Het Vlaamsche nieuws

1216 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 12 Juli. Het Vlaamsche nieuws. Geraadpleegd op 01 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/rf5k932v8j/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

liVIaandag 12 Juli 1915, Eerste Jaarg, Nr, 170 PHts ; 5 -Gfeàtiemen dooi geheel Beîgië » 'jHTJaiTT Vlaamsche Nieuws WSfi' * Het be«t ingelicht en meest versprcid Nieuwshlad van Belgtâ* « Varschifnt 7 maal per week AA0NNBMBNTSPK1JZBN . ?er weuk 0.35 > Per 3 maandea ...... ... 4.— P<w n.i*.nA 1.61? | Per 8 maandea 7,6# Per jaar », 14.- * AFGEVAARDIGDEJS VAN DEN OPSTELRAAB : Dr Aug. BORMS — Albert VAN DEN BRANDI BUREELÊN ; ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. II-IIIM»- I .. mut j tBMasa» *- i -Ht* X* Xx<<V&iS&iï} 4 Anmrn s mnmm, Ïwm4» bliA*8.e ffcîr rage! Ï.S® j V torde kkula, ftr -tw^ej, â»8* C*M« WMua., Ht. J.— j i)co«aMrtcdt% ............ S,^ <»-■ w *tmattss-Jii, x-SBtoï'jMei fiAiOÀ#âNâAâ.^.495J fit Muziek îo de Natuur ! Volksliederen s Mijn drie zonen, zoo zei Siska uit onze gebuurte, mijn zonen zijn aile drie jette muzikanten : de oudste draagt de « grosse-caisse » in eene harmonie van 85 man ! De tweede is polierder-vernisser. bijeen, uit Amerika, gebreveteerden pia-nomaker ;en mijn jongste is orgelblazer in de hoofdkerk ! » Misschien lacht gij, lczer, om Siska's crbarmelijke muziekgedachte, en toch, j weet ge wel dat er tegenwoordig nog lieîhebbers bestaan, die muziek zoeken j m aile soorten van lawaai : in 't geklots: van 't water, in 't getril en 't getrommel, ta machines ; in 't geronk der trams i o\eide richels ; in 't geril en gegil der treiniluiten en gewapper der vaandels, m., euz. ! Het zijn de dwaze futuristen die zoo ; apreken en ons niet minder dan 80,000 verschilknde geluiden beloven. Zij mo-gen ze toch hebben ! Gelukkig, buiten die domine geruch-ten zijn er in de rijke natuur zoete klan-ken genoeg ; 't is al muziek wat ik hoor : Onder mijn venster, b.v., woont een neesje. Het wijfje broeit en, telkens het mij hoort voorbijstappen, zit het met den harteklop ; doch 't maïmeken stelt zijn liefste gerust met schalks te zingen : re, fa, fa, re! fa, fa, re! (hij ziet u niet ! ziet u niet !) In de struiken klinkt het hooglied van den nachtegaal ; op den boomgaard galmt de levensvoile slag- der vinken ; op de velden tiereliert de lustige lseuwerik ; in de «anpalende bosschen schàît het eegalig koekoek-geroep, en, itt't groene grastapijt krielt het van kun-stige krekelzangers. Als de leute bij iemand bovenzwemt, ïc&yaea- vas hem éz'e hij & zoo blij is als «n krekel die zingt», en inderdaad, de lustige krekels, de dikhoofden, bezin-£ai htm gelukkig levenslot van uit hun gezond woonplaatsken aan den zonni-gen, afgemaaiden graskant. Ja, van uit hun trechtervormig aarden-huizeken, zien ze met misprijzen op de voorbijvlie-gende modepoppen der vlinderfamilie, en, 6ver van welgezindheid, bespelen zij luis hun geliefkoosde viool. Zeker, de krekel krast op de viool ! En hoedat? Luistert, lezers. Ik zit hier met een mannetjes-krekel op mijn schrijftafel om km u juist te kunnen afschilderen : Het beestje is één centimeter dik en 2 1/2 lang ; boven zijn zes reuzenpooten heeft het twee fijne vleugelschiiden, zoo licht s's een droge buitenste ajuinpel. Het rechterdekschild heeft een zaagsken langs onder, en 't linkere heeft er ook «en, doch langs den bovenkant ; die twee zaagskens wrijven kruiselings tegeneen en 't spel is aan gang : eentonig, doch Jip en onophoudend Krrri, krrrri, krrri! Dat gesjirp van den zwarten veldkre-M begint in Mei, en is hoorbaar tôt op honderden meter afstand ; 't manneken 'an den grijzen veldkrekel en de wijfjes "n si de soorten hebben geen viool op den rug en kunnen dus ook geen krrri, hrri! zeggen. De grijswitte schoorsteen-hekel is zoo vroeg niet te hooren ; maar nelke muurspleet, laat hij van Juni tôt ^teber, en zijner serenaden hooren : ®et trage en zachte trillingën bespeelt d* kiiîistenaar zijn schildenviool en, in W van nood ,spreekt hij zelfs buik-«praak om zijn achtervolgers op den dompel en het dwaalspoor te brengen. wartoe licht hij de vleugelschiiden maar rot halve op, en zôô werkt er een demper im de klanken te wijzigen en om te doen [elooven dat ze van elders komen. « Een krekel in huis is een gelukstee-[en ! » zei mijn grootmoeder zaliger, die E«ede oude vrouw. Is 't misschien oiu «Ue van zijn voorbeeld dat ons onver-'"«d tôt ziçgen aanzet? Dan ja ! dan t(,®t hij, vooral in onze sombere dagen, "tlte a#, want op het muziek-tooneel blijde zomernatuur blijven de men-^"«ngezangen al meer en meer ten ach-er: op zijn eentje laten ze nogal eens ll|a stem me weerklinken, maar niet meer 111 ?roepen : de onrust en gejaagdheid tVin 't nieuwerwetsche leven, ook de ke-cns waarmede zooveel werkers aan de ®8chine# zijn gebonden, hebben het ,?e-' ! ''enlijk voikslied haast alom doen ver-'^ijnçn.^ vraag het u, waar wordt er aog gc-zongcn?^'îna uitsluitend in de herbergen, bij j^kvolk en soldaten. En wat zingen ze »ar? Niet meer (je gezonde volksliede-j | welke vôôr.SO, 40 jaar *nog bij val j Vaak niet? anders dan ruwe ■ drinkliedercn en schunnigheden ; liede-1 rui, mef zoozeer uit ue voiivaziei opat^j-1 gena, aïs un aen vuUen gecst van yen diivonoi, ïifcutjfen ijut oïL/^iii en weiiust sa-îucn^^iiauac ; strciatueuiien, Kocpicuen uit Lin^eitcingeis en opcictieii tôt waiyens ioe uernaaia, uan vveer weggeworpen en uoor anue-re ^zoo mogenjic nog oanaier en vunerj vervangen... ; veie zijn met aieen op 't kantje ai gemeen, ze zijn net nceiemaal i 't is een spijtige zaak, want het on-: verbasterae vuiK&iied is meer dan een eenvoucug volksveriuiiak : de liederen werK.cn als een natuurKracht op net zie-leleven terug, weg&leepenû,aan^njpend,1 veriossend, verheiiend, troostend en op-weKtend!Ecnie volksliederen hebben een krach-tigen, zedenjken grondtoon en er tnl-ien geluiden door van een rein en gezond gevoel. Geiooî en vertrouwen op God, vreugde in den arbcid, lielde voor het huisgezin en de bruid geven de voile wt'-eke grondakkoorden aan : Geestige leute en trisache vroolijkheid lachen er tuschen door. Hier past het dus te zeggen : Zet u neer waar klinkt 'n lied : Booz» menschen zmgen niet! Vandaar ook dat Shakespeare zei : « Heeft iemand in zichzelven geen muziek, roert hem de mengelmg niet van zoete tonen ; die man deugt tôt verraad, tôt list en roof ; 't is duistef in zijn geest als middernacht en zijn gemoed is zwart als 't rijk der schimnien ; — vertrouw hem nooit ! » Uit een volksd'ohtje haal ik dus ga r ne deze twee stroofkens aan : Een liedje moet et wezen, Een liedje moet er zijn : Wiô vijand is van 't zingen, Die trek' naar de woestijn. Ja, 't zingen moet er wezen, En, hoort ge 'n liedje noo, Bedank dan maar de -wereld En steek u in het stroo. Vriend van 't zingen ! ja, dat ben ik, en 'k ben zelfs gaarne haantje-vooruit onder de leutemakers, maar vijand ben ik van al wie oorverdoovenJ gedruisch en ketelljawaai Hefheeft, of roept en tiert : Courage, de maat van viir, De kunst op zijde geschoven. Hoe meer lawaai, hoe meer plezier, De vreugd gaat kunst te boven! (?) Reeds van vôôr onheugelijke eeuwen en volgens oude schrijvers, hidden liederen (3de en 4de éeuwen) zooveel aantrek-kende bekoorlijkheden, dat zc een wee-nende wiegekindje troostten, en dat de reizigers langs de baan, de landlieden op het veld en de vrouwen op hun eentonig werk er de verveling door verjoe-gen. Dààr gold het echter deftige gezan-gen.Helaas ! wie hoort er de# Zondays avonds soins niet een leven en een lawaai alsof er de wereld bij verging? Jon-gelingen met een onleschbare eksteroog in hun keel steken de kopr>en bijeen, laten een stemme hooren lijk een gebar-sten ketel en beoefenen die duivelsche kattenharmoni# totdat zij heesch worden als eene zaag... Zulk een doîlemansgeschreeuw en ge-huil, herinnert ons aan die onwelkome serenaden met ketelmuziek, waardoor de gebuurjongens zich op een uitgelekt schandaal willen wreken. En ailes komt Çe pas in die wanliîidende spotmuziek : pottençerammel en bel^erinkel, hoorn-getoeter en zweepgeklets... en dààr is het (ik zeg niet : te verontschuldigen), maar toch te verstaan. Dojh dat onze jeugd voor 't vermaak geile en aange-brande'schandliederen uitschreeuwt en ze door blikkenmuziek beeeleidt, dàt is betreurenswaardig. Immers,lijk degoor-putten de vuilste dieren aanlokken, zoo trekken de wulpsche gezangen de duive-len aan !... En hoe zal 't beteren? Een fijne menschenkenner duidde mij een middel aan : In de scholen veel lied-jes aanleeren : godsdienstige natuurlijk ook, doch talrijke stapliederen en goede romancen die wel lach verwekken, maar tevens een gepaste zedenles bevatten. Geen menschen ter wereld of z« be-zingon wat ze beminnen, want Liefde leert zingen, Ook zonder dwmgen. ï Liefde ivekt zang, e Ook zonder dwang. \ 1 Ons Vlaamsche volk gaat ecfyter ver- s dei : met een zingende ton? is de ware Vlaming geboren, en, past het lachen g niet, dan nog zingt hij ! al ware het c soms lijk... een pooverken (roodborstju) op de sneeuw. * v s Nu, de meeste jonkheden bezitten tegenwoordig geen... kwezelbloed om op i straat godsdienstige gezangen aan te hef-. ï fen, en bij den schoolmeester of de eer- j waarde Zuster leerden ze te weinig se- ' s zelschapsliederen. Vandaar dat ze trek | ' krijgen naar bekoorlijke deuntjes waar ^ schandige woorden opstaan... of dat ze \ ; al eens meedoen aan afschuwelijke ketel- _ 1 | muziek. | Het is bijgevolg echt apostelwerk zelf > !gœde lied j es te zingen, ze voorl aan te I leeren, af te schrijven en te, verspreiden ! totdat, onder de jeugd, de zedeîijke g i deuntjes even talrijk weergalmei. als de l ontelbare krekelvooiskens in het zonni-,ge grasplein. , i j I] 1 Orsmael. DON JOSÉ, [j ! i ; Onze Leltertundlp Prijs'amp i , C DOMIEN SLEECKX ]' i 818-1901 }] | Nu komen wij aan de îchrijvers en ' rtdichters van het Tweede Geslacht, dat < - dan gaat van 1850 tôt 1880. Zij gaan J i voort op den ingeslagen weg en behou- > , den de hoofdtrekken der letterkunde van t het eerste geslacht, dat van 1880 tôt 1850 < t gaat en dat wij komen te behandelen.Va- •• ; derlandsliefde en Vlaamschgezindheid 1 zijn die hoofdtrekkju en dan ook de al-gemeene aandrang om vocr het volk te schrijven. De eerste periode, Willems en (Snellaert alleen uitgezonderd, levert. i volksliteratuur. | Bij de schrijvers die nu aan de beurt, 'komen,die van het tweede tijdsgewricht, s | bespeuren wij verfijning. Zij stellen zich j ' hoogere eischen, zij besteden meer zorg i Iaan vorrn, plan, taal en stijl, er is een sterker streven naar Kunst. Dat gebeurt ook wel voor een groot deel onder den invloed van de vreemde literatuur, wanti de werken uit andere landen en andere !c ' tijden worden hier bekend, loutenn den r j smaak en zetten aan tôt ernstige studie. t . De romantische richting sohuift stil-{ aan op de achterbaan en het realism x komt op, onder den invloed der Fran- ® sche schrijvers en der Enerelsche, voor- fc namelijk van Charles Dick<ns. Reeds in zijn eerste verhalen, *toont ; Sleeckx zich een realist. Hij streeft er j naar de werkelijkheid weer te geven monder zich door zijn gevoel te laten me-deslêepen. Hij idealiseert niet en heeft een klaren kijk op menschen en toestan- ^ den, doch hij hoedt zich voor walgelijè:e t toestanden en keurt die streng af in le Fransche literatuur. , Conscience was heel en al gevoel en verbeelding. Wel had de groote roman- ® schrijver wereld- en inenschenkennis ge- v noeg, doch in den kroes van zijn schep-pend brein werd de werkelijkheid naar • zijn eigen droomen en opvattingen ge- J kneed en vervormd. Sleeckx laàt zich niet meesleuren door zijn verbeelding ; hij is objektiever.blijft £ koeler bij de w.aarheid. De breidellooze verdichting, de dolle fantazis van het v romantism keert hij den rug toe. Hij wil £ méér waarheid, meer feiten dan ontboe- e zemingen, doch even erg is hij gekant v tegen een afstootelijk realism, waarmee j Frankrijk toen begon te pronken. g Het leven van Sleeckx is 't leven van s een wroeter geweest. € Evenals Conscience, de Van Risjwijc- r. ken, Ledeganck en al de mannen der j; Vlaamsche en Letterkundige beweging, was hij een jongen uit het volk. Zijn ^ vader was een eenvoudige kopergieter ; t zijn moeder een brave vrouw die aan j haar kinderen — het mensch had er ze- j: ven — de Antwerpsche volkslegenden j vertelde. Als schoolknaap leerde Sleeckx g liedjes van buiten uit den Eerlijken Plukvogel van Livinus van der Minnen, een boekje ten jare 1669 eedrukt. v Sleeckx mocht toch leeren en kwam ' t op 't Atheneum van Antwerpen, waar i hij makker en vriend voor 't leven werd v van Pieter-Frans van Kerkhoven, van v wien we gisteren spraken. |ti Op 't Atheneum leerde hij van ailes s en ook wat van aile talen : Fransch, j; Duitsch, Engekch, Latijn en Grieksch... I uitgenomen Nederlandsch ! n « Gelukkij? maakte de Vlaamsche Be- o veging er een flamingant van, deed hen ijn moedertaal beminnen en aanleerei n door eigen geestkracht en volhardin^ ^erd hij de degelijke schrijver, die to icil en roem van 't Vlaamsche land zoi trekken. De invloed van de Vlaamsche Bewe-;ing is ontzaglijk geweest en zij heef' le Vlaamsche letterkunde gered. Sleeckx was vijftien jaar dagblad chrijver. Hij werd opsteller van Vlaamsch-Bel-■ië, het eerste Vlaamsch dagblad, er v-aarvan Jàn de Laet hoofdopsteller was I,ater werd het dagblad : De Vlaam-che Belgen, en 't verdween in 1845. Hij werd vertaler aan 't Staatsblad terkte mee aan De Vlaamsche Stem, er erkrèeg eindelijk een aanstelling als seraar aan de Nonnaalschool te Lier. Zijn letterkundige arbeid is zeer groot /ijn beroemdste werk : In 't Schippers-■■wartier.In dit boek, evenals in Dirk Meyer ;eeft hij schilderachtige tafereelen uit dt '.ntwerpsche zeelieden-wereld. Van hem is ook Kronijken der strater, an Antwerpen, In aile Standen, Di Hannen van Peerjan, Vesalius in Span e. Voor het tooneel schreef hij De Vis-chers van Blankenbèrghe en Zannekin Het seslacht van Sleeckx moest hiei a Vlaanderen nog ailes seheppen en ui' lén niet trekken : Sleeckx vervaardigdi rn woordenboek, waaraan hij zes jaai vrocht. Hij was te Antwerpen peboren, waai îij zijn eerste jaren doorbracht. Daarm ;iiig hij naar Brussel wonen en stierf t< ^uik in 1901. Zooals. Conscience aan 't begin staa •an de romanschrijvers van het eerst< ;eslacht, zoo staat Sleeckx aan 't begii 'an het tweede. Ook in de dichtkunst komt zoo nie "n nieuw gtluid, toch een nieuwe tran ■il een nieuwe bezieliner met Jan Vai îeers, van wien wij morgen spreken. r*T«,#r.-rî-.. ^ •• Ro^d let afstewiî van Porfirio Diaz n. Zie ook ons nummer van eergïsteren.) Porfirio Diaz werd op 15 Septembei .830 in Oaxaca gedoopt, hij is vermoe-lelijk één of twee dagen vroeger gebo-en — zijn vader stierf toen hij drie aar oud was. Zijn moeder zette de her-terg en afspannmg voor muilezeldrijvers oort. Zulk een inrichting kan men zieb emakkelijk voorstellen : een vierkanî rf, laag ommuurd, een paar afdake,n om e beesten onder te zetten en voor dt lannen om onder te slapen ; wie er geen ilaats onder vindt slaapt in de open ncht, bakken om de muildieren maïs te oeden en wat houten païen om de pak-adels over te hangen. Daarmede is dan ok zoo wat al,'es opgenoemd wat tôt en inventaris van zulk een inrich-mg behoort. 's Avonds is het erf on-eilig vanwege de half dronken drijvers. s Morgens vroeg wordt opgeladen, veel eschreeuw en getier tegen de dieren, ie zich opblazen om zich tegen het astmaken der pakzadels te verzetten. Ziehier de omgeving, waarin zich de ange Porfirio rekenjchap begon te geen van zijn bestaan. Dat deze jongen op 22-iarigen leeftijd p het instituut in Oa ^ca studeerde en r les kreeg in het burgerlijk recht van iemand minder dan Benito Juarez, is oor Mexicaansche toestanden volstrekt iet zoo bijzonder. Er mag veel energie n zucht naar wetenschap voor vereischt worden, veel geld is er niet voor noodig. îen versleten katoenen broek en kapotte choenen zijn geen bezwaar om naar een chool te gaan. Benito Juarez zelf was en kind van Indianen, die noch lezen och schrijven konden en tôt zijn 12de iar was ook hij ongeletterd. Nog minder verwonderlijk was het, at de jongen van het muilezelhotel la-:r in generaalsuniform of in gekleede is een onmiskenbaar aristokratisclien idruk maakte. Dat zou met de meeste lexikanen klaar te spelen zijn. Is het een volk van oude cultuur? Het verwonderlijke van Don Porfirio ;as dat hij, door en door Mexicaan, vrij /as van de nationale fouten. Wijntje, rijntje, dobbelspel kwamen in zijn 'oordenboek niet voor. Zucht naar luxe /as hem vreemd. Maar hij had die mate an wilskracht, verstand en heerschers-ilent, welke het kenmerk van de groot-te staatslieden in aile landen geWeest s. Het genie van een Napoléon had Don 'orfirio niet, de vergelijking met Bis-îarck, vergelijking, die zich steeds weer ndriript. vnlf- ni^t ten nadeele van des 1 i Mexicaan uit. Bismarck heeft gemakke-t hjker taak gehad en minder dienstjaren. ; Bismarck heeft het raderwerk van den : Pruisischen staat steeds tôt zijn beschik-i king gehad. Diaz heeft ailes zelf moeten veroveren en heroVeren met taaie vol- ■ harding en nooit versagenden durî. Te-: genover den ijzeren kanselier staat de niet minder rechte gestalte van den sta- ■ îen président. Edel in den fijnsten zin van het woord ■ zijn zulke menschen niet. Ware zielen-i adel zit onwrikbaar vast aan groote op-, rechte goedheid. Edel en goed in hoog- ■ sten graad zijn èigenlijk allèen die menschen, die niet anders kunnen zijn. , Als Don Porfirio zoo iemand geweest i was,had hij het tôt een bemind maar arm i persoon in zijn dorp of stad kunnen brengen. Als Diaz goed en edel handel-de, dan deed hij het even methodisch en ■ streng als wanneer hij lict fusilleeren. Zijn princiep was : beter een paar laten fusilleeren dan ze gelegenheid te geven : een burgeroorlog te verwekken, die dm-zenden het leven kost. Hij heeft gelijk : gekregen maar hoeveel leed zal den tach- ■ tigjarige dit gelijk gedaan hebben ! Wat is er in zijn eigen oogen van zijn A'erk nog over geweest? Heeft de terugval van het a be-schaatd » Europa in een « baajerd woest en duister » als vôôr de schepping hem bet geschokte vertrouwen teruggegeven m de toekomst van eigen land? Eens zal de zon weer opgaan over het reusachtige taielland, dat de twee Ame-rika's verbindt, waar lichte windhoosj»# net stof als fraaie kelken doen opdwar-reien in sereue zonnige lucht en de înuil-ezelkaravanen voorsloffen, zooals ze bij-na een eeuw geleden kwamen van het erf van de ouders Diaz, langs de millioe-nen agaven, waar de schilderachtige in-diaan de pulke uit tapt. Wanneer het volk van deze schoone, klare hoogvlak-ten naar zijn bergen ziet, die scherp en vast uitblinken tegen een bijna atmos-feerloos heelal en naar de witgepolijste sneeuwtoppen van de Popocatepelt en de piek van Orizaba, dan zal het geen vreemde heerschers dulden, maar kracht putten uit de herinnering aan den groo-tea président Don Porfirio. (N. R. Ct.) DAGELIJKSCH NIEUWS ONZE LETTERKUNDIGE PRIJS-• KâMP. — In den loop dezer week zul-i len wij de namen mede deelen van de ; Prijskamp-kommissie, cîie uitspraak za doen wie de overwinnaars zijn van onze t geldprijzen. ; Wij zullen ook de lijst afkondigen var i. de schrijvers die opvolgentlijk behan■ deld zullen worden. Wij krijgen nog gedurig vraag naai t uitleg hoe men deel moet nemen aan de-i zen prijskamp en of er bijzondere ken-nis noodig is om kans te hebben een var de drie geldprijzen te winner,. De voorwaarden om aan den Prijs-' kamp deel te nemen zijn zeer eenvoudig 1. Dagelijks geven wij de levenschets van een Vlaamschen schrijver. 2. Die naam wordt op onze tweede bladzijde in een vakje herhaald. Dit vakje moet gij uitknippen en be-waren.j 4. Bij het einde van den prijskamp kiest gij ei twintig namen uit. 5. Gij rangschikt die volgens de waarde die gij aan den schrijver toekent. 6. Gij plakt ze in die orde op het bulle-tijn, met de twintig vakjes, dat gij in ons blad vindt. Ge ziet, beste lezer, dat het zeer ge-makkelijk is. 't Zijn ook niet de letter-kundigen die beschikken over den eind-uitslag, 't is het groot publiek. De minst op de hoogte'kan zoo goed den prijs winnen als de knapste geschiedkenner. En 't oordetl van 't publiek wordt toege-licht door uittreksels van elken schrijver : den naam van den schrijver dieu ge 't liefste ziet zet ge vooraan. Vox populi-, vox Dei! D<* stem van 't volk is die v,an God. De prijzen zijn : Eerste prijs : fr. 100. Tweede prijs: fr. 75 Derde prijs : fr. 50 ONS MENGELWERK. — Ten gevol-ge van plaatsgebrek zien wij ons ver-plicht vandaag den lustigen « Tijl Uilen-spiegel » voor één maal weg te laten, en-kel en alleen bij wijze van uitzondering. Onze lezers doen goed de stukkcn uit te knippen en te bewaren, een tweede le-zing van die prettige volksgeschiedenis zal in naar geheel dubbel aangenaam zijn. EEN AANBEVELENSWA\i{ !)iG IDEE. — Onder deze rubriek hebbsn v ij onlangs eenen oproep van eenen onzer vrienden medegedeeld, om een soort ko-miteit te vormen, tusschen bevoegde per-sonen, voor wie de oorlogstijd onwelko-men leêgen tijd schept — hetwelk de bouwmaterialen zou verzamelen voor een groot woordenboek van kunst- en andere gebouwen en instellingen in België. Zulk werk bestaat niet ; we hebben niets clan verspreide beschrijvingen, mo-nografies. 6 Wij melden met genoegen dat die oproep op eene- schitterende wijze werd be-antwoord.■ Van aile kanten kwamen brieven en aanbiedingen van medewerking toe, welke werden overhandigd aan den hr avoué Stroybant, den ontwerper van het uit-muntend gedacht dat wij hebben bekend gemaakt. Sindsdien is hetzelve geheel tôt rijp-heid gekomen : een voorbereidende ?er-gadering, waaraan een tierital belang-stellenden en toekomende Ynedewerkers deelnamen, heeft dezer dagen plaats gehad, en spoedisr zal menl ter eere va» ons geliefd Vaderland, dat zoo rijk was aan historische gedenkteekens, — laten we 't maar, zonder misplaatsten hoogmoed, bekennen, — en den noestea arbeid aanvatten om een bhjvend werk te . stienten, dat in geen Belgische boekver-; - zamelmg zal ontbreken en dat voor elkcea ■ l een vad«-mecum zal wezen. I DE BELGISCHE GEINTERNEER-® DLxn. — De opperbevelhebber van land-' en zeemaent neett bepaald, dat Beigi-sene gemterneerden beiittden den rang van oiiicier Duiien de kanipen niogen ta ; werk gesteid worden. Zaj worden uan in J net bezit gesteid van ^en ve-riutpas eu ' niogen zonder geleide per spoor îeizen, binnen d« route op nun verioi pas aan-gegeven. Tegen betaling mogen militaire piaaiabewijzen atgegeven worden. VALScMË MUNT. — Naar uit Gent I gemeld wordt, worden voortdurend val-ielie bankbiijetien ontdekt. Thans weder in Lokeren een aanLal valsche geldbons van 20 mark. Oppassen is dus de bood-senap, want deze valsche banknoten zou-den wellieht naar hier kunnen overko-men.OFFICIEELE TEGENSPRAAK. — « Er liepen in den laatsten tijd allerlei ge- I' ruchten over de plannen van Frankrijk tegenover Holland, plannen die met al-tijd bijzonder vriendehjk en vredelievend senenen. Daaromtrent wordt nu door het fransche gezantschap te 's-Gravenhage gemeld t: « Eenige dagbladen hebben goedge-vonden groot gewieht te hechten aan een in Fransche taal vervatte brochure, waar- Iin gebiedswijzigingen worden besproken, die ten gevolge van den oorlog zoudea kunnen intieden. Is het nog noodig, te verklaren, dat d« openbara meening op'een dwaalspoor wordt gebracht, wanneer — zooals ge-sehied is — men eenige waarde hecht aan dit opstel van een onbekende, dat uitsluitend de persoonlijke meening ver-tegenwoordigt van een enkele op zich zelf staande persoonlijkheid ? u Een gerùststelling te meer voor onze Noorderburen. DE ENGELSCHE RECHTERS. - Over hun dienstijver ten opzichte de*-werving voor leger en vloot werd reeds meermaals gesproken, en hoe ze er een handje van weg hebben om iemand te « dwingen » bijna> « vrijwilliger » te worden.Een onverbeterlijke straatschuimer stond Donderdag te Londen terecht we-gens bedelarij. Of hij lezen kon? Ja. Of hij dan de aankondigingen niet gelezen ;had? Ja, er waren, er heel wat, hij had naar werk uitgezien. De advertenties, die aan de menschen vertelden, dat ze ge-makkelijk werk konden krijgen, of hij die niet gelezen had? Is 't waar!? daar moest hij op af ! Of hij den rechter soms niet begreep? De advertenties, die de menschen vertelen dat er volop werk voor hen is in Vlaanderen, in de «loopgra-ven, of hij die niet had gelezen? « 0, de werfbiljetten ! Nu snap ik ' t »... î Volgde een vermaning van den rechter : « Er is jgeen uitvluc'ht voor een jongen man van 34 jaar, die recht van lijf en leden is, om bedelend langs de straat te zwerven. Uw | land heeft een heele boel voor u gedaan, i en ik raad u om er iets voor terug te J doen, als ge uit de gevangenis komt. » s De man had nog zeven andere over- ■ tredingen op zijn kerfstok en werd voor- ■ loopie- voor twee maandén ootreborp-en.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsche nieuws behorende tot de categorie Gecensureerde pers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes