na te : gaan wat f • rrroot verlies (aîtijd op | « stoffelijk » ^d) de Vlaamsche be-volking oiiderg ,it door het niet-bestaan eener Vlaamsche Hoogeschool; dat zal j voor later zijn. Ik wil hier eehter een paar voorbeel-| den aanhalen welke bewijzen lioe boven-' menschelijk de inspanning is welke van j een kind gevergd wordt dat in het Vlaamsch-Fransch onderwezeu wordt. Ik zelf heb zulks ondervonden in de Staatsmiddelbare school welke ik te D... bezoeht; we hadden daar een Waal als professor vau wiskunde, meetkunde, euz., en duizendmaal hebben we al die barbaarsche uitdrukkingen verwenscht, als : « triangle », « hexagone », « polygone », « diamètre », « arithmétique », enz., welke we maar niet in onzen kop geprent kregen ; waarom zegde men ons niet, in klaar en begrijpelijk Vlaamsch . driehoek, zeshoek, veelhoek, middellijn, rekenkunst, euz. Dat hadden we zonder de minste inspanning begrepen, he? Gij immers ook, lezer? Maar 't is waar, er zijn menschen die zeggen dat er in 't Vlaamsch niet dege-lijk kan onderwezen worden omdat er geen Vlaamsche wetenschap bestaat. Kom, kom, aile praatjes vullen geen gaatjes, en we gaan den lezer eens laten oordeelen wat duidelijker en meest ver-staanbaar is voor Vlamingen, onderwijs in Vlaamsche of in Fransche taal. Als ge natuurkunde in 't Fransch leert, dan moet ge den naam van buiten rammelen van een diertje dat in de taal van « chez nous » « coleoptère aquatique phytophage» heet, dat is, in 't klare Vlaamsch, een plantenetende waterke-ver : da's heel wat gemakkelijker ; in 't Fransch (ze noemen dat Grieksche Latijn, Fransch !) doet men uwe kinderen van buiten leeren de woorden « Dy-tiscus _ marginalis » ; waarom zegt men hun niet « waterkever » ? Hoe gemakke-lijk verstaanbaar toch is onze taal voor de kinderen, hoe bovenmenschelijk moeilijk het Fransch ! « Des alevins » noemen wij vischbroed ; « argulus folia-ceus » zijn twee-oogertjes of vischlui-zen ; een waterjuffer heet in 't Fransch h libellule » ; « des hémiptères » zijn halfschildigen ; een schorpioen noemen zij (( nepa » ; rugzwemmers zijn « nato-necta », en vischbloedzuigers, wat ieder kind dadelijk begrijpt, zijn « piseicola piscium », wat zelf s gee.n enkele Franschman kent ! Eu als er na dit ailes nog ouders zijn die Fransch onderwijs verkiezen boven onderricht in eigen taal, omdat Fransch zoo fijn staat, en omdat het zoo voor-naam is, dat ze dan eerst eens denken aan Bolland, die zei : « Komt tôt uzelf,-Vlamingen, laat den trots op onze ge-meenschappelijke taal herleven, leert uwe beleedigers beschamen. Een gezon-de achterbnurt is beter dan de verrotte voornaamheid ». En dat ze niet vergeten dat het eenige tastbare gevoig van de verfransehing is, een verbastering en een vernmilezeling van gansch het Vlaamsche volk, en een onschatbaar stoffelijk verlies ! Jef HERREMANS. ONZE LETTERKUNDIGE PIcUSKAMP Reimond Stijns 1880-1905 Wc zien hem nog gaan ,over de Ro-gierplaats te Brussel, waar wij hem in dien tijd bijna dagelijks ontmoetten, met zijn tragen stap, zijn grooten goeden kop, blondgebaard, erg kippig voor zich uitkijkend, met een klein pakje boeken in de hand, die bijna bespottclijk deden naast dat zwaar sterkgebomvd lichaam, omdat zij hem iets scholierachtigs wisten te geven. Reimond Stijns heeft jaren lang sa-mèngewerkt met zijn schoonbrojder Is. Teirlinck. Het waren de Vlaamsche Erckmanu-Chatrian, het was een samen-werking zoo in.nig als die van Betje Wolff en Aagje Deken en de schrander-sten konden geen lijn trekkeu tusschen het aandeel van Stijns eu dit van Teirlinck.Van beiden is nog het machtig werk Ami Vlaanderen. Toen besloten zij elk hun afzonderlij-ke baan op te gaan. Teirlinck zou zich meer wij den aan folklore, Reimond Stijns kwam opvol-geulijk met die felle reelcs : Ruine IJef-de, In de Ton, Roods Fantazie, Dikke Miel en zijn laatste, dat tevens zijn stau-daardwerk wezen zou : ITard Labeur. Zonderling, niet waar, die twee hoog-ten : Arm Vlaanderen, het laatste werk en het hoogtepunt van de samenwer-king ; Hard Labeur, de zwanenzang van Stijns. Herman Terlinck sprak de lofrede uit van zijn oom. Luisteren wij naar de stem van den schrijver die Stijns zoo innig heeft gekend. « Reimond Stijns werd geboren te Mullem, nabij Oudenaerde, op 10 Mei 1850, en werd in 1870 als hulponclerwij-zer te Bevere aangenomen. In dezelfck ambtelijke betrekking was hij nadien te Mullem1 zelf werkzaam ; vervolgens, Vlaanderen verlatend, te Molenbeek bij Brussel. In 1883, daar hij reeds gunstig bij de kritiek als letterkundige aangeteekend stond, werd hij opgeroepen om in het Atheneum van de hoofdstad den leer-gang in Nederlandsche taie waar te nemen. Hij stierf als leeraar. Ruim vijf en twintig jaren leefde hij in stads omgeving. Hij heeft nooit deze omgeving begrepen. In gedachten be-vond hij zich in het platte, kleurrijke Vlaanderland, ginds midden de oostelij-ke landouweu, waar wiegelt een stille Scheldewater, roert het diverse zicht van 't vrnchtbare veld, rolt de liooge doe-ning der vette hemeleu. Hij was vol van zijn Vlaanderland. Zijn rijke verbeel-diug speelde er overdadig, en geen an-der midden moest ooit ontvangen de weelde van zijn kunstleven. O ! Lief, lief had hij zijn Vlaanderland... Wij, die jeugdig zijn, kinderen van de breedere wereldsche gemeente, zien i ze lieengaan, al te reke, de mannen met die wondere liefde van Vlaanderland. Straks klinkt in onze ooren niets meer ter herinnering daaraan. Straks besluit de zwijgende dood aile woordengejuich daaromtrent, en staan we, met tranen in de oogen en eene aandoenlijk verleden achter den rug, leeg en radeloos, te sta-ren uaar 't zonderlinge geharrewar van onze allerzijdsche verbroederingen... Maar Reimond Stijns vertelde van Vlaanderland. Hij vertelde van den pas-toor en van den koster, van zijn huize-ken op den heuvel, van de kinderen rondom, van den dronkaard, van den maaier, fan vrijen en doodslaau, van de klok in den kerktoreu, \an een oud meetje, dat, 'k weet niet hoe lang, ge-storven is. Hij vertelde zoo lustig. Hij herlegde in de lucht, met pittige lustig-heid en plezante woorden, al die voor-valletjes ,menig en luttel ,dewelke zijn, al te gare, de roerselen en de reuk vau ons Vlaanderland. Hij had bewaard een zekere boersche uitspraak en een zekere Vlaamsche wending van geluiden, en hij kon daarmede zoo geheel en al binnen het hart van zijne verhalen dringen, zoo-dat hij daar vaste stond, wonderlijk, in de roerselen en den reuk van zijn Vlaanderland.Als hij zich in Brussel gevestigd had, ging hij literair te werke met zijn schoonbroeder Isidoor Teirlinck, en beiden schreven eene reeks realistische wer-ken die, als eene aansluiting met de meer idyllistische Conscience-literatuur, de gronden zijn van de nieuwere Vlaamsche novellistiek. Ik noem Bertha van den Schoolmeester, Frans Steen, Baas Colder, en vooral sommige schetsen van A'idenardiana, Gedichten en Novellen, Uit het leven van ons volk, enz. Ik noem met eerbied het lijvig roman Arm Vlaanderen, dat wijst op den schooloorlog — hetgeen al dadelijk de schrijvers bloot- ; stelde aan de laagheid van politische in-| triganten. i Deze collaboratie van Teirlinck-Stijns luurde tôt dàn. Nu zou Reimond Stijns alleen optreden, en seffens gaf hij blij-ken van de merkwaardigste vruchtbaar-lieid. Ontdaan van de aesthetische bc-daarclh."id van zijn meer construetieven medewerker, overrompeld door de wilde [zwaaiing van zijn eigen teugelloos tem-: peranient, gaf hij te reeke werken van zcer-dîepe humane struische, doch te-: \-cns \'an buitensporige dracht en onmo-[gelij 6 architectuur (Ruwe Liefde, Roo-| de Fanlazy). S Bij dezen schrijver was ailes leven, le-; ve:i, leven. Hij spoelde al zijn gevoe-i iens in een gouden licht van leven, en i zijne woorden droegën de winderende I tinteling van dat licht. Schoon is zijn roman In de Ton, en ik weet in onze literatuur gcc:i tempérament zoo echt-! kraclitig, zoo éenvormig-goed, als bij vele brokken van dit prozawerk tas-telijk is. De versclvijning van In de Ton werd gevolgd door bundels novellen : Sprokkelingen, Schetsen en Verhalen, Btoodnijd, Klein Leven, Dikke Miel, enz. Reeds in enkele dezer schetsen ver-heft Reimond Stijns zich boven den kunstgeest van zijn tijdgenooten. Nog meer zou hij zich in dien zin ontwikkelen. Nog meer zou hij opgaan, verbreeden, verzuiveren, altijd puttend maar aan de rijke bronne van zijn milde jonkheid. Gefcn voor:.:r>ld is er van zulk een stij-ging, in zulke slechte tijden. Toen schreef iiij Hard Labeur en eindelijk Arme Menschen. Ik raak, zeer aangedaan, deze beide relikwiën van een bijzoncler-weelderig talen. — Hard Labeur, den wilden wind versteend tôt granieten proza ; Arme | Menschen, de gevoelvolle beelding van de veeiziidige en ingewikkelde meusche-lijkheid » Een stap van Burgemeesier Braun Nauwelijks hadden de Duitschers eene'.Belgische stad bezet of Walen en franskiljons waren er bij « 0111 wenken te geven ». Voor wie onze apostels kent, is er geen twijfel of zij hebben ook met hun taalfanatisme uitgepakt. Het geval Buisset is daar om het te bewijzen. Door taalfanatisme verstaan wij de zucht 0111 eene bepaalde taal te bevoordeelen, I11 Bclgië zijn het alleen de franschelaars die op taalvoorrechten uit zijn. Men verzekert dat er meer dan één Waal bij de Duitschers geloopen is om zijne persoonlijke opvatting van de Bel-gische taalvvetten uiteen te zetten. Er zouden eehter ook heel wat franskiljons opgetredcn zijn als voorvechters voor de Fransche taal.Men noemt zelfs M. Braun burgemeester der stad Gent. Deze zou de Duitschers on der meer gesmeekt hebben 0111 in godsnaam hunne aanplakbrie-ven ook in het Fransch te laten drukken, daar zij enkel het Duitsch en het Ne-derlandsçh voor hun nebekenclmakingen gebruikten. Wij maken dit gerucht bekend met de hoop dat de achtbare heer burgemeester , an Gent het zal kunnen logenstraffen. Wij zijn gaarne bereid zijn antwoord on te nemen en er zelfs eene goede plaats aan te schenken. Indien het gerucht niet tegengespro-ken werd, zouden wij daaruit natuurlijk moeten besluiten dat het gegrond is. (G. v. Br.) De opmarsch in Wolhynië Uit het Oostenrijksche perskwartier wordt dd. 7 September aan het « Berliner Tageblatt » geseind : Op het gevechtsterrein ten zuiden van Polesië is vroegtijdig de Herfst met kou-de en regen ingevallen, wat de militaire operaties bemoeilijkt. Vele stroomen zijn buiten hun oevers getreden en ver-anderen de toch reeds moerassige laag-vlakte gedeeltelijk in meren. De opmarsch van de bondgenooten beschikt daardoor, wat artillerie en trein betreft, bijna uitsluitend over de weinige vaste en verhoogde rijwegen. Deze beperking vergemakkelijkt den vijand de verdedi-ging tusschen Dnjestr en Pruth, waar het vijandelijk front een natuurlijke flank-dekking vond. De Russen hebben nieuwe pogingen gedaan om de Boekowina binnen te vallen en daardoor den rechter-vleugel van het leger Pflanzer-Baltin in te dtukken. De Oostenrijk-Hongaarsche troepen hebben dezen aanval niet alleen weefstaan, maar met een zorgvuldig voorbereid offensief zelfs beantwoord. Onder den druk daarvan begint het Rus-sische front ook hier te wanbelen. Ten noorden van den Dnjestr doet de vijand voortdurend verwoede pogingen om de positie op de hoogten ten Oosten van den mond van de Sereth terug te nemen(*). Zonder eehter te kunnen verhinderen, dat deze stelling uitgebreid en verbonden wordt met de stroomopwaarts veroverde overgangen over de Sereth. Zuid-Weste-lijk van Tarnopol is het dorp Ostrow, dat de vijand tôt een sterk steunpunt had ge-maakt, stormenderhand genomen. In het gebied van den Wolhynischen vesting-driehoek zijn de Ikwa en de Plasjewka buiten hun oevers getreden en ligt de ; weg diep onder de modder. Dit vertraagt de operaties van het leger van Boehm-Ermolli, dat na het over-schrijden van de grens op de lijn Kroep-jets-Michalowka tegen Dubno oprukt, terwijl het leger van Puhallo deze ves-ting van uit het Noord-Westen op den weg van Lusk nadert en tegelijk haar verbindingslijn met de hoofdvesting Rowno bedreigt. (Dubno is, naar men weet, intusschen door de Oostenrijkers bezet.) De Russen hebben hier, behalve het hooge water, ook voordeel van de sa-menpersing tusschen hun vestingen, die het hun mogelijk maakt hun hoogvor-mige stellingen in het vooruitgeschoven terrein dicht te bezetten. De Oostenrijk-Hongaarsche troepen, die tôt het leger van Mackensen behooren, en langs den Noordrand van Polesië op den weg Brest-Litowsk—Minsk voorwaarts ruk-ken, hebben, na een worsteljng, die da-gen geduurd heeft, den overgang van de Jasiolda geforceerd, waarbij zij door moerassen overstroomde steppen de vijandelijke hindernissen op den anderen oever moesten genaken. De Russen trok-ken zich hier terug in de richting van de Mesjoeljawka-beek ,na het brandende dorp Kartoeskaja-Beresja opgegeven te hebben. Achter de moerassige oevers van de beek hadden zij nieuwe stellingen voorbereid. (*) Thans is de positie der Russen daar eeni<rszins Pfunstiger peworden. Dagelijksch Nieuws DE VROEGERE PRACHT VAN BIALYSTOCK. — De stad Bialystock, waarover " in de laatste krijgsverrichtin-gen in Polen zooveel sprake was, bezit een oud kasteel, dat eens zeer beroemd was en in het hart der Polen de herinnering hunner vroegere grootheid wekt. Dit kasteel heeft in den strijd der Polen tegen de Russen op het einde der XVIIIe eeuw een gewichtige roi ge-speeld. Het was op dat tijdstip het eigen-dom van den hoogsten Poolsche waar-digheidsbekleeder, den graaf van Bra-nicki, die de schoonbroeder was van den laatsten wettigen koning, Stanislas Po-nitowski. Graaf Branicki, die — een wei-nig vreemd voor den eersten dignitaris van een groot land — den titel droeg van « intendant van Cracovia », had te Bialystock gelukkige uren doorgebracht al-vorens geketend naar Petrograd gebracht te worden, op bevel van Catharina II, de keizerin van Rusland, van wie hij nochtans zijne macht ontvangen had. Hij stierf na een lange, pijnlijke gevangen-schap.Men bezit een zeer intéressante be-schrijving van het kasteel van Bialystock ten tijde van Graaf van Branicki. Het schijnt dat men er in luister met Versailles kon wedijveren. Het theater was er vooral opmerkenswaardig. Gedurende het seizoen verbleven er twee tooneeltroe-pen op het kasteel, een Poolsche en een Fransche, alsook een zeer volledig balletkorps. Al die luister ligt thans verre achter ons... De oranjerie, welke over geheel Europa bekend was, werd naar Petrograd gebracht, de vergulde meubelen werden verstrooid, de marmeren en por-fieren kolommen weggenomen... en het prachtige kasteel is een koude en som-bere kostschool gewo-rden. EENE FEDERATIE VAN AMERî= KAANSCHE AMMUNITIEFABRIE-KEN. — De « Telegraaf » van Amsterdam publiceert telegrammen uit New-York volgens welke de Amerikaansche munitie-fabrikanten eene federatie zouden gevormd hebben met hoofdzetel te Chicago. Zij hebben besloten geen munitie meer te leveren dan tegen betaling in goud, en op de voorwaarde dat 50 t. h. van al de bestellingen vooruit betaald worden.MECHANISCHE LANDBOUW IN FRANKRIJK. — Uit «Le Temps»: Het ministerie van Landbouw heeft openbare proefnemingen met werktuig-kundige bebouwiug georganiseerd, welke, met het oog op de tegenwoordige omstandigheden en het gebrek aan land-bouwarbeiders, van zeer groot belang zijn. DE HAVEN VAN MARSEILLE.-De « Sémaphore », een te Marseille ver-schijnend blad, bevatte onlangs een ar-tikel over den toestand in de haven van die stad, die kritiek dreigt te worden indien niet spoedig de noodige maatre-gelen worden getroffen. I11 de Kamer heeft de afgevaardigde Thierry reeds over dit onderwerp gesproken; hij ver-klaarde o. a. dat 30 schei>en wachten, tôt zij konden binnenvaren. Thans zijn het er reeds 37 met meer dan 150.000 toimen inhoud, die niet gelost kunnen worden. Een der voornaamste redenen is het gémis van arbeidskrachten. Een groot gedeelte van de arbeiders te Marseille zijn Italianen en reeds zijn er 150.000 tôt nu toe naar Italië vertrokken. Daardoor hoopen de goederen zich voortdurend meer op. Een schip, dat vroeger in drie dagen gelost en geladen was, heeft thans 15 dagen noodig. Dit heeft natuurlijk een buitengewoiie verhooging van de onkosten ten gevolge. Zoo moesten handelaars iu olie thans voor 395 vaten van 200 kg. 1475 frank onkosten en liggelden betalen, tegen vroeger 225 frank. Het gevoig is weer, dat de artikelen duurder worden, waar-toe ook 110g het verschil in den wissel-koers bijdraagt. Verder veroorzaakt deze toestand een onproduktief stilligen van het geld gedurende 30 tôt 50 dagen voor de meeste importeurs en een veel grooter verlies op de goederen zelf door lekkage, verlies aan kwaliteit, enz. Zoo verhaalt men van een importeur, die op een vraclit van 15.000 kg. een verlies van 4308 kg. had te boeken tengevolge van het uit-zweeten der vaten. Men heeft kunnen waarnemen, dat paraffine, die in zakken op de kade opgestapeld lag, in de brandende zon smolt en tusschen de zakken doorvloeide, terwijl de zakken door de warnite geheel waren samenge-plakt. Op deze wijze gaan er millioenen verloren en het is noodzakelijk, dat er spoedig wordt ingegrepen. HAVENBEWEGING. — Op 11 September liepen in onze haven 5 stoomsche-pen, 1 motorboot en 22 lichters binnen, terwijl 5 stoomschepen, 4 motorbooten en 21 lichters onze haven verlieten. Op 12 September liepen 2 stoomschepen en 22 lichters onze haven binnen, en verlieten 6 stoomschepen, 8 motorbooten en 8 lichters dezelve. DE REGIMENTSZOON. — Het te Hilversum verschijnende nieuwsblad <( Vooruit » vertelt, dat de militairen, die iu het kainp te Laren vertoeven, een (( regimentsknaap » in hun midden hebben.Het is een 9-jarige jongen uit Hilversum.Dezer dagen kwam hij in het kamp met verzoek 0111 hem wat eten te geven. Hij vond een hartelijk onthaal en dit beviel hem zoo goed, dat hij niet nieer weg wilde. De soldaten ontfermden zich over den lcnaap en besloten, om hem als « regimentszoon » aan te nemen, zulks met goedvinden van de officieren, die schik in het geval kregen. Er werd een uniform gemaakt voor den jeugdigen landsverdediger, die als een « echte » soldaat het militaire leven medemaakt. Aan zijn uniform ontbreekt alleen een geweer, in de plaats waarvan een bajonet den jongen zoon van Mars gevechtswaardig maakt. De ransel is vervangen door een knapzak. Overigens maakt de jongen aile mar-! schen en oefeningen mede. Deze week marcheerde hij met de soldaten 28 km. ver. Een kleine concessie. wordt hem op iyarsch trouwens toegestaan : valt het looi>en hem onder weg te moeilijk dan jmag hij bij den majoor op het paard zitten, tôt zijn vennoeidheid geweken is. De 9-jarige jongen is een zoon van een stoker der gasfabriek. Zijn schoolva-kantie is inmiddels verstreken, doch | men heeft verlof voor hem gevraagd en jverkregen, tôt tijd en wijle het kamp ; te Laren wordt opgeheven, d. i. in de niaand September. DE BROMMENDE CLEMENCEAU. — In een hoofdartikel, dat tôt opschrift heeft « Bureaucratisch Be-stuur, Autoriteit en Vrijheid », laat Clemenceau zich in de « Homme En-I chainé » in zeer afkeurenden zin uit over de Russische toestanden en over Engeland, dat in geen enkel opzicht op den oorlog voorbereid was. Over Frank-rijk kan hiî niet schrijven. In een Fransch dagblad mag men wel schrijven over Russische en Engelsche organisâmes maar niet over Fransche, daar de regeering van een republiek minder îi-beraal is dan de Tsaar, en geen kritiek gedoogt. Zoo beweert Clemenceau ten minste.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsche nieuws behorende tot de categorie Gecensureerde pers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes