Vooruit: socialistisch dagblad

1624 0
18 oktober 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 18 Oktober. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 10 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/rj48p5wm6z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Drukstet -U itgeeiete? Maaîschappij H ET L5CHT bestuardcr » 9. DE VISCH. Ledebcrg-Oent , . REDACT8E . . ADMINÎ5TRATIE HOOGPOORL 29. GENT VOORUIT ûrgaan der Bslgisohe WeM'edeiîpapîij. Verschy/teade aile datera. ABONNEMENTSPRU3 BcLGiE Drle tnaandcn. » . , , tr. 1.2& Zza maanden > , . ■ . fr. 6.50 Een jaar....... fr. 12.50 M «a aoonneert ikh op aile posttrarccta» DEN VREEMDE Drie m&anâcn ïdagcKjk» vcnsontien), « . . ♦ «' fr. 0.19 Bekendmaking jy&ppen-Inspektie der IV Armee Gent, 14 October 1915. 1) Daar in de gemeente Etichove de ver-ordsning van het legor-opperkommando van 8-5-15 over de aflevering en dooding van duiven niet behoorlijk nagekomen is, heb-bende de landbouwer Henri Baert 10 post-duiven en de wagenmaker Guataaf do Bourdeauhui 2 postduiven tegen het verbod in Ievend achtergehouden, terwijl het ge-meentebestuur deze overtreding bij gebrek aan waakzaamheid niet ontdekt heeft, is deze gemeente op vervoeging van heit leger-opperkoinmando eene boete opgelegd van 5000 Mark. 2) Daar in de stad Lokeren de verordô-ning van het legor-opperkommando van 3-6-15 over de aflevering en dooding van duiven niet behoorlijk nagekomen is, heb-bende de landbouwer Petrus van Laere 9 duiven, waaronder 3 postduiven, tegen het verbod in leven achtergehouden, terwijl de toezicht-plichtigo gemeenfcebeambten deze overtreding bij gebrek aan waakzaamheid niet ontdekt hebben, is deze stad, op ver-volging van het leger-opperkommacdo, eene boete opgelegd van 5000 Mark. Dit brengt ter openbare kennia de Chef van het burgerl. Beheer, VON KEUDELL, Regeeringsraad. ZEGEN VAN EENVOUD Luik, 9 October. De eerste dagen van het wereldbe-roemd L<*ld-endicht dat België nog thans niet heeft afgemaakt, waren geen dagen van schrik, wel dagen van zoo maat-looze verslagenheid, dat men het echte wezen van de dingen niet meer begrijpen kon en over de aarde liep als iemand, die plots met een moker op het voorhoofd wordt geslagen. 't Waren dagen van vol-komen begripsverduistering. Men bleef roerloos, geaachteloos staan naast en op werk, dat men zich lang te voren als dringend voorgenomen had. Of men liep zoo met eens weg, zonder te weten waarheen en toch met de overtuiging dat men wezenlijk iets doen wou, iets doen iou. 't Kwam er niet van. Eer men het onbewuste doel bereikte, was men weer weg naar andere doelloosheid.. Zoo kwam ik een stond voor mijn boe-ken staan en 't docht mij dat ik iets heb~ ben moest van den grooten Tolstoï, iets ernstigs, iets rijps, dat zou werken als | een wonderbaar opwekkingsmiddel en I mij zou begeesteren om goede dingen te doen, om wezenlijk te arbeiden met een doel. Ik was overtuigd dat Tolstoï inhsd; wat ik zou moeten inkrijgen en dat hij mij ongevraagd de wekspijs geven zou. Ondanks die overtuiging en dit voile ver-trouwen in den grooten menschenredder, stond ik daar weer, ik voelde het, als een onmondig kind, dat niets verstaat van onbekende dingen, waartegen het gaapt van verveling. Ik had die heele reeks boeken uitgelezen en diep genoten. En-kel bij 't zien schemeren van de titels op de ruggen ging het lcinemaspel van Tolstoï's wonderbare kunst wondervlug mijn geest voorbij, zoo helder en zoo snel dat ik bijna verduizelde. Wat had ik nog niet gelezen? Dat boek met dien afschuwelijken titel, kin-derachtig, dom meteen t Que devons nous faire?» (Wat moeten we doen?) Juist ! in 1903 van de pers gekomen, het 24' deel ! Elf jaar oud ! Elf jaar lang ver-acht, verafschuwd, zelfs niet openge-sneden! De sloten van de helledeuren mogen smelten en al de heiden van Satan over België komen, zoo ik dit boek | nkijk* Ik keek het in. Ik las het, met onver-stoorde aandacfct, in een adem uit. 't Is geschreven zoo kalm als een gebed dat een meisje prevelt op de plek zelf, waar eene bomscherf haar twintigjarigen jongen, haar heil van morgen, de hersens ; tôt spatsel sloeg. Er mag een vloek ko-ffien op wie afstrijdt.dat dit gehaat boek j voor mij redding aanbracht. Denzelfden dag dat ik het uitlas en nog eens de i stamkaart nalas, waarop ik 't geheel had samengevat, liep ik driftig naar den kel-cer, pakte ik de bijl, viel op een heelen noop hout, die er jaren noodeloos lag en kloof vier voile dagen, totdat de laatste I spaan venkelhout was voor de huis-; kachel. Ik stond er nu als een held. Ik kan niet meer juist zeggen wat een ont-zaglijke maat ledigheid uit mijn leven was weggekapt, doch ik moet eerlijk j oekennen, dat ik het recht kinderlijk, belachelijk vond, zoo met kanonnen te "ulderen en nog niet te kunnen verhin-û"ren dat een mensch, ?.onder kanon, ^gehinderd vier voile dagen overgeluk-'.'S "out kan klooven. Ha ! Tolstoï, uit 2ljn gehaat boek, had me de les gelezen. o~7.Peen menschen ongelukkig maken, j-ei hij, door u als meester aan te stellen I °ven ze, ze te dwingen je schoenen te Pc,etsen,_ je sokken en je broek aan te eken, je scheermes bij te halen en je Ul water weg te maken, werk dat een I erujke hond niet zou willen doen. «Z6^ helpen, zei hij. Dienaars I ®ak 0m er vr^e roensc^ien van te — Geen aalmoezen geven, bulderde hij, in dit door mij verafschuwd boek, deel 24, 1903. Geen aalmoezen. Ze ver-nederen. Ze tillen niet op. Ze spuiten geen levenssap in. Ze verwekken haat. Wie ze krijgt veracht, verwenscht, haat hem die ze geeft. Zoo! wel besteed! Da's zijn eerlijk verdiend loon. De menschen opwekken moeten we. Waar ze in mest slapen en in mestwater baden.daar moeten we bij hen gaan staan en ze ideali-seeren als de Engel bewaarder, die op een paterbeeldeken halfvliegend, zoo vlug, een jongen bij de hand vooruit-sleurt, om hem uit het ongeluk te scher-men, en hem met de andere hand de rechtç baan naar den hemel wijst. Zoo'n beeldéken is wonderbaar mooi, omdat er een opwekkend idée inzit. Doch Tolstoï is in nr 24 zoo mooi als een Engel bewaarder. Hij is immers mijn Engel ge-weest.Want, zoo waar, toen het hout ge-kloofd was en weer de ledigheid zich in de verts aankond-igde, liep ik naar de keuken en smeekte om werk voor mijn stoflijkheid. Ik wist immers dat dan dit werk 00k geestesgoed zou doen. En ik ging naar den boterwinkel, waar er geen was. En ik kocht margarine en lachte, toen ik scherp bij de thuiskomst werd bekeven, en mocht de margarine zelf opeten. 'k Heb het gedaan en zal herbe-gmnen, zoo spoedig weer boter niet in tijds aankomt. Is nu hout klooven en margarine eten toch een heldendaad? Kom toch aan! 't Is 't vereenvoudigen van 't leven. Zoo moet geen man komen om hout te klooven. Zoo verliest die man dit deel werk en hij is gedwongen zich in te spannen om zelfstandig te worden. Wie steeds margarine eet, als hij boter hebben kan, moet zijn kop niet breken den dag, waarop geen boter wordt bezorgd en hij de rakkers uit het voorgeborchte der hel sakkert, omdat hij droog brood moet eten. Wie toch margarine eet, bedrijft geen heldendaad ; hij doet dit tôt eigon redding, omdat hij spoedig voelt dat hij alzoo nooit kan zonder boter wezen. Zoo 00k met den verdwenen houthakker. Die redt zich zeker. Ge kunt hem hier op de Battemarkt zien staan, langs de Maas, hem, die vroeger lasten trok als een muilezel. Hij is — 't waren 00k de eerste oorlogsdagen van verduizeling voor hem — begonnen met naar Holland petrole te gaan halen en zeep en lucifers en nog en nog, ailes wat hij smokkelen kon. Hij vond dit bijzonder leuk. Als hij over de grens ging, was de duitsche sol-daat knorrig en hatelijk en lachte hem de Hollander toe. Als hij terug naar België moest, was de hollandsche scldaat met een gezicht als een beschimmelde goudasche kaas en stond de duitsche soldaat hem aan te lachen, alsof hij Gretchen was : mein liebchen was wilst du noch mehr? Is me dat, ja en neen, een heldendaad, smokkelen ? Neen, da's alle-daagsch, dat kan een eerste communie-kantje, 's morgens, nog heel nuchter, vooraleer het tôt de heilige tafel nadert. Doch dat smokkelen en die zure en vriendelijke als een naaimachienspel over de grens heen en weer schuivende gebaren van de soldaten, is één, één hoor, één uit de honderd en meer aange-name verrassingen, die iemand opdoet, wanneer hij vroeger in een kelder moest hout klooven voor weinig dagelijks brood en thans een zakvol geld inoogst tusschen twee verschillende soldatenge-zichten. Dat is eenvoudig leven. Tolstoï heeft gelijk en ik kreeg een reiskaart naar den hemel, toen ik bevond dat hij gelijfc had. Wacht! de man op 't Batte heeft kar eja en.feji £§gt 3, « Menj&r, jdig nu zelf hout klooft, da's niet fraai van u, doch kom... Meneer, als d'oorlog nog twee jaar duurt, kom ik u aan uw ge-eerde deur afhalen met dogkar en paard. 't Kan er van af, meneer. » Zou die man Tolstoï kennen? 't Eenvoudig leven is alweer niet Tolstoï te kennen, doch in praktijk te brengen wat Tolstoï zelf 00k heeft moeten vinden eer hij het zoo lina recta schrijven kon. God!! zoo je bestaat, leer ons toch niet langer meer bedelen om dagelijks brood. Voor wie eenvoudig leeft, valt het van zelf uit den hemel. 'k Kan schoenen poetsen... 'k Werd door den oorlog de heele werkdagweelt van de liefste mijnen geslagen, heel ver. Moest dit vroeger gebeuren, 'k kon er het bewustzijn bij verliezen. Wat een kleinigheid! Je pakt een reiszak, een ouwe, zonder riemen en met nog één gest, en daarmee doet je eenmaal, enkel eenmaal in de week, een loopje in de buurt en ailes wat je noodig hebt, om je stoflijkheid door voedsel recht te hou-den, wordt je op den hoop toegeworpen. Daarbij heb-je dan nog het onschatbaar genoegen van de v/inkeljuffrouwen te hooren : Mon Dieu! quel gentil père de famille ! Dat zijn me ge<?n heldendaden. Er zijn trouwens geen heldendaden. Er zijn maar daden verschillend in graad, drijf-veer of uitwerksel, die iedereen naar zijn vermogen doet, zooals hij dit kan. Den dag, waarop ik iemand zie doen, wat hij niet kan doen, zal ik het uitschreeuwen : « Dat, menschheid, dat is een heldendaad, standbeeld dien man in goud en schrijf op het voetstuk : hij hield op eenvoudig te leven. e Als de luie moddervette kat van mijn huiseigenaar, een beest — de kat be-doeld, neem me niet kwalijk — die ik niet verdragen kan en die 't begrijpt, want ze zet nooit een pcot in mijn rijk, als die kat, wou werken in plaats van zoo driemaal minstens per dag pot en pan leeg te slabberôfr en dan nog haar snorren af te zuigen, toch iets deed om menschen, met haar belast, eenvoudiger te laten leven, dan zou ik wat achting voor haar kunnen hebben. Nu! ze kan nauwelijks waggelend gaan. Ze zou mo-gelijk geen muis vangen, al liep er een tegen haar bakkes. Goed 00k, want zoo krijgen de rnuizen eenvoudiger leven. Onze merel en zijn vrouw, da's een prachtig paar. Die kan je bewonderen, vriend, doch navolgen niet. 'k Kan een boek schrijven mee zijn leven van één dag. Waar die twee de reine wijsheid halen weet hun schepper misschien al-leen. Ze zijn getrouwd en jong nog,want ik heb ze in lente en zomer lekker zien koppelen. Nu leven ze naast elkaar,alsof ze achterkleinkinderen hadden. Ze be-kijken elkander nauwelijks en toch gedu-rig samen en dicht naast elkaar en de man zeer bekommerd met zijn weder-helft en zij, zoo bescheiden, zoo eerbied in zijn naaste buurt, alsof ze elkeen be-teekenen wou : « Die is de mij ne en geen vonk van hem is buiten me. » Men zou denken : dit merelpaar kan niet leven zonder altijd lente- en zomerjoel te maken, want in 't zongetijde zijn ze toch met hun minnegekkernijen niet meester te worden. Thans niets, zonder stem, onbegrijpelijk ingetogen, door de blade-ren glijden, zonder gerucht door de tak-ken wippen. Ook om voorraad te halen. Doch ze hebben geen oude reiszak, daar-om moeten ze meer sukkelen dan iemand die wel zoo iets heeft. Mijn merelpaar..? De kat mag een schot uit een bomketel van 42 krijgen, ze zal toch niet roeren, doch wie mijn merels stoort zal ik naar Tolstoï verwijzen om eenvoudiger leven te leeren. STEVEN BOERSEN. Neusknipjes Van als wij dien titel lazen boven een ar tiksl van De Gentenaar samengesmoltei met de Landwacht en De Kleiiie Patriot wsrd het ons barig aan 't harte, te mee: omdat hij onderteekend was door Do Zwecp Wij lazen het artikel en — wat geluk — ons Heere bleef gezond. Het schrijven was veeleer eene reeks 00m plimenten voor ons en Zweep moedigde aru aan en gaf ons goeden raad. Gelooft ge ons niet vrienden, welnu lees' dan zelven. Ziehier wat .die kathalieke persirijvuldig heid schrijft aan ons adres : Na «Vooruit» ia er niets meer!... Ir de stad is er niets buiten noch bover «Vooruit» ! In geheel de Provincie, zelf: in geheel Belgié is er niets dat tegei «.Voorjiifc» kan epw^gea! In Biyppa ii , geheel de wereld, vindt «Vooruit» zijns r gelxjkea met ! ' Elkeen weet dat... indien, wiel te vor- j staan men sleciits een enkel nummer van dat wereldberoemd blad heeft gelezen ! Wie den naam «Vooruit» uitspreekt, : zegt: Vooruitgang, gezonde politiek, recht, plickt, waarheid, rechtvaardig-heid eerlijkheid, deugdzaamheid, be-lee£Jheid, voorkomeudheid, eendracht, broederlijke overeenkomst der rassen, broederlijkheid onder de volkeren, ver-smelting der klassen en standen ! «Vooruit» is ook de verperaoonlijkiug der zuivere, onvervalschte wetenschap, van de kunst, van den Godsvrede, van de vrijheid, de pelijkheid en de broederlijkheid I ! Kortom «Vooruit» ia de toekomst, de menschheid, «Vooruit» is ailes ! .1 Als wij dat lazen, -rçaren wij rechtzinnig ontroerd. Het was de eerste maaJ, dat ons een zoo waar en welgemeend compliment ten deel viai. En natuurlijk aanzagen wij die prachtige vaststelling van onze deugd en onze ken-nissen, niet als persoonlijk toi een van ons gericht, maar als toi eere strekkende van het socialisme. Inderdaad hoe vatten wij dea toestand op? Het socialisme is de leer (fié dea arbeid, vrij en welstellend wil maken en — 't moet er toch uit — ook den meester over de wereld.Wie dat niet -wil, is onzen vijand ot boter onzian tegenstrever. 't Is het socialisme, 't is die leer die wij verdedigen. Onzen welgemeenden dank aan De Gentenaar om ten minste eene ma&l ia zijn leven de waarheid te hebben gezegd. Jammer dat ons beetje geluk vergald wordt, door eene kwaadaardigheid van Zwcep. Ziehiar wat die man ons voor raad geeft : « Vooruit », jongen, gij moet absoluut bij eepen specialist voor de zenuwziek-ten te rade gaan, en u goetd doen ver-zorgen, zoo ni et, wees op uwe hoede, want in net S trop ia er nog plaats, en vergeet ook niet, dat srootheidswaan-zin in meest al de gevallen ongenees-baar is. Gejitemiar dat is geen vrome christelijke wensch die gij hier uit. En hij past op de rest van uw anders meesterlijk artikel gelijk een tang op een varkea. Maar er biedt zich voor d'en heiligen trio Gentenaar, Landwaoht en klcine Patriot eene onverhoopte gelegenheid aan. Gij verklaart ons zot, ehwel gij kunt ons dood doen als gij wilt. En wij vterkiezen den dood boven de on-geneesbare krankzinnigheid. Zou het U believen met ons in openbaar débat onze zotte houding te bespreken ? De duitsche overheid zal daar niets tegen hebben, ;t is tooh een principieel onder-werp.Gij hebt nu eene gelegenheid om een schifcterenden triomf te behalen en de bo-volking te redden van de besmetfceode krankzinnigheid van Vooruit. En daar zal geheel zeker veel volk komen naar luisteren, dat U met lauweren zal kronen. 't Zal Palmemsondag zijn voor U. 't Woord is aan U. F. H. Gosd Bieanrs voor de OitMjzers Den 19 Mei 1914 werd er eene nieuwe schoolwet afgekondigd waardoor, onder meer, den stoffelijken toestand der onder-wijzers merkelijk verbeterd wordt, met terugwerkende kracht op 1 Januari 1914. Noch tau s, door het uitbreken van den oorlog en door de moeilijke financieele toe-standen waarin vele gemeenten zich thans bevinden, kon de nieuwe loonstandaard niet toegepast worden. In een schrijven van 25 April en van 8 Augnstus jongatleden werd er door den heer algemeenen sckretaris van het Minis-terie van Wetenschappen en Kuneten be-kend gemaakt dat de onderwijzerg zich moesten bevredigen voor 1914 en ook voor 1915 met dezelfde jaarwedde als diegene welke zij in 1913 op de gemeentebegrooting ontvangen hadden. De heer algemeene sekretaria had even-wel uit het 00g verloren dat, voor 1913, de jaarwedde der onderwijzsrs bestond uit twee deelen : een deel betaald door de gemeente en een ander «aanvullend» deel (100 tôt 500 fr.) betaald door den Staat op het zoogenaamde Vier millioenenfonds. Met een pennetrek werd dus: 1° de nieuwe scboolwet nie't toegepast voor hetgeen de jaarwedden betreft; 2° het vier millioenenfonds afg«schait. De eerste maatregel willen wij niet be-knibbelen, gezien de moeiHjke financieele toestanden waarin vele gemeenten zich bevinden maar de afschaffing van het vier- Staat was, en waardoor het inkomen dei onderwijzers met 100 tôt 500 fr. verminderc werd, konden wij niet goedkeuren, te meei daar deze vermindering ip strijd is met eene uitdrukkelijke bepaling der schoolwet die luidt : « De huidige wedden van de onderwijzew » en die, welke hun later toegekend wor-» den, mogen hoegenaamd niet vermindori » worden, zoolang de titelvoerders hun » ambt in dezelfde gemeente waarnemen. » De bijwedden, welke de belanghebben-» don bij het in werking treden van de*e » wet trokken, op het krediet van vier mil-» lioen, gebracht op de begrootdng van hel » Ministerie van Wetenschappen en Kun-» sten voor het dientsjaar 1913, Mtyrem h un » toegekend zooiang het inkomen, waaro{ | zij krachtens de nieuwe weisbepalingec » recht hebben, hun huidig inkomen, » inbegrip voor de bijwedden niet tereikt, » Gezegde bijwedden maken wezenlijk deei » uit van de gewone wedden. » De afschaffing van het vier-millioenèn-fonds was dus eene dubbele onwettelijkheid welke wij aan de bevoegde overheid dedeii uitschijnen. Het schijnt dat onze bemoeiing«n nie< vruchteloos zijn geweest want wij vernemen uit goede bron dat het Vior millioenenfonde opnieuw zal toegepast worden van al 1 Januari 1915. Men bespoedigt de noodige berekening«n. Ook aan de onderwijzeressen der Bewaar-scholen werd eene Staatsbijwedde van 200 frank ontvangen. De bevoegde overheid heeft diensaangaande onze opmerkingen in welwiilende overweging genomen en zal deze bijwedden uitbetalen in 't geval de financieele toestand zulks toela-at. Alhoewel de nieuwe loon sta,ndaard met toegepast wordt komt hij nochtans in bere-kening als baais der pesioenen. Voorbeeld : Wie met 1 Januari 1916 «ja rustgeld bekomt, zal voor iyl4 en 1815 d»n nieuwen loonstandaard als bflsis vaa dit rustgeld genieten. P. ONUDDE Algemeene schrijver van deo Algenieenen Belgischen Onderwijzorsboad Syngem, 14 October 1915. DUNABURG De Petersburgsche «Rjetch» geeft de vol-gende bijzonderheden over den toestand in Dunaburg (Ruslajid), om welke stad nu reeds verscheidene weken hevige gevechteo geleverd worden. De hooge schoorateenen der tailooze f», brieken verheffen zich in de blauw» luoht, maar zij blazen daarin niet langer huane dikke en zwarte rookwolken uit. Zij omrin-gen de stad als wachters,die waken over de huizen van rooden steen,waar de bedrijvig-heid tôt rust gekomen is. Ailes wat eenige waarde had, is uit die fabrieken verwijderd. Er bleven slechts eenige gebroken en nutte-looze- raderwerken over. De handel en industrie, die e*n paar maanden geledeo nog in znlk een bloeien-den toestand verkeerden,zijn geheel verval-len. Men ziet lange rijen van magazijnen, die aile gesloten zijn en voorzien van ijze-ren tralies. De magazijnen van kleeren en hoeden, de juwelierswinkels lokken geen koopers meer. Kloinere zaken, van kruideJ nders, fruithandelaars en slagers, noodig voor het levensonderhoud van degenen, die achterbleven, zijn nog open. De groob* banketbakkerswinkels zijn vervangen dooi eenvoudige broodbakkerijen. Er wordt v»el verkocht in die winkels, welke tegenwoor-dig de eenige vertegenwoordigers van de handelswereld zijn. Het uiterlijk van de atad is geheel ver&n-derd. De kenmerkende trekken zijn swnuw-j achtigheid en gejaagdheid. Ieder heefti haast, is bevreesd opgehouden te worden. In allerijl maakt men pakken, die men aan het station verzeodt. Ailes is in beweging en hoewel meer dan de helft der inwoners vertrokken is, bemerkt men dat niet, want ieder is buitenshuis en werkt voor twee. In de mooie wijke.n ziet men de verlaten-heid niet zoo dadalijk. Er prijken nog bloe-men voor de ramen. Wanneer men echter' door de straten van Nowoje Strojeny en' Gaica loopt, zie<t men de leegte, welke de oorloç teweeg gebracht heeft. Geheele wij-! kçn zijn ontvolkt, de luiken gesloten. Daar woonden voor al spoorwegarbeiders, die het oerst; de stad moesten verlaten. Maar in de arme buurten zijn bijna aile bewoners ge-bleven.Ons letterkundig ZÛNilâOSBLIlD 8 SLADZIJDEN TEK8T aan 5 canfiemMs is te verkrijgen in al de gentsche eubet* tsn, bij al de ver koopers van hdt blad «Vooruit» en in de « Voiktdrokksrïj s Hoogpoert 29, Gent. ^^smammÊexmmmtumÊameimmmÊmÊmmÊÊnmÊÊÊÊtiÊKmÊimmÊmmÊtaatmmm\ »■ r i Jl aar — iâ. 290 Prijs per nuuuner : voor Bolgia 3 centiemaii, vooi den Vreemde5 centiemen Taisîoon s SîaîSactie 247 » ^d;ninistratïe 2B4-5 h1aa»da!| IS OCTOBER ISIS

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes