Het tooneel

1473 0
14 september 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 14 September. Het tooneel. Geraadpleegd op 10 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/fq9q23sk9q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

■y 1 -, ' . ' ■* < Het Tooneel — : m — - ___ & W ly *v ffj 4° J a,'gang Nr 1 14 September 1918 Beheer en Redactie/ Kerkstraat. 13, Antwerpen 1S nPn»i,m " 1 ~~ HIPPODROOM Best ur : FRANS CONDÈS en VICTOR NEUTGENS Aile a von den om 8 T.IL Zon- en Feestdagen Middagvertooning om 3 Jl2 T.IT. 't Zal Kermis ziin ! iA n tr ADfPnnl O ') 1 ri i ». ... om ù '|2 12 nienwe Décors van J. Pierre en Lynen Antwerpsche Spektakelrevue in één voorspel en 2 bedrijven vjpor Ed. CASTEELS. - Muziekbewerking van.,P^VMOËVEN 5 gro^ Balleften Kon. Ned. Schouwburg Een dezer dagen hadden we het goed geluk den heer Bertrijn te ontmoeten, den sympathieken leider van het gezelschap. — En zeer natuurlijk vroegen we hem om nieuws. — Wel, zoo begon hij, zooals U reeds aange-kondigd hebt, zullen we doorspelen tôt het einde van Juni 1919. Ik moet de heeren leden van den Tooneelraad en van het Gemeentebestuur namens mijn gezelschap en tevens in mijnen naam van harte bedanken voor de bereidwilligheid waarme-de zij onze vraag beantwoord hebben. Zij hebben getoond ons streven naar waarde te schatten en wij zijn h en daarvoor zeer erkentelijk. — En wat zijn de vooruitzichten voor het toe-komend seizoen? — Die zijn operbest. Abonnementen worden met de rnacht genomen. Als ik gewild had dan waren voor de Zondagvertooningen al de plaat-sen bij inschrijving genomen. Maar dat mocht ik natuurlijk niet toelaten, daar een zeer groot ge-deelte van de zaal moet voorbehouden blijven voor het publiek dat niet aile Zondagen even re-gelmatig kan komen. — Dat is zeer teekenend voor de stemming van de theaterbezoekers en wij zijn dan ook overtuigd dat U andermaal een prachtseizoen te gemoet gaat... En mag ik U nu vragen of buiten de vier stukken: «Starkadd», «De Koolmijn», «Madame Sans - Géra» en «Het Dal des Levens» nog an-dere werke* ' ? — Met p ,ste werken, na de ' V .. v zal zijn : «Het : Schmidt. dat m ht (1 ïn tien laa'tsten n door den uitgé-Vër Gust j v'-,. ;^t en weet dus dat we het allef t. '^-''^îivfechten. «Sonna» of I l «Dolle Har •£» van Fabricius komt voorzeker / vroeg aan de beurt, evenals «Aan Flarden» van Top Naeff. Dan denken we op te voeren de twee Duitsche blijspelen : «De Dochters van Hase-mann» en «De Hofslachter» en een nieuvv «Mijn Vrouw, de Hoftooneelspeelster». Dees jaar doen we zeker een herneming van «Kaatje» van Paul Spaak in de meesterlijke vertaling van Antoon Moortgat. «De Pot van Pandora» van René Ver-mandere zal ook voor het voetlicht komen evenals de bekende en vermaarde «Sabijnsche Maagdenroof». Als nieuwe Fransche werken zijn op het repertorium gebracht: «Haar Vader» (Son Père) en «Vriendinnetje» (Petite Amie), van Brieux. Van Philippi spelen we: «De Redder in den Nood», en van Ibsen «Hedda Gabier». Ook «Mevrouw Warren's Bedrijf», dat verleden jaar niet kon doorgaan, zal tijdens dees seizoen her-nomen worden. Ik heb een paar éénakters aange-nomen: «De Verzoeningsengel» van Bogaert en «Félix Culpa» van Mevr. N. Hart. Ook denk ik er aan «De Zeventienjarige» te spelen van Max Dreyer, een werk dat ophef heeft gemaakt. In de lijn der waarschijnlijkheden liggen «Kleine Dora» van Dickens en «Miss Hobbs», evenals een werk van Willem Ogier, en ik denk er zeer ern-stig aan een werk van Brederoo op te voeren... En ziedaar een gedeelte van het repertorium... Zooveel mogelijk zullen we hernemingen doen van stukken die voor twee of meer jaren wer-den vertoond. Wij bedankten den leider voor zijn inlichtingen en wenschten hem een vruchtbaar seizoen en veel succès. Zooals onze lezers kunnen oordeelen is er voor afwisseling gezorgd en zullen de getrouwe bezoe-kers — en die zijn legio — elk wat wils hebben. Kunstwerken zijn er genoeg op het repertorium en zullen de kunstminnigen wel bevrediging ge-ven, daar onze artisten niets liever wenschen dan goed werk te spelen. N. Gust janssens, uitgever, Kerkstraat, 13, Antwerpen SELKE WEEK verschijnt bij mij minstens één vlaamsch boek. Zooeven kwam van de pers "OP DEN DOOLWEG,, door Joris Uyttebroek Dit nummer bevat de Kronijk : Over het nut en de bruikbaarheid van Pompiers in werkeloozen staat. (Uitgave "Onze Leestafel,,) Prijs : fr ®.15 (Uitgave "Onze Leestafel,,) Prijs: fr 9.15 Variéfés-Schouwbùrg TOONEELSEIZOEN 1918 — 1919. BESTUURDEIÎ : Hr GEORGES VILLIER. PRIJZEN DER PLAATSEN. I Gala I Gewone I vertooning I vcrtoonine Gelijkvloers Bakloge per plaats fr. 6.25 fr. 5.— Orkestzet. voorb. » » 6.25 ' - 5.— Orkestze.tel » » 5.— » 3 75 Parket » » 3.75 » 2.50 Eerste rang Voortooneel » fr. 6.25 fr. 5.— Loge » » 3.75 » 2.50 Balkon » » 3.50 2.50 Midden balcon » 3.75 2.50 Tweede rang Voortooneel > fr. 2.50 (r. 1.75 Loge > » 2.50 » 1.75 Balkon , - 2.50 » 1.75 Midden balkon ( » 2.50 1.75 Derde rang Voortooneel fr. 1.25 fr. 1.— Balkon > 1.25 1.— Middenbalkon 1.25 I — Gaanderij | >0.75 > o'so Ï-Tof lnonh'.r.cl.I i. 1— Het loeatiegeld is in den prijs begrepen. Er worden abonnementen afgeleverd — uitge-zonderd voor den derden rang — voor al de Don-der-, Zaterdagen, enz. der maand (dus 4 à 5 ver-tooningen) aan den bovenstaanden prijs der plaat-sen. — Het verhuringsbureel is open aile dagen der week — van af heden Zaterdag 14 September — van 11 tôt 4 uur T.U., Kolveniersstraat, 1. 1 ————— 15, j4nnéessensstraat, 15 Concert Aantrekkelijkheden Dansen Aan onze Lezers M et te-5- er îreedt,, «Het Tooneel» ziin vierdesi jaargang in. ' i De stijgende bij val van ons blad is het beste bewijs dat wij de gunst genieten van het Ant-werpsch kunstminnend publiek. Niettegenstaande de moeilijkheden van de tijdsomstandigheden zullen wij onze beste krachten inspannen om onze duizende lezers de beste inlichtingen te verschaf-fen op tooneel- en ander kunstgebied. Wij zullen, zooals in 't verleden, met eerlijkheid en onpartij-digheid te werk gaan in het beoordeelen van kunstuitvoeringen, niet ongenadig afbreken waar naar het goede gestreefd wordt en ons gelukkig "Ifîvorfetr^-te-îximaen aanmoedigep v, i>p kun,s> gebied naar het beste betracht wordt. Dat was immer onze gedragslijn en zij zal het blijven in de toekomst!... ™ «HET TOONEEL». I nenom de Schou^wburgen KON. NED. SCHOUWBURG. — Zaterdag 21 Zondag 22 (dag- en avondvertooning), Maandag 23 en Donderdag 26 September, opvoering van: «De Ivoolmijn» (Gliick auf), spel van de mijnen in vier bedrijven en zeven tafereelen, van Her-man Heijermans. — Rolverdeeling : Baumgarten, een mijneigenaar, heer B. Ruysbroeck. — Mathieu zijn zoon, heer V. Gheubens. — Sylvia, zijne dcch-ter, Mej. J. Janssens. — George Wied, mijnbe-stuurder. zijn schoonzoon, heer G. Cauwenberg. — Erich Stein, bedrijfsingenieur, heer E. Gorlé. — Kerkhoven, machienen ingenieur, hr W. Cauwenberg. — Anna Menzel, typiste, Mevr. H. Bertrijn. — Een mijnbestuurder, heer Van de Put-te. — Een aandeelhouder, heer Van Gool. — Een kantoorklerk, heer Ludikhuyzen. — Hadwig, een houwer, heer Van de Putte. — Schulz, een hou-wer, heer L. Bertrijn. — Wiener, een houwer. hr Piet Janssens. — Bartsch, een houwer, voorzitter van den Christelijken Bond, heer J. Schmitz. — Spiess, een sleper, heer Jaaks. — Schenk, mijn-gascontroleur, heer Remy. — Heil, vroeger mijn-werker, heer Angenot. — Een gendarm, heer F. Thees. — Moeder Schulz, Mevr. Ruysbroeck. — Greta Schulz, haar schoondochter, Mevr. Noter-man. — Rudolf Schulz, haar kleinzoon, leerling -houwer, Mej. M. Bertrijn. — De Vroedvrouw, Mevr. L. Hens. —-De bruid van Wiener, Mevr. M. Dilis. — Een mijnwerkersvrouw, Mevr. Thees. — Mijnwerkersvrouwen, mijnwerkers, enz. enz. —- Het spel geschiedt in dezen tijd in Westfalen. VERWACHT. — «Madame Sans - Gêne», too-neelspel van Victorien Sardou. ZILVEREN BRUILOFT HEER EN MEVR. BERTRIJN - DE DAPPER, — Toekomenden Maandag, 16 September, zal het vijf - en - twin-tig jaren geleden zijn dat heer Louis Bertriin, oe gewaardeerde kunstenaar en kundige leider van ons gezelschap in den echt trad met Mevr. Bertrijn, geboren Helena De Dapper, onze ge-vierde actrice. Wij wenschen het sympathiek echtpaar, dat er fnsscher en jeugdiger voorstaat dan ooit,nog ve-le jaren geluk en voorspoed in hun echtelijk le-ven en wij zijn voorzeker de tolk van al de schouwburgbezoekers en onze duizende lezers om hen bij deze gelukkige gebeurtenis te felicitee-ren.Wij *1 7 tever-s de geî«-onlici^ efbruik r< ■ ;èn (iat. tôekom /t jaai heer en 'JLcVr. Bertrijn - De Dapper vijf - en - . twintig jaar onafgebroken deel zullen hebben uit- ' gemaakt van het gezelschap van onzen Konink-lijken Nederlandschen Schouwburg. Wanneer het aan stellig en vast vrede zal we-zen, zal deze kunstgebeurtenis door al de bewon-deraars van het schoon talent van heer en Mevr. Bertrijn - De Dapper met eer en glans herdacht worden. Waren we maar al zoo ver!... VARIETES SCHOUWBURG. — Bij de lijst van het zeer degelijk gezelschap van heer Georges Villier, verschenen in ons laatste nummrr, moeten nog de namen van Mej. J. Derèse en Mev. Bertha Van der Heyden gevoegd worden. DE GEWONE VERTOONINGEN in de Variétés hebben plaats Donderdag, Zaterdag, Zondag (middag- en avondvertooning), en Maandag ; — de galavertooningen aile Donderdagen. DE GALA - VERTOONINGEN in de Variétés zullen bestaan uit een operette en een concertge-deelte, waarop de opera-artisten zich bij beurten zullen laten hooren. HET REPERTORIUM van heer Georges Villier is als volgt vastgesteld : «De Groothertogin van Gerolstein», «Walsdroom», «Véronique» «De Vledermuis», «De Dochter van Madame Angot», «Eva», «De Barakspelers», «Perichola», enz. DE DOCHTER VAN DEN TAMBOER - MA-JOOR. — Voor 't laatste tafereel van «De dochter van den tamboer-majoor» (de intrede in Mi-laan), in den Hippodroom, — wordt een speciaa! nieuw décor geschilderd door de heeren J. Pierre en Lynen, dat volgens de proefteekening prachtig zal zijn. «DE BELLE VAN NEW-YORK». — Na «De dochter van den tamboer - majoor» wordt «De Belle van New-York» hernomen. Deze prachtige spektakel - operette zal met plezier worden te-ruggezien.HEER AERTS die, zooals wij reeds over ver- j scheidene weken gemeld hebben, het gezelschap van de Scala verlaat, om naar dit der Variétés over te gaan — onder den naam van heer Var-nier — zal als Prins Fritellini in «De Maskotte» zijn afscheidsvertooning geven. IN «DE MASKOTTE» zal heer Gaspard Van den Hoeck de roi van Rocco vervullen. «DE GRAAF VAN LUXEMBURG» komt na «De Maskotte» aan de beurt. «DE ONDERZEEER», de dramatische schets die destijds in P zy !> r s 1 éWctôî i verwierîTzal eerstdaags in den Ederi worden hernomen, door het gezelschap Louis Belloy. MEV. HILDA LANDENNE die eerlang in den Eden zal debuteeren, ontving hare muzikale op-leiding van verschillende leermeesters, terwijl hr Modest Lauwerijs haar de voordrachtkunst onder-yvees. Reeds voor den oorlog, alhoewel nog zeer jong, stond zij in verscheidene kunstmiddens al gunstig als zangeres aangeschreven. Als dusda-nig trad zij op te Antwerpen, Brussel, Gent (we-reldtentoonstelling), Blankenberghe, Rotterdam, enz. Slechts sedert Mei 1918 beoefent zij het ope-rettengenre, en zij creëerde met veel succès Loui-sa in «Tooneelkoorts». De directie van den Eden is vast overtuigd dat Mevr. Hilda Landenne een onzer flinke operettenvertolksters zal worden. HEER LOUIS BELLOY herbegint met zijn gezelschap eene omreis. Hij zal te Turnhout debuteeren met «De Groote Nul». Ook alhier, in den Katholieken Kring, zal heer Belloy dit vermaard 5lijspel vertoonen. HEER PIET JANS trad te Mechelen op als Lutz, In «Oud-Heidelberg», een zijner glansrollen. De yertooning werd gegeven als openingsvoor-stelling van *;Het Tooneel», onder het bestuur van îeer Karel De Heyder. HEER J. DE MOOR, gunstig gekend om zijn legelijke Vlaamsche bewerkingen van vreemde Xîoneelspelen — men denke slechts aan het sucres van «Aanmelden a. u. b.» — heeft andermaal ien blijspel «Oude Heertjes» in onze taal overge-)racht. Het stuk wordt eerlang te Mechelen ver-oond.HET TOONEEL, aldus luidt de schouwburg-îxploitatie, door heer Karel De Heyder te Meche-en, voor het komend winterseizoen, op touw ge-jet. Heer De Heyder zal trachten, door het op-'oeren van degelijke stukken den smaak van het lubliek te louteren. Zooals dit het geval is met ieer Clauwaert, Belloy, Arnouts, e. a., die te VTechelen optreden, in den Nationalen schouw-)urg, draagt hij de gansche leiding en ook de ilgeheele verantwoordelijkheid zijner onderne-ning. Heer De Heyder heeft uit liefde voor de :unst een stout stuk gewaagd. Wij wenschen hem 'eel succès. Sandolienlessexi ippelmausslraaf, 24» \ Starrkad^l.. —— aiin DRAM A IN BEDRIJVEN, tste HEGENSCHEIDT. uit- ,^er ffelegenheid v deze openingsvertooning nde we'. gewez(.n worden op den kenteren- zul- ^n, ^ro^1» ^ien xv'e d(rorleefd hebben sinds die bonze rachte Arsene - ^.upin _ première van het eerste la£_ oorlogspeeljaar. len' iC<în m\ssck"n wel veronderstellen, dat •tij- het losbreken var> den oorlog, waardoor de van egoistisch - materiaîisttfsche buil, die sinds vele aar J^en op het wezen van de maatschappij zwol en •kig etterde^m yolle^m^Wd openbarstte, voor goetl I WU- ;; ' tesmoord. en dat het pvas ^ t a oon t^^eaterpublick, voor het grootste gedeel-! te wis en zeker het iitellekt van onze kleine bur-tet meest S'^troffen door de ramp, den ># schouwburg vast onbj ouw zou worden, als er wat ai te veel vereischv. ' werd, en — o wônder! — juist een tegenovei-Uestelde verschijning heeft _ zich veropenbaard. D • stoffelijk - geestelijke dua-hteit, die m de merschheid huist, heeft zich in haar kontrast sterkei dan ooit ontwikkeld, en, als 21, eenerzijds een verlei'Jing lokte naar een materia-lag listischen ondergangj, heeft zich anderzijds een an: sterke attraktie veHpenbaard naar intellektueel tien leven. er" , ^ver^ er zojjveel gelezen, boeken - ge- ,en, kocht, schouwburg 1 gegaan, Ieergangen - ge-!eu volgd als m de oorlo^sjaren, en 't is misschien het en- begm van een période, waarin het intellektueel leven hier te lande, Jzich niet langer zal bepalen rg. bij^ een kultus door {}enige enkelingen of bij een I rie. geheimzmnig gesmeirl in literaire en wetenschap-an- pelijke cenakeltjes, die uit schrik - voor - kon-er- kurentie heel hun w *rking in vier - muren - ge-ut- slotenheid bewaarde)^ maar dat het stilaan zal ^en doorzmderen tôt het bewustzijn van heel onze îen massa. ï" • Çe ^J'ni ^e^on !met «Arsène Lupin» in 1915, hr is dus getrokken tôt «Starkadd», een oorsprœike-ter lijk Vlaamsch werk. . Op ®nze tooneell]vvcratuur ligt een vloek, die ]n- aldus kan geformuj.eerd worden : vermits ze JS<" ' ^wlJnt al kt ze voortbrengt, en onder r. die vooropgezette idfte worden aile nieuwe Vlaam-sche stukicen met -Irtistieke pretentie a priori er- \eroordeeld. En de •î'eden? Onze smaak is bedor-X - ven door eenzijdig vreemd werk, en wat niet op av. dezes formule is gehcmwd, wordt nogal rap on-M. tooneelmatig of niet' - speelbaar genoemd. «Too-es. neel is beweging», lieet het, en dat begnp moet 1Z* î:3? Ép-'HOîtten worde!h in zijn kleinst - beperkste m. beteekems, die we zouden kunnen omschrijven door urtsluitelijk zinnelijk - waarneembare, uiter->o- lijke p.astiek. De oe'-zaak van die smaakverande-nng laten we hier n het midden. De opsporing zou ons te ver leidei. Met feitaanstipping moeten we ons tevreden stellen. n" er 00^: D( 'ë een andere beweging, na- »- melijk een psychoh gische. Al zitten b.v. twee > menschen kalm teg>( nover elkaar te redeneeren, er (vergehjk Ibsen s „Nora>> _ slot) kan er doQr • hun zielesferen, die met elkander aan 't wrijven gaan een intense b bweging van innerlijk leven ontstaan, die, om te w uiting te komen, meer nog dan de andere heJ tooneel noodig heeft, omdat ze slechts tôt voile < îtwikkeling kan geraken, als e- îedere sfeer gedrag( a wordt in een afzonderlijke Je psychologische verse 'lijning. ® In «Starkadd» be - eikt Hegenscheidt soms een - mooie psycholo, gische diepte, maar niet door ;i/-• 'ooneel - eigen ^chologie - in - aktie. Kij 1K , r™}?™ r ontw,- .«n-recht- - - - , j.ji' oelen en ze zijn, in " k- ' > *lijk louter lyrise^e ontboezemingen. De ethe-, it'he eigenschappe» » van die psychologie - in -K- afetie zijn niet uitge>buit. Door intuïtief drama -gevoel een innerlijklHeid suggereeren, ligt boven 's schrijvers dramat eke kracht. In den geschre-ven tekst is ailes g < z e g d . De personen zingen < r- hun gevoel uit en 0at ailes maakt van ^Star- j kadd» een stuk - om -.te - lezen. De psychologie ' is literair, niet dramjatisch uitgedrukt, want psychologie - in - aktie Jleeft op als een essence uit , den dialoog, schept j s 1 ech t s van op het J tooneel een sfeu-i", waarin de toeschouwer r~ wordt opgenomen, <?en etherisch verband, dat r' hem het leven van d£ helden doet meeleven. v' Bij een «Starkadd» opvoering ontstaat dat verband slechts heel ze^den. De toeschouwer blijft beschouwen, kepmerk van de meeste van ^ onze oorspronkelijke stukken. En dat is misschien _ wel een gevolg vaiM den vloek, die op het Vlaamsch tooneel diykt, want de eenigste aan-moediging en tevens jschool voor de auteurs: het ïs tooneel - zelf, de opvoering van Vlaamsch - e'.gen î- werk, de praktijk was\ weggecijferd, en vervangen n door officiëele tooneelPi"ijskampen,waai*van de be-kroning volgde na le^ing» iets wat onbewu^t lei-den moest tôt het d-Dj'^en van aile intuïtief dra-1- ma - gevoel en tôt he.^' fabriceeren van stukken - ^ n om - te - lezen. } 'e Alhoewel de eigensi^aPPen> die tooneel onder-scheiden van ander 1-erair werk, slechts in een T noodzakelijk minimun- in «Starkadd» wordt aan- , getroffen, blijft het toch een van onze merk-L" waardigste oorspronkelijke werken, en, aie men c het als een b e 1 o f t/y heschouwd, baart het geen ® verwondering, als er bij .de verschijning wel cens ^ l' mee gedweept werd. .Ppijtig genoeg, dat Hegen- £ ^ scheidt die belofte on\ervuld heeft gelaten. ^ b Afzonderlijk bescho^wd zijn veel van de per- ^ sonen flink getypeerd^ Door een vers, een paar (-e woorden soms, trekt (le schrijver de groote lijn T-e van het karakter. Zoo Seamund: Ik heb mijn doel e en daar ligt mijn g<îweten. Verbluffend stout soms, maar meestal ophitsend van op een tweede plan, de man die lijn^jes viert, honig strijkend a zijn slachtoffer hypnotiseert, venijnig gluiperig j* als een slang.Deze uitbeelding is ook het scherpst " p in reliëf gesteld, het bnst geslaagd, en naast den e s hoofdpersoon Starkadc beheerscht hij het stuk, s is zelf s van heel het intrigue - verloop de recht-» streeksche oorzaak. n De ontwikkeling var de Starkadd - figuur is, • dramatisch gesproken, al heel wat flauwer, mis-n schien juist, omdat zij het meest lijdt onder He- ^ genscheidt's lyrisme vaarvan zij trouwens de " inkarnatie is. In haar wordt afgespeeld de eeu- ^ wige tragedie van het jdealistisch element in den ^ mensch, gesteld tegenover poenig materialistisch s egoïsme. ^ j- I - oto^thïvdd is de vu izange ' f it t.'\cri,-, de 5r held, die zijn volt wil groot maken. Hij is de zie- ^ ner, die durft droomen van een Toekomst, en 't z: is in dat heilig geloof, dat hij de gunst van ko- R"' î ning Froth, de hand van diens dochter, met ge- 111 rust gemoed durft aan te nemen, hopend in dat 11 geluk weer sterkte te vinden voor nieuwe helden-daden. te Maar het is ook de vonk, die de bom van haat 1 en nijd, waarmee zijn belagors hem bedreigen zal T doen barsten; doch de aanslag mislukt, het nood- b lot keert zich tegen hen, het is Starkadd, die ze-, geviert, en uit de bacchanaal, die begint met H wijn en stikt in bloed, stijgt hij op in glorievol- se len aureolenschijn, als een geest, die het ploertig ^ i leven daar met zijn vloek heeft verdoemd. te i Maar stilaan heeft Starkadd opgehouden van et mensch te zijn om nog slechts idee te worden. v< Hij, toch als gevoelsmensch bedoeld (dat blijkt oJ voortdurend uit zijn hfuding en vooral uit zijn k; prachtig lied in V), moet zich den moord op ko- & [ ping Froth laten v e r t e 11 e n , en kon die door w ' intuïtie, den grond van leder heuscJi kunstenaar- de schap, niet ondekken. Dat is de grootste drama- ' st tische zwakte in de Starkadd - uitbeelding, en st wijst op de onvoldragenheid van het werk. z> Ook stoot hij van zich de sfeer van laag - wal- al gelijk matérialisme, waar hij nu nochtans mees- g< ter was, en werpt zich liever met een avontuurlij-ken spronk in den orkaan van een nieuw leven, ee dat het andere met donderend geweld zal vernieti- le gen. Het pathetisch slot behe>ort zeker tôt het se beste van het werk, is prachtig van symboliek, v£ maar 't is of de auteur ^laaraan slechts gedacht ht heeft, en de vier eerste1 bedrijven enkel als in- in leiding heeft laten diene.n. m En ook dat slot is een bewijs van jeugdig op- lv pervlakkig idealisme. De auteur was nog niet rijp of genoeg om beide sferen inet elkander te verzoe- gc nen en om in die verzoening een hooge mensche- m< lijkheid te bereiken.Starkadel moet de krisis van ee rijpwording nog doorwor.ctelen. — Het stoffelijk Pc geestelijk - dualisme in dan mensch blijft nog in Al twee sferen gescheiden. De koppeling van beide, sp de ople>ssing van de Starkadd - idee, heeft de auteur nifet kunnen bewerken, en daaruit nochtans di< had de essence van de trjagedie moeten bestaan. na Maar in het stellen re^ds van dat vraagstuk nu heeft de auteur zich veropienbaard als een levens- Bc voeler, en het is voor ons een ramp geweest, dat sel Hegenscheidt het bij dit «lenige werk heeft gela- Hi j ten. Was het misschien o itmoediging ? Starkadd we j is inderdaad, al gebeurde jiet gewoonlijk nogal in Jgfc ueftige bewoordingen, neergehaald. Maar we kunnen ons thans niet meer inlaten met voor - oor-le>gsche vormkultus, die steunde op de ontaar-dings - idee, dat een kunstenaar zich slechts van de andere menschen onderscheidt door een gaaf van te kunnen uitdrukken wat men zag en daar-door voelde, zoodat aile aandacht ging naar de wijze, waarop die uitdrukking geschiêdde, naar het h o e , terwijl^ het wat op het tweede plan was geschoven, of heelemaal over het hoofd werd gezien; ja — de wijze van uitdrukken, als die niet beviel, volstoneî om een werk te verguizen. Kunstenaars, heeft men eens gezegd, zijn de voelsprieten van de maatschappij. Door intuïtie voelen ze het bestaan van dingen die de gewone menschen niet voelen, zien ze van zekere feiten de oorzaken waarvan de massa slechts de ge-volgen ziet. De weg om van het ëën naar het ander te komen, de zich daardoor openende levens-cbepte, dat is ele visie van het leven die de auteur ir. zijn werk geven moet. Maar daarmee is het ook uitg-eisloten, dat men van een kunstenaar zou mogen eischen, dat hij zich bepale bij de uitdrukking van wat hij zelf gezien en doorleeft tieeft, met andere woorden van wat mon kan kontroleeren, omdat het ook onder M e n , s kon-ceptie - vermogen valt, dus een beperking tôt weergave van louter - zinnelijke waarneming. RIaar wat zou van die formule terechtkomen als sij werd toegepast op Shakespeare, op Goethe, op Miehel Angelo... of op... Dante? 't Is in het teeken van dien uiterlijken vorm-mltus dat «Starkadd» werd miskend. Men verrat onbewust of door het maken van een zwakte -ot systeem, dat het innerlijk - geestelijk leven let doel is, en dat taal, techniek, kunst in 't al-ïemeen, maar een vorm is, een middel om tôt het loel te geraken. Daarom hebben we er sterk aan gehouden, al :ijn vorm of techniek heelemaal niet wat ze had-len moeten zijn, in het begin hebben dat genoeg aten blijken, het werk recht te laten wedei*va-'en terwille van de Starkadd - tragedie, die zich lians, bij de huidige krisis, in uiterst expressieve redaante veropenbaart, en van dat standpunt ge-;ien keuren we een Starkadd - opvoering gaarne :oed, met dit voorbehoud ne>chtans, dat voor een openingsvertooning, toch een glanspunt in het ooneelseizoen, wel een degelijkcr première - stuk . as te verkiezen geweest. Als derde hoofdfiguur staat Ingel, de bloo -wakke koningszoon, die, uit schrik voor Star-add's waarschij'nlijke troonsopvolging, tijdens ezes afwezigheid zijn vader vermoort en de ilaats inneemt, na een vleiend - aanhitsend in-rig*ue van Seamund. en niet voelt, dat hij slechts 1s middel wordt gebruikt, om den sluwe de kroon e bezorgen, welker verovering diens levensdoel s. In Ingel leeft nog iets van de oude tragedie -elden. Maar hij is slechts een dekadente epi-oon. Als de oude klassieke helden vielen onder e slagen van het noodlot (eigenlijk hun zwakte) an dwongen ze een medelijdende bewondering f. Ingel kan slechts verfe>eid worden. Hij en Seamund, met hun lage hartstochten en riften, met beestig gejaag op eer en roem, — e uitgebuite en de uitbuiter met hun slampam-erenden aanhang vormen de tegenstellende ma-?rialistische sfeer, die te vergeefs zal trachten tarkadd's idealisme te dooden. Door deze drie helden wordt het drama gedra-en. Zij vormen den kern. De andere personna-es zijn veel minder zuiver psychische verschij-ingen, doch daar plaatsgebrek ons belet een teedve>eriger analyse van het werk te geven zul-n we die bespreken aanvullenele biizon- ?rheden omtrent taal, vers, rythmiek bij de re-întie van de opvoering. Thans is slechts getracht, als inleieling tôt deze îeks van vertooningen, een beeld te geven van at de schrijver heeft bedoeld, wat hij heeft be-iikt, en waartoe de Starkadd - idee had moeten roeien, misschien zou gegroeid zijn, indien de îteur het niet bij dit eenige jeugdwerk had ge-ten. WILLY. Institut Giraudet Schoonheids'oefeningen, I ] Tolstraat, OÎ> Qewoonlen - Qebruiken Te beginnen met Woensdag, 2 Oktober 1918 Herneming der Wiuterleergangen Prospectus op aanvraag. Een Fameus Libellist over de Sinjoren (Slot.) Het loont de moeitc eens de dertig bladzijden na te lezen die de sleutel» van het blijspel hee-ten.Wie Weyerman iets ingegeven heeft wordt hier nader aangeduid en beschreven. Jan Bierlaers, verklaart hij, was de Waerd in het «Ramshoofd» genaamd «Starckx», een Kaerel die van de domme rAntwerpsche Hannekens» als een tweede «Koehoorn» of als een derde :Vau-ban» wiert gegroet, dewyl hy voorgaf, (doch dat Dreygement oppei'de hij meestentyds na syn ses-tiende Pint Leuvensbier) in staat te zyn, om den Westkappelsche Dyk door te steeken met een Oestermes, en gevolglyk geheel Zeelant te kon-nen inondeeren, als het hem luste en geliefde. — «Vive la Signorie d'Amberesb Over Doktor Ab Ulula getuigt hij: Dien Dok-tor was een goed slag van een man,ruym zo dom als zyn geboortéplaats, en nog grooter Dronkert als Plompert. Het heugme nog zeer wel, dat hy het Gezelschap in de «Kroon» na by de Beurs op een wintersche avond een Dichtje van zyn Maak-sel voorzong... Maar over de vrouw van den geneesheer is hij niet te spreken. Zij is hem een toonbeeld van cHet Karakter van een Antwerpsche Klappey»: Die Gemalinne des Geneesheers was zo een on-vergeeflyke Klappey, en zoodanig gevreest in haar Wyk, als haar man wiert geëert by de Antwerpsche Apotheekers. Zy was zo een uytgeleeze Labbekak, en een Dame van zo een uytgestrekte Korespondentie, dat een Man niet ter loops een «Dosis» van Liefde kon admini^treeren ai-œ^een.. "mscnikk'elyke Vriendin, of een goed Bot bieden aan de Vermeenigvuldiging van zyn Familie aan zyn eygen Wyf, of zy kon daags daar aan zeg-gen, ;Hoe, waar, en in wat moment» die Verza-meling was gesolemniseert. Daar geschiede niets niets in den Omtrek van haar Buurt, of zy wist langs de »Vork« of langs de «Steel» te duyken tôt op den Bodem van die Zee, en kwam dan met de Paerl van dat Geheym op de Punt van haar Tong opborrelen. Eens daagsch gaf zy gestadig-lyk een Visite aan ieder Buurt klappey, zo dat zy nooit onkundig was, wat dronken Sinjoor zyn Huysserpent karoste, wat Vrouwtje een averecht-sche stap dee achter haar mans rug, of wat Meysje haar kniykje brak door het hossebossen tegens een jongens Pypkannetje. Daar viel nooit een Huyskrakeel, of een Tweestryd van Scheiden voor, in de nabuurige Breedte van haar Bezoek, of zy was de eerste beweegende oorzaak van dat kakelent Antwerpsch Laweyt, sche>on zy door-gaans de Schuld wist te ontwijken, door het ver-wyt als «Twiststexïkster» te laden op de Schou-ders van een minder schuld hebbende Klapwaak-ster. Zy hielt haar man den Geneerheer cUyl» zo strikt op zyn Taak, als een Kurassousch Planter zyn Negers. alhoewel zy den geheelen dag de>or als een Stalkaers van Stê tôt plaats huppelde,om geen Korrespondentie te verliezen. Dat kwaadaardig spook leefde, gelijk als wel eer «Nero» brutaaler Gedachtenis, gehaat bij een Iegelijk, maar by een Ieder gevreest. De gant-sche Gebuurschap vervloekte haar in den Afgrond van de Hel, en ech ter dorst geen een Mensch luiar een kwaad We>ord geeven, uyt vrees van in haar Ongenade te vervallen, elat is, van Slim-nier te vervallen in Erger; want zy kon zo loos-lvk met den Tip van haar Tongetje een «Hoer» of een Koekoek maken, dat den Man aanstonds j ge!e>ofde, elat zyn Vrouw een Allemans Winter-mofje, en dat de Vrouw vaststelde, dat haar Man ! een universeelen Boender was voor aile bekrooze Potten en Pannen. In 't kort, Leezer, Mevrouw Ab Ulula was een nydig en kwaadaardig Ge-spens»._Aardig is het portret van den vetten Cellebroer die maar zes potten seef dronk: «Die Cellebroers naam was Broeder Jaak, een dronke Beest dat zo nu als dan,te hooi en te gras,een taamelyk aardig Bescheyd gaf, en zich eiaar langs in de Gezel-schappen van zyn Meerder wist in te wikkelen. Hierop volgen voorbeelden van zijn snedige ant-woorden:Op blz. 83 in het stuk dat uitvoerig handelt ! over de Cellebroers spreekt hij nogmaals over Jaak: «een taamelyk aardig Kaerel, die zich zo u.vtsloofde in den Dienst der. Kranken, dat hy voorgaf, dat een Lammigheyt in zijn Armen.die hy had overgewonnen door dag en naeht te zuy-pen, ontstond uyt het leunen der Kranken op zyn Armen die volgen& zyn Stelling, de Circulatie hadden beobstrueerdt in die twee Deelen. — Die knaap blonk als een mol door Vetheyt, zynde al-toos even vaardig tôt Eeten en Drinken, en al-toos even luy tôt de vereyschte Diensten». Anecdoten verhaalt hij over Broeder Jaak «die onsterfelyk zal verblyven op de Tong der Antwerpsche Hannekens». Hij was stalknecht geweest m «zyn groote jeugd» en «zy Eede ver-bonden in den Paerdendienst» en de zucht bleef hem bij ofschoon «verbetert tôt een Cellebroe-der».Nabij ele Vischmarkt was in' dien tijd een «brandewynshuys de «Grieksche Kerk» genaamd. Dat was het lokaal van «Steur de Vischkooper». Over hem weet Weyerman te vertelien: (Hij was) genaamt «Mon - Dêken Bom», een Kaerel die noch Zot noch Wys, maar een groot Katechizant was in de «Grieksche Kerk». Die zel'ye Vischkooper was somtyds vry aardig in zyn vlnvallen* en daar van zal ik er een stuk a drie oplx<sezen. «Op een zekere tyd kwam er in de iGrietfsche • iverk» een Tandtrekker instuyven, en dewyl het vinnig koud was, verzoeht hy den heer «Bom», om een weynig op te schikken op dat hy zyn part en aeel mogt gemeten van een ontc'tooken Tak-kebejsch. «Ik ruym geen plaats voor een Tandtrekker», (gromde de zoutevischslachter tusschen zyn randen) «want elat is een gemoedelooze Bre>odwmmng, alzo ghy Dief den Mensch die Molensteenen ontrukt, waar by hy moet leeven». «Den Rechter met de Hennep en met taaye Garden, by het Gemeen den Beul genaamt, was mee een dagelyksche Komparant in die Waeghol-der Societeyt; ook was het niet duyster uyt zyn Tronie te zien, dat hy meer Krieken-Brandewyn innam als Garstewater. «Mon - Dêken Bom» be-nandelde dien Sinjeur Moesel, dat was zyn Naam, doorgaans met een bovengemeene Beleefdheyt, en ne de Reden daar van gevraagt zynde, gaf hy dit Bescheyd: <<Een Beuls Ampt (sprak hij) is een beschouwende Professie, dewyl hy zich nooit daar in bezig houd, of hy errinnert zich zyn evgen Sterflot». «Een kwaadaardig Haag-Paapje, dat alzo krie-gel was als het «houten Davidje» aan de «Rotte», schold dien wakkeren Steur-ontleeder eenmaal voor een Guyt, dewyl hy hem Stokvisch had gelê-vert die met proefhoudent was tegens den Reuk noch tegens de Smaak, en Mon - Dêken antwoor-ne: «Durtde ik uw een Spiegel toevertrouwen, raapje, je zoudt my haast loslaaten, om u zelve tu veroordeelen». Uylekop den Beenhouwer vond nog al genade m de oogen van den schrijver: «Die Vleeschhouwer was een liefdaadig Kaerel, en daar van gaf hy de navolgende Proef. Den Bisschop van Antwerpen had aan de in. de «Leu-vensche Rosmolens» circuleerende Paapen de Her-bergen en de kroegen verbooden, en door dat V erbod scheenen de Straaten van die wel beruch-te Koopstad bezaayt te leggen met witte Dubbel-tjes en met Blamuysers welke Munt de dorstige Outerknapen gaande en staande distribueerden. Die Vervolging kon den Vleeschhouwer Uylekop met langer dulden, die stuuwde zyn ICelder vol Leuvens Bier,en hy wierp zig op tôt een Paapen-Kasteleyn, schoon onder het Kruys, en elat ver-hoogde dat Werk. van Karitate. Maar, let er wel op, WcldoaiutTcto,-Vt vèrgezelscnapL doorgaans een goedWerk, die Man wiert flukx beloont met een koppel Tweelingen, en zyn mal-sche Boterbloem die tien jaar lang voor on-vruchtbaar had geloopen, kraamde ordentelyk zo lang als die vruchtbaare besloten Neering duur-de».Ook Bof den Afslaager stond in zyn gratie! «Dien Afslaager of Vendumeester was al een heel aardige Kwant voor een Antwerpenaar, een Man elie vry wel gezien was in het «Hoogerhuys», en om zyn vrolyk praaten, en om zyn onma-merlyk drinken». Wanneer Weyerman Platvoet laat gewagen van de «Exercitie van Kools op den Schermersberg» bedoelt hij: «Die Kools was den Stads Scherm-meester van Antwerpen, een verdienstig Man in zyn Konst, die meesterlyk speelde met de Floret, met den Tashaak, met de Vlegel, met het Slag-zwaard, en die zig daar by wel verstont op de Exercitie van het Snaphaan en van de Piek». In het Antwerpsch bierhuys «Het Nobeltje», zwetst menigmaal Diel Kapuins! Hij was «een Wagenmaaker,doch per Excellentiam» usurpeer-de hy elen Tytel van Koetsenmaaker. Daar en boven speelde hy voor Geneesheer der Paerden, der Esels, en der Vleeschhouwers Monden; en hy loog zo onmanierlyk op dat Kapittel, dat ik geen Ge-span weet om hem by te vergelyken». Weyerman keuvelt verder in zijn Sleutel over «Jonker Kraway, een Edelman van de eerste broek»; over Matante Antonet die een «A la Mode» winkel hied en die «men met Recht elen Naam van Slypsteen der jonge Antwerpsche Sin-joors» mogt noemen, wegens haar vlugge Geest en kluchtige Gedachten» waarmee zij «die domme Salettisten die pas begonnen te rypen voor île Conversatie der Juffers polyste»; — over de stadsvroedvrouw Madame Vinkenet; over den rij-ken Veekeman wiens vader een groot «Lombar-dier» was geweest, over lichtmissen en cellebroers (1), apothekers en prokureurs! Eigenaardig is ook nog de beschrijving van de armoede der in het Kasteel van Antwerpen gar-nizoen houdende Spaansche Soldaten. Zij kregen anvoldoende soldij, teerden op roof, bedelzak en ; Spaansche glorie». «Ik wandelde, zegt de Auteur van dezen sleu- v tel, eenmaal na Burgerhout met een voornàam Koopman die lange jaaren in Spaanje en in Por-:ugaal hael gewoont, en die nog al negotieerde )p die Koningryken. Wy koozen de open Lucht, n om een Kannetje Leuvensbier te drinken, en >m de onderscheyde Humeuren der Antwerpsche rlannekens te bestudeeren, die hun laatste Bla-nuysers in die Dollemans Drank zaaten te ver-:otten.Een Spaansch 'sergeant, zijn wederhelft en twee g onge - schallebyters».zwart by gebrek vai' vo^d-;el, tredên binnen. «Dat Heerschap scheen het kort Begrip te zyn ran de Deftigheyt van zijn Natie, hy gewaardig-le zig niet eens om Iemant van het Gezelschap e groeten, maar vlyde zig neder aan een lange rafel, en beduyde toen door de Welleevendheyt les Rams, (een Knik des Hoofds) aan Madonna^ le Serjeantinne, dat zy kon gaan nederzitten. Dat rerricht hebbende eyschte hy met de Spraakbuys :ens opperbevelhebbers een pint Antwerpsch bier, iikte een Pyp uyt zyn Tas die al ommers zo wart als zyn Tanden, en alzo kort was als zyn rraktement, vulde die met een Soort van Tabak net welkers Reuk men den Duyvel uit een beze-en Mensch kon bannen, en gong toen gerust zit-en vonken. Ondertusschen kwam den Hospes,die jeservetmutst was als de halve Maans Kok in iet «Zwyns Malta», ons vraagen, «Of wij ook vilden gedient zyn van versche Hollandsche Creeften; die na zyn Herbergsche Omschryvihg, o rood als de Beugeltasjes van zyn Dochters, en .1 ommers zo zwaai* van Visch waaren, als de onscientie der Cellebroeelers van zwaare Bieren.» Op het oogenblik elat zij die geharnaste zee-nijders smakelijk begonnen op te kluiven, nader-en de «staalgrauwe Serjeantskinders» en le>er-en gretig naar de kreeften. «Den koopman die vry spaansgezint, en ik die yt de Natuur goed arms was, gaaven aan ieder an die Schallebyters een subalterne Schaar, die let dien Buyt meenden te defileeren, doch on-erschept wierden by de achterdochtige blikken an den Tieran des Hellebaards, die flukx die erhongerde Schepsels beval van die verrooverde chaeren te transporteeren aan den Koopman en an my, verzellende dat Verzoek met dit nevens-aande Kompliment; «Het is geen Gewoonte on-er de Spaansche Natie, Dat de Kinders van een fficier des Konings zouden verplicht zyn aan en paar Veillaqos van Koopluyden voor een paar 'ot... se Kreeftepooten». Over de helden van zijn blijspel geeft Weyer-îan geen bescheid. Wij weten dus niet of zij ven getrouw naar het leven werden geteekend. 'och levende, argelooze volkstypen uit een be-Derden tijd heeft zijn werk voor ons bewaard, n de terloops vernoemde figuren die hij tôt een arty Antwerps Vee» zal gerekend hebben, ken-lerkte hij in zijn «Sleutel». « Het is dus Antwerpsch volk en sinjorenleven an het einde der 17e eeuw. Voor het sluiten der «Rysewyckschen Vrede», 597, verbleef Campo in de Schelc^gg^gd, |De Zuidelijke Nederlanden xèrden sinds . • jarer , , .

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes