Vooruit: socialistisch dagblad

641 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 27 Juli. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 17 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/tx3513w79g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

" mim» ■inwiiiii nnm — ■ n hbum iiii(TtTTTrTnTrir:^|r,^P"B||>^^'*aM,B**l*aHWe**ec^'**<gillBf*l0iaillt^'^J!^''^IMI**M^^Hj*^w-^Vn^gyrWy'-!'*^'|y5P!^ Si aan» — fi» 297 Priis per nommer : voar België 3 csntiemsu, voor dan roemds 5 csntiemen Tslsfoon: R»dactie 247 - Atl nieiistraiie 2845 OinsiSan 27 JULO 1915 Draksîer-iHtgecïoîer $am; Maatschappsj MET LICHT fccstuordart S>. DE VISCH. Lcd«berg-a*nt . . REDACT3E . . ADMiNISTRATIE JiOOGPOORT, 29. GENT VOORUIT Or gaan der Belgische WerkliedônpartiJ. — Verschjjnende aile dagen. ABONNEMENTSPRIjS BELQIE Ori« muden. . . . . fr. 3.25 Zcm meandca • . . . « fr. 6.50 Een jaar fr. 12J0 M «a aboasecrt «Jd> op aile poftbitmtea DCN VREEMDE Drie maande» (dagclijiii vcrzotulsn). f*. *-3* In "t land van Wezet (Visé) 11 Juli. Wie uit de verte aan een vernieîigde stad denkt en se, zoo hij ze gekend heeft, nog ia verbeelding ongeschonden terugziet, of ze zich als vreemdeling voorstelt met ver-stuikte of verbrokkelde huizen, havelooze menschen en dood zonder hoop op ander leven, wie ze zoo voorstelt, ziet de dingen erger leelijk dan ze zijn. Hij ziet menschen, die tôt wanhoop toe ongelukkig zijn, mia-(Bcluen menschen, die liever zouden door den kop geschoten gewoiden zijn in de eer-ste oorlogsdagen, dan thans nog te bestaan in een midden dat steeds op een volkomen dood roept, die niet snel genoeg naar voren 'treedt, om met het gruis van de pumen ook den laatsten mensch, het laatste vonkje leven te vernietigen. Wie hooge denkbeel-den verwekken in een daartoe opgeleiden geest, kunnen zich tegenover een geteister-de stad, als Wezet, wel gelukkig en opge-wekt plaatsen, wanneer ze hier vooral den-ken aan het overgroot geluk van het leven dat niet meer is en bijgevolg niet meer lij-den kan. ïk stel me gansch goed Wezet voor, heel beduisterd nochtans, zooals het kan zijn wanneer er niets meer zou zijn dan een zwijgend voortrollende stroom, zonder brug, en links en rechts van zijn oevers en-kele met dood gras bedekte kleine heuvels puin. Ailes zonder dat voorbij wandelend of alf^ar tijdelijk tierend leven maar den-ken kan: «Hier lag ze eens, vruchtbaar dis jong leven, voortbrengend als jong huwe-lijk, vierend als eindelooze bruiloft, zfngend het nooit volkomen lied van levensgenot. Thans zijn nog enkel deze enkele heuvels het gruis dat van haar overblijft. De stom-heid harer natuur is het teeken van haar niet, in een voltrokken dood, die geen enkel zaadje meer heeft overgielaten, zelfs geen voedenden aardeschoot, voor wie uit ver een zaadje in haar gewanden steken zou. » Zoo kan ik me een stad als Wezet heel droomen en leelijker dan een hel en daarbij lang droomen over de uitwerkselen van den oorlog, Als inen menschen slacht ah dieren, Als menschenbloed bij beken stroomt, Als haat en kwaad, als nood en dood Orijnzen en vloeken en tieren. 't Is een mijmering van Antheunis, die »no hier te binnen schiet. Mijn boeken zijn ver van hier. Ik moet de verzen uit het ge-heugen ophalen. De dichter ook zag de dingen enkel leelijk, akelig in. Dit leven zonder boeken is ook aantrekkelijk nieuw. In Wezet komen nog trekkende vreemde-lingen, die zoo denken over schriklijkheden van onnoemlijken aard. Ze denken juist, stellen zich wel voor wat was, doch zien niet ailes wat is. Het stadje, we zegden het vroeger, be-staat nog gedeeltelijk. In het verwoeste deel zijn thans reeds meer menschen terug dan voor een drietal maanden, toen we nog schreven. Al die menschen leven in den oorlog zooals elkeen, in 't g.eheel niet on-gelukkiger. Wel verstaan dat een bank-briefje meer, een schoentje minder, een halven dag zonder brood, onder veel levensgenot weinig kan veranderen aan den levensgang. Onze bevolking hier is gelukkig te leven. enkel te leven. Wie echfcer het echte schoon uit zijn bestaan begrijpt, wie oog en oor, gevoel en smaak heeft voor andere dingen dan voor treurigheid, weemoed, wanhoop, ziet Wezet anders dan met een altijd treurend gemoed. Vooreerst is hij aan den oorlog gewoon geraakt en draagt den zwaren last nu lich-ter. Hij is als ismand die een dierbare slee-pende zieke reeds jaren verzorgt. In de eerste maanden was ontmoediging, soms wanhoop. De vraag rees : hoe zal ik er door komen ? Doch langzamerhand wordt de las-tige verzorging een gewoonte, als elk ge-regeld dagwerk. Dem lijdsnde maar zien leven en geneesmiddelen gebruiken, is reeds een voldoening. Zijn zwakke lach, zijn tevredenheid toch nog goed verzorgd te zijn in de smart, zijn hoop te genezen, tôt op den laatsten noodlottigen dag du-rend. stemt ook zijn verzorger tôt nauwge-zet nlichtbesef. Deze krijgt bovendien een steeds helderder inzicht op de toekoffist en werkt op aile wijzen aan zijn redding. Met den duur komt sterker in hun de overtui-gmg dat hij er boven op komt, al moest ook het ergste vooruitzicht werkelijkheid worden. Hij is immers de gezonde, die in de schipbreuk worstelen zal en zich nieuw leven voorstelt, op den oogenblik zelf waarop hij aan een wrak klemt om niiet te vergaan. * * * In het doodelijk gewonde Wezet met reeds duidelijke voorteekens van herstel-hn? is, voor den eenzamen diepen denker en schrijver, de volkomen stilte het opper-ste geluk. Stilte, bedoeld met het oog op de drukke bedrijvigheid van het stadje v6<5r den oorlog. Men heett bij een eenzame bejaarde vrouw, pas terug na twee maanden vlucht, «en vertrekje gevonden met een bed, een kleerkast, een tafeltje en een stoel. Men schaft zich het stipt noodige schrijfgerief om ailes wat hier nieuw in den kop *al komen uit te beelden. Men heeft een Paar lekkere boeken meegebracht om in uitsnanniMEsuren. na werk en venkennjncs- wandelingen, wat gezelschap te hebben van een grooten schrijver, Tolstoï b. v., die het leven van de kozakken beschrijft... De toe-komst is verzekerd. Men kan er op be-rusten dat de verveling niet zal komen en de dagen zullen worden voorbijgedragen op de nooit klapperende vleugelen van den tijd. Wie toch reeds leeft, zonder last te hebben van den tijd en deze nooit voorbij voelt gaan; mag zich reeds gesterkt tegen aile verveling achten. Buitendien werkt hier het geluk op nog ander gebied. Twee menschen zijn hier blij dat ze meit elkaar kennis maken. Een ver-ward denkende huisvrouw, die met moeite nog aan 't werk blijît, omdat ze daarin, na de doorgeleefde schrikkelijke dagen werke-loosheid, geen duidelijk heil meer ziet, krijgt een man onder dak, voor wien ze zor-gen moet, die dikwijls en lang bij haar zal wezen en haar reeds, na de eerste dagen kennismaking, noo opgeweM toespreekt dat in haar hoop komt op een andere, geruster toekomst. Die man komt voor de ver-laten kinderen uit de nog staande wonin-geo, om ze te onderwijzan en ze een aange-naam schoolmidden te bezorgen, ginds, aan den overkant van de Maas, waar de meesten wonen. Hij bevindt de streek en de plaats zelf mooie natuur, zelfs in den wint-er, en spreekt zijn vreugde uit over de taak, die hij heeft aanvaard. — Wat een bittere poat ! Daarvoor zoo ver overgekomen, merkt de huisvrouw op. — De Belgen moeten elkander helpen, vrouw. In den oorlog moet elkeen dienst doen. Niet overal zijn de soldaten het meest noodig. Niet elkeen wordt &ls soldaat aanvaard. Soldatenjaren gaan nog in het leven voorbij. Plioht gaat maar dood met den mensch. — Wie zal hier leven, waar niets meer is? — We zullen nog veel vinden dat is en waaraan moet gewerkt worden. Uw zon schijnt wel in deze winterdagen. — Wat zal mijnheer na schooltijd doen, moederzie! alleenî — Uw stad beter leeren kennen. Uw on-geluk helpen dragen. Uw lijden leeren be-grijpen. De schoonheid van uw stroom en van uw berglaiid genieten. Veel schrijven op zijn kamertje. — Eilaas ! zoo armelijk voorzien. 't Is ailes wat me overblijft. — Yelen hier s.ouden in dit kamertje den hemel hebben. Mijn zoon, onze soldaten hebben heit zoo lekker niet in de loopgra-ven en in den ondergrond aan den IJzer. Laat ons aan het treurig voorbij noch denken noch roeren. Er komen dagen van vreugde, als zon na regen, als lente na winter. Een soortgelijk huwelijk maakt twee menschen gelukkig, die na maanden sterker aan 't werk zijn en met aangenamer leven dan den eersten dag van kennisma-king. De puinenstad lacht liever, langer. Wat is de stilte weldadig voor wie denken, leeren, schrijven wil ! De levensbe-slommering, tegenover den oorlog, waaraan men niets veranderen kan, zijn minder. De toekomst, die in de eerste oorlogsdagen buitengewoon akelig scheen, waar ze nog was, bekommert thans veel minder. Men heeft zich toestanden en midden aangepast, zijn onmacht begrepen en bekend tegenover het wereldmonster. Men drijft mede en zorgt enkel voor gewetensrust, die men ruim vindt in nauwgezette plichtvervul-ling.Afleiding komt van zelf. Arbeiders gaan naar hun werk. Velen zijn ze niet, doch ze gaan moedig, luid pratend en de meesten onder hen i'ietsen snel. 't Zijn beelden van hoop en van moed. Ze sterken de zwakken en de moedeloozen. Frischjonge, smakelijk gekleede meisjes, zonder praal, eenvoudig als bloemen op het veld en ook zoo beschei-den, vlieden hupsch voorbij mijn venster. Wat zijn ze wit ! Wat blijheid komt uit hun beweging, uit hun vorm, uit hun oog, uit hun kop, die geen kleedsel heeft ! 't Is de jeugd, die zoo onbewust eindelooze smart-wolken laat voorbijgaan en maar één traan lang weenen kan onder den druk van alzij-digen frisschen groei. Kinderen joelen naar hun spel. Ze spelen onstuimig. Ze springen. Ze loopen. De jongens en de meisjes door elkaar, ongehinderd, onverstoord, zooals op 't dorp en op 't veld. 't Is de oorspronke-lijke onschuld nog, in geen broeikas kunst-matig opgekweekt en niet te kwetsen door een aanstoot, een greep in de lenden of een kwinkslag. Argeloos menschenheil ! (Slot volgt.) Stcven Boerscn. Ilit è oude èos VOQïtDRACHT gehoudeu in eene katholiekc Werkcrsver-eenigingBeminde Broeders, Onlangs heb ik u onderhouden over de zoete plichten der gehoorzaamheid en ver-duldigheid. Ik heb u geleerd hoe een werk-man zich te gedragen heeft om hier en hier-namaals gelukkig te zijn. Ik toonde u aan hoe het geluk niet in geld of goed, niet in hooge ambten of betrekkingen gelegen is, maar enkel in eene tevredenheid met uwen staat en eene stipte gehoorzaamheid aan uwe meesters, die u van God gegeven zijn. Thans, mijne zeer beminde broeders, wil ik u onderhouden over een ander deel uwer plichten die even zoet, even aangenaam in de oogen van God zijn als de vroeger aan-gehaalden.Ge weet hoe wijd de goddeloozen het ge-bracht hebben : zoo verre dat de wet zelve daartegen onmachtig is. Zij drukken, spre-ken en schrijven al wat den duivej — huii-nen trawant — hun ingeeft. Zij lasteren en beschimpen de dienaren Gods, — waartoe ik de eer heb te behooren — met eerie weer-galooze stoutheid. Zij gaan zoo ver onze zending te miskennen en luidop hunnen twijfel uit te drukken over de wettigheid onzer aanstelling. Ja, zeer beminde broeders, het is met tranen in de stem dat ik het u zeg, maar ik kan het niet verkrop-pen. Zij schelden ons, de opvolgers van Jezus-Christus die de menschen den weg naar den hemel moeten wijzen, ons schelden zij uit voor kwakzalvers en bedriegers ! Zij vreezen niet, de ongelukkigen ! dat God hun den een of anderen dag door zijnen bliksem zal verpletteren ! En toch zal het eens gebeuren. Men zegt wel : de goedheid des Heeren is oneindig; maar, als het te lang duurt, wordt iedereen kwaad : ge moet maar in uw zelven gaan. Ten anderen, het zou de HEER zijnen eersten keer niet zijn, dat men hem kwaad krijgt: getuige den Val der Engelen, de Verwoesting van Sodoma, enz. Ge ziet dus, beminde christenen, dat de gramschap des Heeren te vreezen is, en ten allen tijde zijn de goddeloozen, ketters, er het ergste aan toe geweest. Schuwt dan de goddeloosheid. Welk is nu het beste middel om zich tegen die groote doodzonde te behoeden 1 Beminde broeders, u die vraag uit te leggen, is het eigenlijke onderwerp mijner voor-dracht.Aile groote zonden vinden hunnen oor-sprong in de ondeugden der menschen. De moeder der goddeloosheid nu, is de nieuws-gierigheid ! Van aile ondeugden, van aile kwade passies is de nieuwsgierigheid de verfoeilijkste ! Door haar is het, dat de mensch zijn geloof kwijt geraakt, omdat hùj dingen te weten komt die hem niet aan-gaan, en die hij niet s ou mogen weten. Wie nieuwsgierig is, onderzoekt; die wil kennen en weten, zijnen geest vindt rust nog duur, en zoo doorsnuistert en door-zoekt hij ailes wat onder zijn bereik komt en daar er tegenwoordig slechte gazetten en slechte boeken in overvloed zijn, kan het niet anders of hij maakt spoedig kennia met de voortbrengselen van den duivel, (want al wat niet uit den mond of uit de pen komt der heilige kerk of harer dienaren is ingegeven door den duivel). Eenmaal van de verboden vruuht geëten hebbende wil hij voortgaan, en zoo zwelgt hij met voile teugen het vergift in dat zijne ziel moet dooden. En zoo komt het dat hij zijn geloof ver-zaakt, dat hij onverduldig, ongehoorzaam en ongodsdienstig wordt. Van dan af wordt het leven hier op aarde reeds eene hel, in afwachting dat hij na zsjne dood in de wer-kelijke hel gaat. Vlucht dan de nieuwsgierigheid die u aandrijft om meer te weten, want ik zeg u dat gij genoeg weet. Niets is den Heere meer aangenaam, dan niet weten. Immers, heeft hij niet gezegd : « Zalig zijn zij die arm van geest zsjn ! » En wie zijn die armen van geest ? De armen van geest, zeer lieve broeders, die zijt gij ; gij, die niets anders weet dan den weg die ter zaligheid leidt, of liever, gij die niemendal weet en u ge-rust betrouwt op uwe herdera, die dooi God geschapen zijn om u te besturen en te geleiden. Gaat voort op die baan en treurt niet om uwe onwetendheid, want niets is God den Heor aangenamer. Ware het anders, hij zou gezegd hebben : « Zalig zijn zij die rijk aan geest zijn ! » Maar dit heeft hij niet gezegd. Daaraan ziet gij dat, zoo gij volhardt in uwe onkunde, de hemelsche gelukzaligheid vo r u is weggelegd. De satan, die niets liever wenscht dan zielen te bederven zal u misschien wel inblazen dat het vernederend is, dat ge moet weten en leeren om mensch te zijn, maar gelooft hem niet, laat u niet hoogmoedig maken, want dan zijt gij rijp voor de zonde. Slechts aan de dienaars des Heeren is het veroorloofd meer te weten dan andere stervelingen, en dit heeft God uitgedrukt in de volgende woorden : « Velen zijn ge-roepen, weinigen zijn uitverkoren !» De uit-verkorenen zijn wij. Waarom 1 Ach, vraagt dat nooit. God heeft ailes geschikt zooals het Hem goed dacht, zonder aan iemand rekening van zijn daden te willen geven. Zelfs aan ons heeft hij net «waarom» niet gezegd, veel minder zal hij het aan u wijs maken. Ja, beminde broeders, zelfs zijne uitver-korenen mogen niet ailes weten, zoo als blijkt uit zijn gesprek met den H. Augusti-nus. Dien groote heilige wandelde eens langs den oever der zee om de heilige drij-vuldigheid te bestudeeren en te beschrij-ven ; maar ziet, hij zag een klein kind dat bezig was met eene mosselschelp het water uit de zee in een klein putje te scheppen. Wat doet gij daar? vToeg de heilige man. Wel, antwoordde de kleine, ik ga de zee hier in dat putje scheppen. Dat is onmoge-lijk, riep de heilige. En toch nog minder onmogelijk dan te kunnen weten wat de heiline driivuldigheid ia. antwoordda God. ! die daar in de hoedanigheid van een klein manneke zat. Daaraan ziet ge hoe zeer God de nieuwsgierigheid verfoeit. Luistert dan niet naar degenen die u willen aanspooren om hunne slechte boeken te lezen, want nog eens, het zijn trawanten van den booze, die het op uwe zaligheid gemunt hebben, waarvan zij afgunstig zijn. Geeft nooit gehoor dan aan de stem uwer priesters ; zij alleen weten wat tôt uw best wil dienstig is en heel belangloos deelen ze u die kennis meê. Een werkman moet niets anders kennen dan zijne stiel en zijne gebeden, al het overige is hem scliadeïijk. En zeg mij, is het niet het gemakkelijk-ste ? Nooit te moeten studeeren, nooit uw hoofd te moeten breken met moeilijk'e zaken ? Zeker. Ge komt van uw werk, ge leest uw avondgebed en ge gaat slapen ; des anderen daags wederom zoo en des Zondags gaat ge den meesten tijd in de kerk doorbrengen ; dan ko_mt ge naar hier en de maandag begint ge weêr op nieuw te werken en te bidden en daarmede is het al. En tôt loon van al dat gemak en van al die rust wacht u de Hemelsche Zaligheid. Amen ! Wsrkeloosheid en Grintwsgen Men weet dat in de meeste gemeenten bii-na al de buurtwegen verbeterd zijn met af-val uit de steengroeven en grint (gravier.) Dergelijke wegen zijn in de landelijke dorpen, vooral waar er geene zware vrach-ten moeten voorbij rollen, beter geschikt voor het vervoer en goedkooper voor het aanleggen en het onderhouden dan de kas-seiwegen.Maar daartoe is er regelmatig onderhoud noodig. Jaarlijks moeten de uitstekende punten der steenen door een hamer verplet-terd worden en moet er een weinig grint bijgevoegd worden. Y66r den oorlog hadden de gemeenten het kosteloos vervoer van grint per spoor-. weg. Dit vervoer is nu onderbroken en zoo hebben wij op onze wandelingen door Zuid-Vlaanderen, kunnen k merken dat vele ' grintwegen zich in zeer slechten staat bovin-den.De gemeenten zonden wel doen met dade-lijk eenige werkeloozen aan 't werk te stellen om : 1. De uitstekende koppen der steenen te verbrijzelen. 2. De grint, die op de kanten der baan is gezonken op te hakken en in 't midden van den weg te brengen. Zou zouden die grintwegen dit jaar geen gémis hebben aan voldoende onderhoud en zouden tal van werkeloozen eenige centen kunnen verdienen, te betalen op den post der gemeentebegrooting : « Onderhoud der buurtwegen. » Overigens dit onderhoud is voorzien en wordt bekostigd door de prestatiën voorge-schreven door de wet van 10 April 1841. VARIA E@£3 ééisisj fgeldstiik Het British Muséum is in het bezit geko-i men van eeu geidstuk, dat het eenig overr gebleven exemplaar moet zijn van eene muntsoort die onder den Anglo-Saksischen koning Offa geslagon werd, die van 757 toï 796 regeerde. Dit geidstuk heeft deze bijzonderheid, dat het een mohamedaansch opschrift in da Arabische taal draagt, ofschoon het op bevel van een kristen koning geslagen werd : in de Ville eeuw onzer jaartelling. was de Arabische dinar over geriocl Europa bekend. Koning Offa heeft waarschijnlijki deze munt willen namaken. Hij kweet zich' van dan Sint-Pieterspenning met deze hei-densche geldstukken, en het is dan ook op het Vatikaan dat men het geidstuk in kwestie gevonden heeft. De Internationale Sociaal-demokratie en haren strijd on Wereldvrede (Derde vorvolg) De Intsroaiioiiala Daprâen 1896 Het congres van Londen verklaarde : In de kapitalistische maatschappij moet men de byzonderstc oorzakeii vau den oor-log niet meer zoeker. in de geschillen van godsclienstigen of nationalen aard, maar wel in de cconomische tegenstrijdigheden waartoe de regeerende klassen der verschil-lende landen gedurig gedreven worden door de kapitalistische manier van voortbren-gen.Zooals het kapitalisme onbekommerd en onophoudelijk het leven en de gezondheid der arbeiders slachtoffert op het slagveld van den arbeid, zoo bekommert het er zich niet het minst om het leven en het bloed der zwoegers op te offeren om zijne profij-ten te verhoogen door het vervoeren van nieuwe afzetmarkten. De arbeidende klasse van gelijk welk land heeft dus voor allereersten plicht zich uit al nare krachten te verzetten ook tegen de militaire onderdrukking, zoowel als zij zich verzet tegen aile andere manieren van onderdrukking en uitbuiting. waarvan zij het slachtoffer is onder den hiel der bezittende en regeerende klassea. Met dit doel moet de arbeidende niasse oversl trachten zich meester te maken van de poîitieke macht, bij middel van dewelke zij de kapitalistische voortbrengstwijze kan doen afschaffen en, terzelfdertijd in aile landen, de regeeringen kan berooven van de middels die zij aanwenden om den huidigen staat in het • oordeel der kapitalisten in zwang te houden en te bestendigen. De staande légers, voor wier onderhoud de volkeren zelfs in vredestijd uitgeput en verarmd worden, terwijl aile lasten alleen moeten gedragen worden door de arbeidende klasse, zijn daar om het oorlogs-gevaar gedurig te vergrooten, om de ver-schillende volkeren gedurig tegen elkander op te jagen, terwijl zij de steeds toenemen-de onderdrukking vergemakkelijken in aile landen der wereld Het is dan ook om dit ailes dat de stem der arbeiders bij de regeerders geen ~ehoor vindt als zij schreeuwen om algemeene ont-wapening, zoomin als zij gehoor vindt als zij in andere gevallen een beroep doet op de menschelijke gevoelens van de bezitters. Het is dus uitsluitelijk de proletariërs-klasse die wezenlijk den goeden wil en de wezenlijke macht kan bezitten om den we-zenlijken wereldvrede te waarborgen, en daarom eischt zij : 1. De gelijktijdige afschaffing der bostaan-de légers en de algemeene inrchting der ge-wapende natie ; SL Da aa.nstellillŒ van Aan. intftmac&QfMU») waarvan aile besluiten over ailes geldig onderhandelende verzoeningstribunaal zijn ; 3. Dat de beslissing over de kwestie van oorlog of vrede rechtstr&eks over gelaten worde aan het volk, van den oogenblik dat de regeerders het besluit van het tribunaal niet aannemen. Daarbij protesteert de arbeidende Klasse krachtig tegen het in zwang blijvend stelsel der geheime traktaten. En het congres voegt er bij dat de pro-letariërsklasse er in deze aangelegenheid, zoomin als in andere aangelegenheden, niet in gelukken kan haar doel te bereiken zoo-lang zij niet door een gezamenlijk optreden haren overweldigenden invloed doet gevoe-len op de wetgeving, zoolang zij zich niet in massa aangesloten heeft bij het internatio-naal socialisme, de allereenigste macht die in staat kan zijn om de volledigste broeder-schap te doen heerschen tussclien de ver-schillende volkeren, waardoor alleen ce maatschappelijke wereldvrede kan gewaar-borgd worden. 190(1 Het internationaal congres van Parij8 verklaart dat er redenen genoeg bestaan om in aile landen verdubbelden ijver, meer, krachtdadigheid en sterke wilskracht aan den dag te leggen in den dagelijkschen strijd tegen het militarisme, dat er vooral redenen bestaan om krachtig verzet aan te teekenen tegen de verbonden die gesloten worden tusschen de kapitalistische burge-rijen en de imperialistische regeeringen, waartegen het internationaal verbond van het bedreigd proletariaat moet gesteld worden.Als middels voor de krachtigste werking duidt het congres aan: 1° De verschillende socialistische partijen worden aangezet om met de grootste zorg te werken aan de organisatie en de opvoe-ding der jeugd, met het oog op den strijd tegen het militarisme; 2° De socialistische volksvertegenwoordi-gers der verschillende landen verbinden zich om te stemmen tegen aile uitgaven legers en vloten, tegen aile uitgaven voor koloniale krijgsexpedities ; 3° De bestendige internationale socialisti-^ sche Commissie zal gelast worden met de in aile omstandigheden van internationaal be-lang zijnde protestbeweging tegen het in aile landen denzelfden vorm aannemend militarisme.Het congres protesteert verder tegen vre-deconferencies als deze van Den Haag, die in de kapitalistische maatschappij van ha-den niet anders kunnen leiden dan tôt groote teleurstellingen, zooals weer bewezen is door den «Jschuwelijken oorlog in Trana-vaa^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes