De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

942 0
05 januari 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 05 Januari. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 03 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xs5j96234k/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

(\ V—^ I y Derde Jaargang, Nr i. — 5 Januari 1918. Frijs : 10 centiemen. Derde Jaargang, Nr 1. — 5 Januari 1918. DE EENDRACHT "f Trd?"mâf„de» fr,'!:£ J Weekblad voor hei Vlaamsche Volk | Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Verbanning Priester Van der Meulen Aanbieding van een GOUDEN KELK Icschrijvingslijst geopend door de zorgen van de Katholieke Vlaamsche vereeniging Per Crxjcim ad Lucem. 1 î^2e X_,IJT^TT' Uit Herderen 2.5o Opdat elk rechtschapen Vlaining steeds kloeknioediglijk en openlijk voor Vlaan-derens' Recht en zelfstandigheid voor-uitkomen zou. Eugeen de Ruyter, Bur-gemeester van St Joris Winghe. 25.— Van een Vlaamsch mijningen eur 5.— Van een akti\ ist uit Aarsch -t b.— Ken groep Vlaamsche meisjes uit I.imburg," Gason 1.75 Een oud-leerling Vt<n de N01 maalschool van M echel-en 2 3o Dank en hulde aan de voorbeeldigen Vlaam-schen burgemeesier van St Joris-Winghe. — P. C a L. Erratum, — De 4 bijdragen afge1 ondigd in d • 1 Ie" ii j s • na« Een normilist, enz. » kvvamen uit Bree. Toekomende week zal, in de i3elijst, de laatste afkondiging versch'jnen op naam van Per Crucem ad Lucem. — Daarna wordt de inschrijvingslijst over-' genomen en voortgezet door het weekblad « De Eendracht » in rechtstreeksch verband met het Priester Dan der Meu-lenfonds.Wij danken de talrijke milde schen-kers voor het vertrouwen in P. C. a L. gesteld, tevens een hartelijk en dringend verzoek richtend tôt aile katholieke fla-minganten om bijdragen voor dit fonds. De giften zullen dan te zenden zijn op naam van a De Eendracht» Prinsesstraat, 16, Antwerpen, door stoitingop de post-checkrekening van dit blad, mits bericht 1 aan voormeld adres. Het « Priester Van der Meulenfonds » is gesticht om, door middel van inschrij-vingslijsten in dt; werkdadige dag- en week blad en, enz. middelen te vergaren tôt toekomstigen steun van de Vlaamsche strijders. die « zonder vrees noch vaar zich opoiferen en getroflen worden om wille van hun optreden in den Vlaamschen ontvoogdingskamp », dit als blij-vend h' ldebetoon aan den koenen Priester jen Vlaamschen voorman. Samenstelling en grondslagen waar-borgen de stiptste onpartijdige behan deling en de degelijkheid in toekening van steun. Ook P. C. a L. is in het beheerend Komiteit vertegenwoordigd. Het weekblad « De Eendracht » heeft insgelijks-tot medewerking besloten en wij duiven er op rekenen dat aile wel-gezinde Vlamingen de nieuwe noodza-kelijke onderneming edelmoedig zullen steunen door miide bijdragen. Per Crucem ad Lucem. "De £em:acl{(„ in laar derde jaar. Weer treden wij in een nieuw jaar en ditmaal met vreugde omdat wij voor het eerst met eenige reden mogen zeggen dat het komende jaar ons de Vrede zal brengen. Vrede op aarde ! Waren de menschen van goeden wil geweest, de vrede was niet verstoord geworden. Is het geen Godslastering te zeggen dat God ons de oorlog tôt straf heeft opgelegd, dan wanneer het verwaten menschdom alléén schuld is van de rampen die het zelf over zich heeft getrokken en die het elk oogenblik kan doen ophouden... als het van goeden wil is, als het zijn demonische wraak- en overheerschings-lust laat plaats maken voor het reine en eenvoudige « Bemint elkander » van den God-mensch. Vrede op aarde onderde vijandig tegen-overeenstaandè grootmachten. Vrede op aarde ook voor de vaak verdrukte kleine nationaliteiten en in het bizonder voor ons Vlaamsche volk. Slechts dan zal waarlijk vrede heer-schen in Europa, wanneer de schrik-kelijke storm, die over ons nog woedt, de luchtkring gezuiverd heeft van de chauvinistische en imperialistische ge-dachten, door dewelke de volkeren willen groot en machtig worden, niet door eigen innerlijke kr'acht maar door onder-drukking van zwakkere nabuurvolkeren. Konden de diplomaten het aan de groene tafel eens worden dat de aarde groot genoeg is om elk volk zich te laten ontwikkelen naar eigen aard en eigen noodwendigheden, dan ware het bestaansrecht der kleine nationaliteiten, waarvoor aile ooilogvoerenden heeten te strijden, gewaarborgd. Dan werd ook -l in België het nationaliteitenvraagstuk, — querelle stérile des races et des langues, — voor goed opgelost tôt heil en zegen van het Vlaamsche volk. * * * Hoezeer wij ook de regeling van het Vlaamsche vraagstuk verwachten van de aanstaande vredeskonferentie, zijn wij ons toch b^wust dat wij van die zijde niets goeds te verhopen hebben, wanneer de Vlamingen zell hunnen toestand en hunne aanspraken voor de wereld niet veropenbaren en met de noodige krachtdadigheid de erkenning van hunne verdrukte volksrechten niet opeischen. Het is de groote fout van de pas-sieven, dat zij op het groote en éénige historisch moment waarop onze toekomst bezegeld wordt, weigerachtig blijven Vlaanderen's belang onder de oogen te zien en in de praktijk niet erkennen willen dat naast het Belgisch er ook het Vlaamsch vraagstuk staat, dat even-zeer van internationalen aard is en met evenveel recht door de vredeskonferentie moet beslecht worden. Afgezien van aile bijzaken en zonder stelling te nemen tegenover de verschil-lende richtingen die zich hebben afge-teekend, is het aktivisme eene noodzaak voor elk weldenkend Vlaamschgezinde. De tijden die wij beleven zijn niet geschikt voor onthouding en werkeloos-heid. Zelfs het bezwaar dat in het bezette gebied de vrije uitdrukking onzer denkwijze aan banden zou zijn gelegd, moet ten aanzien van het groote doel als een onhoudbaar voorwendsel van de hand worden gewezen. * * * Bovenstaande beschouwingen leidden ons bij de stichting van « De Eendracht » en sterkten ons gedurende de twee alge-loopen jaargangen om het hoofd te bieden aan de opgerezen moeilijkbeden. Moge ons blad het beleven dat 1918 de dageraad weze van eene gelukkige toekomst gebouwd op Vlaanderen's zelf-standigheid ! Bij veischillende gelegenheden hebben wij ons uitgelaten over doel en strekking van ons blad en wij kunnen in deze met eene verwijzing naar onze vroegere verklaringen volstaan. Enkel voegen wij er bij dat wij meer dan ooit willen trachten « eendracht » onder aile ware Vlaamschgezinden te bevorderen, omdat wij meer dan ooit overtuigd zijn van de dwingende noodzakelijkheid dat aile Vlamingen slechts één hoofd en één wil hebben om de groote strijd der bevrijding te winnen. Het verderfelijk passivisme gaan wij te keer, niet echter de rechtzinnige pas-sieven, wier bekeering tôt het gezonde aktivisme wij uit ganscherharte wenschen en betrachten. In het aktivisme spreken wij ons niet uit voor deze of gene richting, omdat aile richtingen gevolgd worden door mannen die zich grootmoedig en zonder nevenbedoelingen opgeofferd en bloot-gegeven hebben uit liefde voor ons volk. Trouwens spruiten deze verschillen niet hoofdzakelijk voort uit principiëele rede-nen, maar veelal uit beschouwingen van opportuniteit en taktiek. Wij vatten het niet op als zou ons blad tôt zending hebben de stroom der Vlaamsche gedachte in te dijken in de enge bedding die wij hem zouden gra-ven ; veeleer is het onze plicht de lei-dende Vlaamsche gedachten te vertolken en ze in breede kringen te propageeren. Sedert het ontstaan van het aktivisme evolueerden de opvattingen van vele Vlaamschgezinden en ook in « De Eendracht » was eene zekere evolutie merk-baar. Zeer begrijpelijk, want zoolang de smeltkroes nog aan 't zieden is, blijft het onmogelijk ons Vlaamsch programma in onveranderlijken vorm te laten kristal-liseeren.Het mag geen enkel lezer verwonderen dat wij, die stelling getrouw, artikels publiceeren die van elkander afwijken, omdat de schrijvers de toestanden niet door denzellden bril hebben bekeken of op een ander standpunt staan. Ons blad richt zich tôt de imellektueele Vlaamschgezinden en wij zouden onze lezers belee-digen zoo wij een oogenblik veronder-stelden dat zij zonder kritisch onderzoek ailes aannamen wat hun blad, het weze ci De Eendracht » of een ander hen 3 voorhoudt. Wij zijn integendeel overtuigd dat elk onze!' lezers zich een zelfstandig oordeel ov.-îi' hei aktivisme wil vormen en daaron niet beter verlangt dan op de hoogte te. worden gehouden van de verschillende stroomingen. Wil dit plan van ydarlichting geluk-ken, dan moeten wiï kunnen rekenen op de medewerking van onze lezers die met altijd de gewone opstellers alléén aan het woord rnogen laten. Tôt ont-lasting van dén opstelraad weze er bijgevoegd dat aile opstellen buiten de redaktioneele verschijnen onder de uit-sluitelijke verantwoor lelijkheid van de schrijvers (dit met iniçhtneming van de gewenschte geheimhoading). Onze 1. VI. Stuîientsnbewepg als opvcedster. « wat zouu.n wij zijn zonaer o »ze Studenten'beweging ? » Zijns ondanks brergt de nijd steeds hulde aan de verdienste. In du' waarheid de jeugd ooideelt niet zelfstandig, want zij is afhanke-lijk van hare opvoeders en leiders. Doch de taak der opvoeding is juist van de jeugd zelfstandig te leertn zijn, van haar op e-gen hand te leeren vo:!en en te lee; en oordeelen Daarna is de taak der opvoeding volbracht, want uit zelfstandig en zelfsandig oordeel spruit een zelf-tandig; wil die wekt de zelfst. ndige daden 't Is dus vva r, de j' ugd moet nog leeren «or-deelenBij dit leeren komen echter geen boeken van oas, het werkeltjke even is hier a leen te raadplegen, Dit leven h>°?ft een uitzicht ver-schillend voor elkeen, \olg ns de omstandig-heden, die van overweglnd belang zijn, daar van de kennis d -r omstE ndigheden de waarde van ons oordeel, en van onze levensopvatting in 't algeme n r.chtst eekssl-.l'hankelijk is. Welnu:4 een aanzienlijk deel der Jievensqjnstar.digheden voor de vlaamsche jeugd 1 ordt 0 geieverd door die treurige toestanden, mie vlaamsche wantoe-standen onder godsdienstilg, zedelijk, maatschap-pelijk en econoini^che 0Mn"ht, en onder opzicht van ku tuur, waarvan Y[een te ûiep noch te klaar bpsef kunnen^Hj ;jJ',n. Die omstandigh-den 3B bnloochenbaar. Vol-gen^ die omstand gheden'moet de Vlaamsche jongen, het Vlaamsche metsje leeren en oordeelen, om te kur-nen willen en handelen... Waar zullen zij het leeren,-van wie en op wat manier ? Waar elders dan in onze Vlaamsche Studen-tenbeweging, van wie anders dan van onze verëerde voormannen, hoe anders dan door het innig gemeenschappelijk Vlaamsch leven dat door samenkomsten wordt bevorderd en door de pers gevoed ? Ër is nog jammerlijk en verwonderlijk weinig geschreven over de op-voedende waarde onzer Studentenbevveging. (Er zijn over 't algemeen nog weinig standaard-werken over de grondslagen der Vlaamsche beweging in 't 1 cht gezonden). Die opvoedende waarde is groot, en dubbel groot. Zij is groot eerst op haar ei^en. Is het met een eenig ver-schijnsel in de nationalistische bewegingen van Europa, dat zoo machtig en nvloedrijk eene beweçing is tôt stand g-:bracht en tôt hoogen bloei gevoerd door de eigen kracht van jonge studenten alleen, zonder eenige leiding van ge-zagvoerders, spijfs de eYen te duchten bekam-ping van opsnbare tegenwerking of septema-tisch doodzwijgen en ignoretren ? Gns land zou verbaasd staan moest men de bilan kunnen op-maken van al wat door de studentenDeweging is verricht ten bate van Viaanderen, moest men een gulden lijst opstellen van aile mannen van beteekenis die hunne zeielijke waarde aan de studentenbeweging te danken hebben, moest men de waarde kunnen schatten van de karak-tersterkte en zi 'legroothsid waarmee onze beweging hare volgelingen begiftigt. Maar de opvoedende waarde onzer beweging is vooral groot en gewichtig, omdat zij eenig is ; zonder haar bleef de opvoeding onzer Vlaamsche jeugd erbzrmelijk onvolledig,; want waar en door wie, rpoest de studentenbeweginj slinken, zou men onze jeugd een Vlaamsch ge-voelen schenken en een Vlaamsch oordeel ? Het weze onbewimpeld verklaard, tôt schande dier opvoeders en opvoedsters die met eene blindheid al'.:en door nijdigheid en wrok ver-klaarbaar, de edelste pogingen en de heerlijkste initiatieven der studeerende jeugd met haite-loosheid fnuiken op gevgar af van een nieuw ge-slacht onverschilligen en raiddelmatigen te kwee-ken waar de straten van België reeds mee ge-plaveid zijn ; tôt beschaming dier leiders die getuigen zijn van een Vlaamschen levenjwil der jeugd, en haar brandend verlangen kennen naar een hooger edeler leven, en tegen aile pédagogie en redelijkheid in, noo the; minste woord van aanmoediging spreken noch het kleinste gebaar van hulp doen voor die zoo rechtge-aaîïie en edelbezieide kinderen : de studentenbeweging is ons een onmisbare opvoedingsfactor! Bestuurders en leeraarsonzer Katholieke onder-wijsgestichten als gij U verheugt over het succès uwer leeriingen en den roem uwer gestichten, weest ootmoedig en gelooft niet dat gij in onverdeeld bezit dier lauweren moogt treden. bekent dat een andere opvoeder benevens U gewerkt heeft, benevens en ach ! soms ondanks U, de Vlaamsche studentenbeweging, en legt vol erkentelijkheid voor haar voeten, de helft uwer lauweren ! Hebt U reeds het bedrag uwer inschrijving voor 1918 betaald ? Zoo niet, stort het dan op onze postchek-rekening n° 86. 4 BestuurlijKg ii PitieRe Seneidiii? Dit is de vraag die door vele aktivisten gesteld wordt. Moet het Vlaamsch werkprogramma beperkt blijven tôt de algeheéle doorvoering der B S.? Of zal men de B. S. als de eers'e stap be-schouwen die ons brengen moet tôt de politieke zelfstandigheid van Viaanderen en Wallonie en van nu af, 't zij hare geleidelijke (pragmatische) invoering, 't zij hare integrale uitroeping aan de bezettende macht vragen ? Ik was nooit een geestdriftig vooi"stander der B. S. en wanneer ik de beweegredenen herlees met dewelke ik ze vroeger bekampt heb, blijt ik overtuigd dat deze op ernstige gronden steunden. Alléén, de omstandigheden zijn sindsdien veranderd en wat wij vôôr fwee jaar nog met den naam van « noodmiddel n of « wanhoopsmiddel » mochten bestempelen, is nu een ijzeren noodwendigheid geworden, niet het minst ten gevolge van de openlijke oorlogsverlclaring van de Haversche regeering" aan het Vlaamsche volk. Voor eenigen tijd mochten wij nog de mee-ning toegedaan zijn, evenals 1111 nog een aantal passieven van het slag van «Vrij Belgiene.c., dat het Vlaamsche vraagstuk van louter bin-nenlandschen aard is en binnen de perken van het ééne, onverdeelbare en onveranderlijke Staatsverband België, door de eigen machis-middelen van het Vlaamsche volk moest worden opgelost (Vgl. Van Cauwelaert : « het Vlaamsche volk moet zich zelf redden»). De omstandigheden hebben er sedertdien anders over beschikt. De weldenkende Vlaamsch-gezinjien, wier stelregel het was vôôr ailes loyale Belgen te blijven, hebben het onvrucht-bare van hun pogen moeten inzien, om van de naar Havere uitgeweken regeering gerust-stellende verklaringen te verkrijgen, die aile politieke aktie onder de bezetting zouden hebben stop gezet. De anti-Vlaamsche drijve-rijen die zoo openlijk werden begunstigd, zoo binnen-als-buiten 's lands.door de machthebbers in den Haver en door hunne vertegenwoordi-gers in het bezette gebied, hebben de Vlaamschgezinden de oogen geopend. De loyaalste onder ons, logisch doorden-kende en metderdaad de weg volgende die onze redeneering ons voorschreef als liggende in het belang van het Vlaamsche volk, kwamen eindelijk tôt het besluit, dat vermits wij ons recht toch niet zouden ontvangen uit de han-den van de eigen regeering, wij het dan maar moesten trachten te verkrijgen van den bezetter. Recht blijft recht, om het even waar wij het halen moeten. Zoo werd tôt de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool eerst, de B. S. daarna, over-gegaan in samenwerking van de Vlaamschgezinden met de plaatsvervangende regeering. Hebben ook al de aktivisten die hervormin-gen niet gevraagd, allen toch hebben ze nader-hand goedgekeurd en aan hunne uitvoering medegewerkt. De bestuurlijke maatregelen die aldus in den zin van Vlaanderens rechtsherstel zijn genomen, hebben eene nieuwe orde m ons land lot stand gebracht. De vraag is nu of wij die nieuwe orde aanzien als een oorlogï-surrogaa t, enkel goed om na het herstel van den vrede door de oude toestanden vervangen te worden ; ofwel, of wij het bekomen rechtsherstel in bestendigen vorm willen inrichten en het bestand maken tegen aile aanvechtmgen van het offensief terugkeerende Franschdom Niemand onder ons die het gevaar w. nscht te loopen de eerste veronderstelling verwezen-lijkt te zien Willens of met, het is een feit dat Vlaanderen's lot aan den oorlog verbond'en is en dat het Vlaamsche vraagstuk er een van internationaal belang geworden is, dat te zamen met dit van het herstel van België op de vredeskonferentie zal behandeld worden. De teerling eenmaal geworpen zijnde, mogen wij niet uit het 00g verliezen dat het gaat om de algeheele, bestendige oplossing' van het Vlaamsche vraagstuk, dus om volkomen rechtsherstel en erkenning van onze zelfstandigheid als volk. Het is in dit licht dat wij het vraagstuk moeten beschouwen wanneer wij het antwoord zoeken op de vraag : Bestuurlijke zelfstandigheid of ;PolitiekeScheiding ? Naar mijn oordeel levert B. S. de noodige waarborgen niet op. Zij is eene zeer onvol-ledige oplossing, daar zij enkel slaat op de openbare besturen, dus op de uitvoerende macht, terwijl zij de wetgevende en de rechter-lijke machten onverlet laat. i° B. S. laat de wetgevende macht onaan-geroerd. Deze blijft in handen van de Kamer van volksvertegenwoordigers en het Senaat, zooals deze waren vôôr den oorlog. Evenals vroeger krijgen wij een Parlement waar de Vlaamschgezinden eene minderheid vormen. tegenover de coalitie van Walen en franskiljons en waar dan nog die Vlaamsche minderheid zoodanig verstrikt wordt in de partij politiek dat de Vlaamsche belangen door de groote ho'op van Vlaanderen's vertegenwoordigers uit het 00g verloren wordeu Wie waarborgt ons dat zulk Parlement de onder den oorlog verkregene Vlaamsche rech-ten wel zal eerbiedigen en of er niet zal getracht worden om stilaan opnieuw het hekken aan den oudfîn stijl te hangen ? Voeg daarbij dat de nieuwe orde die op dit oogenblik tôt stand gekomen is metB.S. tôt grondslag, eene totale herziening van al onze taalwetten noodig maakt. De nieuwe ver-ordeningen zijn immers nog te fragmentarisch en onvolledig en moeten in algemeene wet-teksten vastgelegd worden. Zal het Belgisch Parlement in zijn vroegere samenstelling er voor te vinden zijn dit werk in Vlaamschen zin uit te voeren ? Willen wij dus aan de verworvene Vlaamsche rechten niet laten tornen, dan moeten wij ook een eigen wetgeving bebben in Viaanderen voor al de belangen die ons eigen zijn. In de toekomst moet volstrekt vermeden worden dat de Walen nog het hooge woord voeren en .den beslissenden invloed uitoefenen in het verfranschingsproces van Viaanderen. - ^ . 5 2° Hetzelfde geldt voor de rechterlijke macht. Aile maatregelen die in zake B. S. ingevoerd werden, bleven zonder uitwerking op ons rechtswezen wegens de scheiding der machten. Hier moet met de grove borstel worden door-gereden en met ijzeren hand moet de hard-nekkige verfranschingswoede van de magistra-tuur gebroken worden. Al de taalwetten die het gerecht betreffen moeten worden herzien en hoe kan dit anders dan door een eigen Parlemen» voor Viaanderen. Bovendien moet eene nieuwe indeeling komen van de beroeps-hoven en moet het verbrekingshof gesplitst worden in een hof voor Viaanderen en een _ voor Wallonie. Scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in Viaanderen en in Wallonië, ziedaar de politieke zelfstandigheid die alleen de Vlamingen kan voldoening sehenken, ons het verworven rechtsherstel waarborgen en de verdere uitbreiding er van mogelijk maken. ^Trouwens, of wij het willen of niet, er is reeds een begin gemaakt door het overbren-gen der Waalsche ministeriën naar Namen. Met B. S. alléén hadden deze te Brussel moeten blijven. Immers. Vlaamsche beheeren te Brussel en Waalsche beheeren te Namen, geheel afge-scheiden van elkaar, eischen Vlaamsche mini-sters te Brussel en Waalsche ministers te Namen Eene Vlaamsche regeering dus en eene Waalsche. Hoe stelt men zich nu voor twee afgezonderde regeermgen tegenover •enzelfde Parlement ? De P. S. is dus feite'ijk reeds aan den gang. Hoe ver ze zal doorgevoerd worden, leert ons de toekomst. Tôt het uiterste gedreve>; ware het de Staat Viaanderen. Maar zoo ver hoeft het niet te gaan, want naast de bizondere aangelegenheden van Viaanderen en van Wallonië hebben beide volkeren ook gemeene belangen die in het Staatsverband België kunnen vereenigd blijven. Het voortbestaan van België, doch op federatieven grondslag schijnt dus de best geëigende oplossing van het Vlaamsche vraagstuk ; op die wijze wordt ook best het vraagstuk der onzijdigheid van de Belgische gewesten tegenover de omringende grootmachten opgelost. Wilfried. ïmâmSÉ ~ûf ricuBi"sSïlCrScfl "— Men ziet, dit, (het Brabantsch-Frankisch) is een groote krachtige groep, wat te meer gewicht in de schaal legt, omdat de voornaamste onder-groepen : Het West-Noord-Brabantsch, het Ant-werpsch en Oost-Vlaamsch betrekkelijk weinig gediferencieerd zijn en na het Hollandsch het meest met het algemeen Nederlar.dsch over-eenstemroen. De wUselwerk ng tusschen b i e is dan ook zeer goeu merkbaar. maar aan beide zijden der landsgrenzen met voorloopig nog zeer verschillend resultaat. Eensdeels ontwikkeli z i 11 in de N*oord-Brabantsche steden, vlekken en kleinste dorpen een beschaafdere tsal die m klan-ken en woordekeus allanger hoe meer tôt het algemeen Nederlandsch nadert, anderzijds ver-spreidt zich van de be^chaafde kringen van Antwerpen en Gent uit, van lieverl de een tijde-lijk algemeen Vlaamsch, dat voor de Zuid-Bra-banders en Limburgers, wier eigen dialect te veel afwijkt, de voorloopige brug wordt, waarop zi] de"-N*>ord-Ni--derlanilers ontmoeren, met hen verkeeren, e > allen zich çaande weg i>ij hen a n-s uit n. Want dat alyeme n V a.imsc is nog Zt er arm, en is g doemd o arm te hlijvt-n Want voor duizenden dingen en hundelingen hebben de Belgische dialecten wel ilk een afwijkend woord, maar g en dat a'gemeen gangbaar is Daarte-gen Slaat nu telkens de overal verstane en klare Fransche term. Om een concurrent daartegen te hebben, grijpt men nu natuurlijk, naar den Noord-Nederlandschen naam, die geeft houvast. — Alleen de behoefte kan voor het vei keer een groep doen ontstaan. Houdt de behoefte op, dan smelt iedere groep in de omliggende kringen weg. Evenmin als in Noord-Duitschland een Ne-derduitsche of in Zuid-Frankrijk een algemeene Provençaalsche, in Noorwegen een algemeen Noorweegsche taal op kan komen, daar het Hoog-Duitsch, het Noord-Fransch en het Deensch veel beter en gemakkelijker in de behoefte voor-zien ; zoo zal ook in Belg ë geen rijk en met het Fransch concurreerend Vlaamsch z ch kunnen handhaven. Slechts als voorloopige everbrug-ging kan en zal het dienen, om daarna weer spoorloos te vergaan. Maar wat nog lang blijven zal, juist als Noord-Nederland in Frieschland en Limburg bewaard heeft, zijn de vaste en sterke ver-afwijkende dialecten van West-Vlaanderen, Zuid-Brabant en Belgisch Limburg. - Voor onze letterkunde heeft de Vlaarrscbe beweging vele en zeer verdienstelijke bijdragen geleverd. Conscience vooral heeft deze algemeene VI. taal geschreven. Verder Jan van Beers, Tony Berg- , mann, de gezusters Loveling en Cyriel Buysse, die hoewel sinds lang in Noord Nedei land le-vend en publiceerend, een erg Fransch getint taaltje schrijft. En laten wij nu maar aanstonds de hoofdmoeilijkheid onder de oogen zien, die hier het proble< m van den Franschen invloed ons opgeeft. Zoo goed als aile b.'schaafde Zuid-Nederlanders zijn iweetalig in dien zin, dat ze in voortdurende afwisseling zich van twee talen bedienen. Zij behooren tôt twee groeptalen, namelijk tôt één der Noordelijke F'ransche en tôt eén der Zuidelijke Nederlandsche dialecten. Dit voort-durend afwisselen komt echter geen van twee talen ten bate. Licht wordt het Fransch door allerlei Flamingismen en het Vlaamsch met allerlei Gallicismen dooraderd. De wet van een-voud brengt dit mee, en wel zôôlang met on-weerstaanbare noodwendigheid als men beide talen evengoed wil kennen, en ook praktisch evenveel gebruikt. Pas als men vierkant één der beide talen tôt eigen taal kiest waarin men wil kennen en leven, en de andere even vast-besloten tôt hulptaal verlaagt, uitsluitend en alleen bestemd om zoo goed en zoo kwaad als het gaat. met een bepaalde groep zijner me-deburgets te verkeeren, is er kans dat de hoofd-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes