Vooruit: socialistisch dagblad

1460 0
19 september 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 19 September. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 30 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/qv3bz62j5n/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Orgaan der Belgische Werkliedènpartij. Verschijnende aile datjen. Drtikster-Uttgeeîster Sam: Maatschappij KEÏ LICHT btstuurdsr s P. DE VISCH. Ledeberg-Gcnt . . REDACTiE . . ADMINISTRATIE HOOGPOGRT. 29, GENT ABONNEMENTSPRlja BELGIE Drie maanden. . . , , rr. 3.23 Zea maanden • , . , . fr. 6.50 £»» tont . fr. 12.50 Weo anonneert zicti op aile postbureeiea DEN VREEMDE Drle maanden (dagelijka verzonden). ..... fr. 0.75 Zoo beweert Le Bien Public ! Antwoor-dend aan Vooruiî doet hij zulks .uitecn als volgt : Het is een ongehoord iets, in de oogen van Vooriîit dat het aan den «prins s behoort van het signaal van de slachting te geven. Vooruit is zeker onwetend dat de prins, de vei-persooniijking is van dan Staat en dat daar waar de gods-geleerden over den prins spreken, zij tien Staat zelvon bedoeien. VVat er meer van is, zelfs in de grondwettelijke landen, is het recht van den oorlog te verklaren voorbe-houden aan den chef van den Staat. Het ware overigens weinig ge-schikt, wanneer een Staat wordt aangevallen, van te moeten wach-ten om tegenweer te bieden tôt dat de Kamers bijeengeroepen zijn en gestemd hebben. Niemand betwist overigens, dat de prins, wanneer hij besluit van den oorlog te aanvaarden, uitsluite-lijk moet handeien in het belang van den Staat, en niet om een persoon-lijken gril, eene heerschzucht of eene wraak te voldoen. Men staat verstomd, men meent te droomen als men zulke dingen leest. Dus de prins of de regeerende vorst bezit geheel alleen het recht om den oorlog te verklaren of te aanvaarden. Het land heeft slechts te zwijgen, te gehoorzamen en het bloed zijner zonen en vaders te offeren zonder meer. De prins is de verpersoonlijking van den Staat. Wij protesteeren uit al onze krachten. De prins wordt hier verheven tôt de Godheid, hij beslist over ailes, zijn wil is wet voor iedereen. Vooreerst is zulks niet waar. Wij weten dat in vroegere ceuwen het koning- en keizerdom zoo goed als over eene macht zonder paal noch perken be-schikten.Louis XIV, de zoogenaamde Roi Soleil of den Zonnekoning, dierf en mocht zeggen: « L'£tai c'est moi »j of a De Staat dat ben îk ». Wij weten eveneens dat ten huidigen dage, het russisch tzarisme en verschei-dene Oostersche monarken nog over het alleengezag beschikken, dat eens zoo-ver ging van te beschikken over 't leven en de dood hunner onderdanen. Maar wij vergeten ook niet dat de Fransche Revolutie van 1789, dat onbe-perkt gezag en prmciep gefnr.ikt heeft voor de meeste Europeesche landen. En de stijgende demokratie, verre van dit beginsel te loochenen of in te krim-pen, heeft het verdedigd en uitgebreid. Daarvan getuigen de grondwetten, het invoeren van steeds uitgebreider stem-recht en de aanstelling van ministers, die verantwoordelijk zijn voor de wetten, die de vorst teekent als pure formaliteit. Vandaar de zeer gewettigde meening van het belgische volk, — om bij ons | eigen huishouden te blijven, — dat de koning enkel eene nuttelooze, maar kos-telijke en soms schadelijke pop is. Zekerlijk komen er bijvoorbeeld in de belgische grondwet zeer tegenstrijdige dingen. Zoo bijvoorbeeld zeggen de artikels j 03 en 64 : De persoon des konings is on-schendbaar; zijne ministers zijn verantwoordelijk.Geen act des konings kan uit-werking hebben, indien hij niet me-deonderteekend is door eenen minis-ter, die daardoor alleen er zich verantwoordelijk over maakt. In theorie is de koning hier dus nie-mendalle. Hij is verantwoordelijk voor niets. Gaat men nu over tôt artikel 68, dan leest men : De koning heeft het bevel over land- en zeemacht, verklaart den oorlog, maakt de vredes-, verbonds-, en handelsverdragen. Hij geeft er kennis van aan de kamers, zoodra het belang en de zekerheid van den staat het toelaten, er de behoorlijke mededeelingen bijvoegence. De handelsverdragen en degene die den staat zouden kunnen bezwa-ren of Belgen persoonlijk verbmden, hebben maar uitwerking dan na de goedkeuring der kamers te hebben bekomen. Uit dit artikel zou op het eerste zicht op te maken zijn, dat de koning over oorlog en vrede beschikt naar goeddun-ken.Maar de laatste alinéa komt die macht weeral beperken, want, de verdragen aangegaan door den koning en die den Staat zouden kunnen bezwaren of Belgen persoonlijk verbinden, hebben maar uStwerking dan na de goedkeuring der Kamers te hebben bekomen. Die koninklijke oorlogsverklaring en die vredesverdragen zijn dus geen abSO* luut recht meer van een belgischen grondwettelijken vorst. Zulks heeft voor gevolg dat al de machten die de grondwet en de bijzon-dere wetten aan den prins of den koning toekennen, ten slotte in rook opgaan. $ $ Wij weten niet in welke eeuw Suarez geleefd heeft, maar hij moest nooit een grondwettelijken staat gekend hebben, om te zeggen dat de prins de verpersoonlijking is van den Staat. Hij was vroeger de alleenheerscher of daaromtrent, zijn wil was wet. Heden is dat zoo niet meer. En als Le Bien Public zegt dat het recht van den oorlog te verklaren, zelfs in de grondwettelijke Staten aan den vorst is voorbehouden, dan kan hij nu op zijne beurt ook leeren dat dit recht meer schijn dan werkelijkheid is. Overigens in dezen tijd, met den graad van beschaving die de meeste europeesche natiën bereikt hebben, kan er geen sprake meer zijn van aprinsen» die den Staat verpersoonlijken. Het is toch geweten dat niet al de wetten die de belgische koningen sedert 1830 teekenden,beantwoordden aan hun-nen wil en aan hunnen zin. En omgekeerd, heeft de koning vele wetten geteekend die geenszins beant-woordden aan de meerderheid der open-bare opinie van 't land. Als Le Bien Public voorbeelden wil, hoeft hij ze maar te vragen. Dat is overigens verstaanbaar, als men nagaat dat de meerderheid der belgische natie langen tijd onmondig was en geen kiesrecht had om harç opinie te doen kennen. Nu heeft de arbeidende klasse een stuk recht veroverd, maar nog niet wat haar toekomt. Eerst als de landen het volksinitiatief,het zuiver algemeen stem-recht en het referendum bezitten, zal de volksspuvereiniteit bestaan en tôt hare voile uiting komen. En de koning van dien tijd zal ont-slagen worden van den zwaren (?) en gewichtigen ( ?) last dien hij te dragen heeft. Hij kan gerust op zijn gemak gaan leven, hij zal noch honger, noch dorst of koude lijden. F. H. • —— I—MM M— l—l—l Ml IlIIII—■! ■— Wil I I' I Û "M,, siaspî ge dsn ? I j^ben aan dat christelijk blad ge- 1 wa^ bedoelde als het onze on- I tWl'lzere&sen den naam gaf van «platte, I geSee"e.straatjufers». n,'.1. | isen geen antwoord. I Vfaa'li i ^.e uan»en en de adressen ge-I hU; christelijke ouders die zoo innig I Kp^WareD ^un zoon eea goede dooa I «H.7v nas op slagveld. | Dat l Sebaart van krommenaas. I niet 1 Is,"ee' gemakkelijk, wij kunnen dat I eerliit00 i en" ^aar of het ook moedig en I °°rdeelen 'a^'en wij het publiek over K hefl.M-11!1611 zijn «itspraak op voorhand, «ïiSSkïï!,leœ™: lafaard»! 't Voï Populo, Vos dei I F. Ht De siuitiog der Atlumettenfabrief TE NIKOVE lu ons blad van 14 September laatst maakten wij de manier bekend waarop M. Lambrecht de kistenmakers en molenwer-kers had afgetrokken, — met yerbod zulks rpnd te brieven. Daar « Vooruit » niet kan toelaten dat de werkers benadeeligd worden en de aftrok door ons openbaar gemaakt werd, ontstak M. Lambrecht in zulke hevige woede, en deed het fabriek stil legg-en, tôt zoolang degene zou gekend zijn, die o.ndergeteekende had ingelicht.. ' . ■ rtiVi *1 1 ■ "m n - i, ' - — "•» Toen de werklieden hem deden inzien dat niet een hunner zulks had gedaau en schrij-ver had onderteekend, toen ging de kat op de koord. Hij schold de werklieden uit en beweerde dat zij allen uit de «Vooruit» moesten blijven. (Hij bedoelt hier de vakvereeniging). Een werkmau deed hem in gepaste woor-den inzien dat hij het recht niet had hen verwijten toe te sturen ; het gevolg was dat deze werkman definitief werd weg gezon-den.Hoe moedig voor M. Lambrecht, die on-getwijfeld vergeten heeft dat ook hij uit de wroetersklas is gesproten. De hoogmoed verblindt hem wel erg, fsinds hij van boerenzoon opgeklommen is tôt bestuurder. Ah, M. Lambrecht, de werklieden zijn on-rechtvaardigen, om uwe ergere woorden niet te gebruiken. Onrechtvaardigen zijn zij die gebruik maken van deze droeve omstandigheden, om j het loon der werklieden, die thans meer dan ooit aan hunnen willekeur zijn overgelaten, — te verminderen en a-ldus hun droevig bestaan nog te verergeren. Onrechtvaardigen zijn zij, die de klasse verraden waaruit zij afstammen en ze in den rug schieten. Onrechtvaardigen zijn zij, die den moed misSend dezen aan te spreken die de ver-antwoordeliikheid dragen, ja, zelfs op ver-zoek der werklieden weigeren met hen te discuteeren, onschuldigen de stra-at opwer-pen, den honger ten prooi I Ziedaar, M. Lambrecht, wie onrechtvaardigen zijn. De werklieden mocten hunne vakvereeniging verlaten. Hé, hé, M. Lambrecht, weet gij niet dat het recht van vereeniging nog bestaat; en uwe werklieden van dat recht mogen gebruik maken. In geval gij zulks soms mocht vergeten zijn, zullen wij het u op tijd en stond, daar waar het past, wel herinneren. Gij verbiedt uwe werklieden ons in te lichten. Maar, Mijnheer, weet re dan niet, dat al moesten de kraaien het uitbrengen, het ons toch ter oore komt? Gij moest dan toch uwe gemeene handel-wijze wel bewust zijn, dat ge zoozeer voor de ruchtbaarheid terugschrikt. En 't is nu perc.ies op de manier niet waarop gij nu handelt dat gij de zaak zult doodsussen. Onze gansche bevolking heeft u thans waarlijk leeren kennen en gij moogt gerust zijn dat dit oordeel niet zeer vleiend is voor u. Wat aangaat dat wij de werklieden aan-hitsen tôt staking, daarvoor halen wij de schouders op, en laten aan aile rechtzinnige menschen oordeelen waar zij zulks in ons schrijven kunnen vinden. Wij betrachten enkel onzen plicht en ondnnks en trots u, M. Lambrecht, zullen wij dien steeds vol-brengen, en zullen wij al doen wat in onze macht bestaat, om de zeîelijke en liehame-lijke ondordrukkiiig onzer ■diepbeproefde werkersklas te keer te gaan. En om te sluiten, M. Lambrecht. willen wij u nogmaals zeggen dat de oorlog niet bestendig zal duren en dat deze eene erge rekening tegenover de menschheid zullen te betalen hebben, die al de ellende die de huidige toestand meebrengt, niet bewust zijn, en de arbeidersbevolking nog meer on-verdiend doen lijden. P. .an de Steen. Japan en China * Volgens engelsche en russische bladen is er, voor wat aangaat het naleven der chineesch-japaneesche overeenkomst, dat moest aanvangen met 12 september, een uitstel van twee maanden aangenomen. De japaneesche ambassadeur te Pékin moet daaromtrent aan dagbladschrijvers gezégd hebben dat er nieuwe onderhande-lingen noodig geworden zijn voor wat be-treft de veroverde rechten van Japan in Mandschourije en Mongolië. Dit uitstel en de pogingen voor het aan-knoopen van onderhandelingen hebben voor gevolg gehad dat er weer in aile groote chineesche steden woelige, open-bare, anti-japaneesche vergaderingen ge-houden worden, waarop geweldig gedon-derd wordt tegen de « Japs » en hunne re-geering.Op deze vijandige houding en beweging antwoorden de japaneesche bladen eenvou-dig dat zij daar geene rekening van hou-den en alleen willen weten waaraan zij zich te houden hebben jegens Rusland, van welks regeering zij willen hooren verklaren wat zij aanvangen zal in het geval zij ge-dwongen worden den oorlog te verklaren aan het Rijk der Hemelen ! Volgens eene uit Tokio naar de russische Birjewia Viedoniosti gezonden briefwisse-ling zou de japaneesche regeering de dagbladschrijvers toegelaten hebben te zeggen wat zij denken over de herstelling der monarchie in China, met Juan-Chi-Kaï aan het hoofd. De japaneesche bladen zouden over deze kwestie geschreven hebben dat de regeering lijdelijk zal toezien en aile verande-ringen aan den chineeschen regeerings-vorm zal dulden — voor zooveel zij geen gevaar d^arstellen voor hare belangen in , het land., L — Van nog veel meer belang zijn de vol-gende berichten die wij zoo links en rechts aantreffen : Sedert dat Japan zich hier en daar aan-gesteld heeft als voogd over China heeft men het land door erge révolutionnaire be-wegingen onder de massa zien ontstaan, die zich maar niet zal onderwerpen aan «den al te trotschen indringer». Het japaneesch ultimatum heeft in de chineesche volksziel ailes opgewekt wat er nog in sluimerde als volksgeest of als nationale fierheid, en het onvermijdelijk gevolg daarvan is geweest dat dit volk woest en wild tôt het besluit gekomen is van hoege-naarnd geene handelsbetrekkingen meer te willen onderhouden met een «verraderlij-ken gebuur die hem op eene zoo schanda-lige wijze komt vernederen en beleedigen». De japaneesche regeering heeft het groot ongelijk gehad van te twijfelen aan het weerstandsvermogen van het chinaesch volk en te meenen dat de thans op touw gezette «boycott» harer waren zal afloopen zonder onberekenbare schade voor hunnen handel. De in China gevestigde handelshuizen hebben reeds onberekenbare schade moeten lijden en allen zullen zij het lot on-dergaan van de velen die reeds hunne ma-gazijnen en bureelen hebben moeten sluitenDe zoo machtige firma der Mitoui, die stond onder het zoo behendig bestuur van den geslepen ouden markies Inouyé, die reeds huizen had in de hoofdsteden van bijna aile provinciën heeft haren invoer in den tijd van eenige weken met meer dan vier vijfden zien verminderen ! Langs diplomatischen weg heeft de japaneesche regeering voorstellen gedaan aan den chineeschen dictateur en deze heeft, gebonden als hij was, reeds verscheidene manifesten laten verschijnen waarin hij de bevolking aanraadt «verstandig en wijs te zijn»., er voor te zorgen «dat er geene moei-lijkheden ontstaan» terwijl hij al zijne handlangers aanzette om het mogelijke te doen en te voorkomen dat de «boycott» op groote schaal doorgedreven worde. Wat de gevolgen van dat ailes zullen zijn? Een chineesche geleerde heeft daaromtrent een grondig onderzoek gedaan in zijne streek van Yang-Tsé-Kiang en hij heeft den uitslag daarvan gezonden aan het parijzer socialistisch blad Humanité, waarin het onder meer heet: « Bij onze kleine chineesche boeren, de kleine handelaars en de kleine nijveraars zijn geene japaneesche voortbrengsels meer te ontdekken. Op de muren der steden, der kleine steden en der verst afgelegen dor-pen hangt nog overal het «bericht aan de Chineezen, om te vragen dat zij nooit den 9 Mei zouden vergeten (den dag waarop het japansche ultimatum aan de chineesche regeering werd gezonden). In de groote steden, te Sanghai en Hankeou, liing dit «bericht» ook overal op de zicht-baarste plaatsen en oefende het zijn gewel-digen invloed uit op de massa. Langs om beter in Mexico Volgens telegrammen uit New-York aan Eeater geionden gaat het maar langs om beter in het rooversnest van Mexiko. Zonderlinge geruchten zijn nu in omloop omtrent het lot van generaal Villa en zijn handlanger Fierro — den bandiet die voor een jaar vervolgd werd wegens moord op den schotschen pachter Benton, maar zich schuil wist te houden onder een valschen naam en militaire kleederen. Villa en Fierra hadden zich aan het hoofd van vier honderd mannen begeven naar het kamp van generaal Urbina, om hun «rechtmatig» deel te eischen van een geroofden buit van verscheidene millioenen dollars, die daarheen gesleept waren. Er ontstond twist, men ging aan het vech-ten eu Villa met zijn handlanger werden ter plaats afgemaakt. De agencie deed een onderzoek instellen over het geval, liet het den volgenden 'ag bevestigen, maar kreeg den volgenden dag een telegram van den in El Paso wijlenden broeder van Villa, die verzekerde dat nst gerucht volkomen valsch was. Met dit ailes weet men nu nog niet of Villa wel vermoord is, en daarom twijfelt men ook aan gerucht over het deelen van den buit in het kamp van Urbina. Omtrent den verwarden toestand in x:3t land van Mexiko wordt nog langs een ande-ren kant ernstiger gemeld ; De zuidamerikaansche liepublieken schij-nen niet zeer veel belang te willen hechtei aan het voorstel der panamerikaansche commissie om handedend op te treden in Mexiko. In Brazilië en Argentine zouden de meeste politieke kringen zich openlijk ver klaard hebben tegen gelijk welke ge2am>n-lijke tusschenkomst der Vereenigde Staten — die in de kwestie niets kunnen te zien hebebn op den huidigen oogenblik. Hier en daar zouden het vooral de soria-listen zijn, onder den invloed van den ver maarden schrijver Manuel Ugarto. dis zieh tegen aile tusschenkomst verzetten en met dit doel volksvergaderingen houden, door dewelke zij dagorden in hunnen zia d.';en stemmen. In de braziliaansche Kamers zou het oveï de tusschenkoiftst tôt steweldige beorekin- gen en rumoerige tooneelen geko aea nin, waaraan slechts een einde kwam als de regeering officieel deed veïklaren dat er nog geen enkel besluit daaromtrent geno-men was. Ontwaakt, ô Volkren ! L ' ' Bij 't sissend, 't knettrend kogelknallen Velt 't moordend schroot de menschen neer. Ontelbren zijn alreeds gevallen, En tôch, — 't kanon eischt nôg er meer ! Hoe aaklig zijn de stervenskreten Van hen, die 't lood ten grafkuil sleept! De bloeddorst schijnt dit niet te weten Nieuwe offers worden neergezweept... In duizenden van huisgezinnen Hoopt men den krijger weer te zien. Hoe vurig zou men hem beminnen ! Maar... reeds ligt hij geveld misschien ! En zwevend tusschen hoop en vreezen, Stierf menig moeder van verdrietj En vele kindren zijn reeds weezen, En weten 't in hun onschuld niet.., Genoeg met al die menschenlijken, Genoeg met al dat schuldloos bloed, Waarop de gieren nederstrijken ! Weg dit tooneel, dat ijzen doet! Ontwaakt, ô volkren aller landen ! Ontgloeit voor 't glanzend vredelichtl Omstrengelt, u met broederbanden; Beschouwt dit als der menschheid plicht I | Gent, September 1915. Isidoor Albert. Een schrikbsilâ oit den Oorlog un uvti wiiwwj, Volgens deensche, en zweedsche bladen gaf het laatste nummer van Russkoie Slovo de volgende, huiveringwekkende bijzonder-heden over den toestand waarin de duizenden en duizenden poolsche arbeiders en boeren verkeeren die voor het terugwijkend russisch leger naar het binnenland vluch-ten : De poolsche vluchtelingen, waarvan niemand het benaderend getal kan opgeven, volgen vier richtingen, zooals hen door de legeroverheid aangeraden werd. Langs de weg die over Wlodawa en Ko-brin naar Pinsk gaat schat men het getal wijkelingen op... 400.000. Langs den weg die over Bjelostok en Lomscha naar Minsk gaat raamt men het getal dezer ongelukkigen op... 100.000. Langs de twee andere wegen, die uit verschillende richtingen naar de hoofdstad van het gouvernement Smolensk loopen, zullen er wellicht nog meer vluchtelingen moeten geteld worden. Die massa der ellende gaat zeer traag-zaam, pijnlijk voorwaarts, niet langs eea-weg of baan, maar over velden, door de moerassen en de bosschen, ailes meesle-pend dat niet tôt het leger behoort — het leger dat aile begaanbare w«gen en Btra-ten ingenomen heeft. In de droog liggende dorpen, aan de kruiswegen en in de bosschen rust de massa zich voor een paar dagen uit en plundert zij het weinige dat nog te plunderen is. Aan levensmiddels heerscht er onder de ongelukkigen volslagen gebrek en voor de regeering is het volstrekt onmogelijk hen ter hulp te komep met brood of iets an-ders.Hongerkoorts, typhuskoorts, scheurbuik en besmettelijko ziekten woeden dan ook verschrikkelijk onder de massa van menschen die als dieren ondereen liggen en geen begrip meer kunnen hebben van ge-zondheidsmaatregelen.Op elken afstand van twintig wersten langs de wegen zijn de moedigsten gedwon-gen geweest houten «hospitalen» op te tim-meren die allen dadelijk vol lagen met al-lerhande zieke mannen, vrouwen en kin-ders, die in het stroo lagen te jammeren en te sterven zonder de minste geneeskun-dige hulp ! En rond elk houten hospitaal ligt thans een kerkhof waarop twintig, vijftig, honderd menschen begraven liggen die in die afschuwelijke ellende omgekomen zijn ! Gister ontving het bestuur der stad Minsk van zijn afgevaardigde Dijakonoff, die den ellendestoet tegemoet gezonden was, telegrafisch bericht over den toestand en de man vreesde dat van de vluchtelingen niemand levend de stad zou bereiken als er niet dadelijk maatregels genomen werden om ten minste brood en geneeshee-ren te zenden. De deensche bladen voegen er bij dat de wegen, die door de vluchtelingen gevolgd worden, eindeverre afgeteekeud zijn door de talrijke voorwerpen die door de uitge-putte ongelukkigen achter gelaten worden omdat zij xoor hen geene waarde meer hebben» J1' iaar — N. 281 Prijs per nummer : voor BolgiS 3 eeDlienua, voor den Vreemde5 centiemen Teiefoon s îïedactïe 247 - Adniînistraiïe 284» Zonôar 19 SEPTCfUBER 1911»

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes