Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

564339 0
30 december 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 30 December. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1g0ht2ht71/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Vierde iaargang Nr 7. Prijs 6 centiemen. Zondag 30 December 1917. IIOOFDREDACTIE : "VROUWENSECRETARIAAT met medbwerki.vg van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«O'J— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . , » 1,60 DR1J MAANDEN . » 1,00 Weekblad voor ons Viaamsche Volk. INHOUD : Sta vast in 1918. — 1918. — Herinneringen uit het leven van een priester.— Op Nieuwjaar.— De Pilikaan. — Nieuwjaarwensch. — Johannes Jôrgenson. — Vergcl-ding (6e vervolg) — Luim. — Voordrachten en Lessen. Sta vast in 1918. ■Sta vast, o mensch, in'tstrijden,hopen, zwoegen, Van 's levens zwaren last, En, is 't vaak droevig in deez' aardsche dreven, Laat u dan niet uw kracht begeven. Wees moedig en... sta vast. Sta vast, als 's levens ruwe stormen loeien, Och, zijg niet moed'loos neêr! Buig, als het graan, dat, door den wind bewogen, Zijn stengel schuilend houdt gebogen, Maar hef dan 't hoofd ook weêr. Daar komt ecn tijd, die wisselt met de zangen Van weemoed en van leed ; Gedenk, na 't loeien der orkanen. Zal 't ruischend windje een pad zich banen, En heelen al uw leed. O, laat nooit de smart u overstelpen, Al is hij zwaar uw last, Bouw op de ROTS, waar ailes kan op bouwen, Strijd moedig voort, blijf steeds uw God ver-Wees sterk, en dan... sta vast. [trouwen, 19 18 Nog luttele uren en het jaar 1917 zal, moegezweefd, zijne breede wieken toevouwen en zijne makkers op den oever der oneindig-heid gaan vervoegen. Werpen we nog een laatste blik op den engel des Tijds, die achter eene ondoorzicht-bare wolk verdwijnt. Veel hebben de 365 dagen hem veranderd. Hij die wij bij het begin vol geestdrift en levenslust mochten begroeten onttrekt zich nu voor onze oogen als eene uitgemergelde en bijna onherkenbare schim ; groote roode vlek-ken zijn op het helder wit gewaad gespat; de doffe blik zijner oogen verhaalt van weemoed enlijden en de zilte tranen die onder de zijden wimpers pinkelen zeggen dat vele bloedige slagen zijn aandeel waren; de gouden loklcen die verward om den blanken hais hangen en de verdorde bladerenkroon die zijne slapen omslingert.zijn het sprekend bewijs van gémis aan genot en vreugde. Daar wikkelt hij het hoofd in een rouwsluier als om te beteekenen dat hij over elken dag van het heengesnelde jaar een floers van vergetelheid wil schuiven en onder een akelig doek de gruweldaden en bloedige worstelingen wil begraven die hij medebracht. Maar ziet terwijl we vol verbijstering dit droombeeldnastaren komt een andere lichtende gedaante ons te gemoet. — Eene ranke ver-schijning zooals zij zich daar vertoont. Het fijn profiel aangezicht is doorschijnend als porselein; gitzwart kroezelhaar omkadert het; een tintelend kleed van ruischende zijde en een paar breede gouden vlerken die zedig naar beneden hangen zeggen ons dat hij een afge-zant is van de geestenwereld ; maar dit ailes is beheerschten overtroffen door eene overgroote bloemengerf waarin aile zeldzame varieteiten met de schoonste exemplaren geureii en fleuren. Welkom dan, o lieflijke bode uit 's hemels oorden, u begroeten wij als 's Heeren zende-ling, als de brenger van nieuw leven en bezieling ; in uwe tegenwoordigheid voelen wij ons verjongen en herleven; ge begiftigt ons met blijde illusies en zoete verwachtingen. Duizendmaal gegroet dan, ideaal beeld van schoonheid; strooi al ware het ook maar één bloempje op ons aller levensweg. Laat dan, we smeeken er u om uit 't irinigste diep onzer ziel, de blanke bladjes van de heerlijke vrede-roos uwe eêle vingeren ontglippen ; verbreid haren weldoenden geur heinde en verre ; laat haar levenssap als zal vende olie in de schrijnende wonden van aile volkeren nederdruppelen en maak dat allen in één reusachtige omarming eîkander den kus van overeenkomst en ver-zoening schenken, die het jaar 1918 in onuit-wischbare letters in de geschiedenis afteekent. O heerlijke fantazia ! O wonderschoon droom-beeld ! Gij bezit eene onmiskenbare toover-kracht om ons een geheimzinnig genoegen te verschaffen; hoe oneindig bekoorlijker eji streelender ware dan de vervulling dezer wenschen ! 't Is hetgeen we dan met de hulde onzer vurigste en rechtzinnigste heil- en zege-wenschen aan al de lezers van Allerlei aan-bieden. Herinneringen uit het Leven van een Priester. Het volgende waar verhaal is gevonden onder de papieren van een onlangs overleden Franschen priester. Ik had de Advent-predicaties in de stad X. geëindigd. De algemeene Communie in den Kerstnacht was zeer talrijk en stichtend geweest, vele mannen sedert jaren van de H. Tafel verwijderd gebleven, waren door de genade' getroffen ; onder dezen, de jonge Onderprefect, die op het punt stond met een jong meisje van zeer christelijke familie, in het huwelijk te treden. Mijn jonge vriend, de Onderprefect. dien ilc het geluk had gehad tôt God terug te brengen, ondervond bovenmatig dubbele vreugde, die de vrede des herten, en het vooruitzicht aan het aanstaande huwelijksgeluk hem schonken. Hoe dikwijls heb ik dien uitroep gehoord van de met-God-verzoende ziel : « Och ! wat ben ik gelukkig en tevreden! Mocht ik ook het genoegen smaken eens eenen ongelukkige, gelukkig te maken ! » Het was twee uren in den morgen, toen ik mijn drie missen had opgedragen, en mijn jonge vriend mij naar het bisschoppelijk paleis, waar ik mijn intrek had, vergezelde. — Ik wil een goede daad verrichten, om God te toonen, dat ik geen ondankbare ben, zegde mijn jonge vriend mij, wilt gij mij helpen ? — Wel, heel geerne, als ik kan? — Morgen moet ik voor dienstzaken naar Mont-Saint-Michel vertrekken. Daar, te Mont-Saint-Michel, is een heilige tôt levenslangen dwangarbeid veroordeeld. — Ja, een heilige, herhaalde hij, een werkelijke heilige. Wilt gij mij helpen om voor hem genade te verkrijgen ? — Of ik wil, mijn goede vriend ! Maar wat kan ik, ik eenvoudig kloosterling... — Maar vôôr ailes, onderbrak de andere, moet gij met mij gaan, gij moet den heilige zien, met hem spreken en zijn geschiedenis hooren. Wanneer ge ze zult kennen zult gij het middel wel vinden, gij zult wonderen doen... — Ik, een ellendige zondaar, een wonder... — Gij hebt er reeds een verricht door eenen Onderprefect te bekeeren, antwoordde hij lachend. Laat ons dus van dezen avpnd nog op weg gaan. En dien avond vertrokken wij naar de be-roemde Benedictijner-Abdij, te Mont-Saint-Miche'l, thans in een galei veranderd. De tempel der uitverkorenen herschapen in eene hel. welk eene zonderlinge lotsbeschikking ! Ik heb een teedere herinnering bewaard aan de Mis, die ik daar den volgenden dag te mid-den der misdadigers heb opgedragen. Als misdienaar had ik een galeiboef, die mij den wensch had te kennen gegeven de H. Communie te ontvangen. Op het oogenblik dat ik hem het Brood der Engelen gaf, zag ik op zijn gelaat tranen glinsteren en ik was getroffen door de waarlijk engelachtige uitdrukking van dezen « misdadiger ». Zou hij de « heilige » zijn? Een half uur later was ik in de kamer van den Bestuurder, die mij zegde : « Eerweerde Pater, de Onderprefect heeft mij ailes verteld, ik zal u alleen met uwen beschermling laten, hij zal u ailes zeggen. » Ik bleef een oogenblik alleen, ik hoorde schreden, ik zag een man naar mij toekomen, gekleed in het misdadigerspak ; het was mijn misdienaar, mijn communikant, « de heilige ». Alvorens ik het kon beletten, lag hij voor mijne

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1914 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes